Een intensief debat over de veehouderij

Door: Gastblogger

Al vele decennia is de intensieve veehouderij gericht op een zo hoog mogelijke productie tegen zo laag mogelijke kosten om zo goedkoop mogelijk vlees en eieren te produceren. Vlees en eieren zijn daardoor grotendeels anonieme bulkproducten geworden. Gevolg is dat er in de vee-, vlees- en eiersector weinig wordt verdiend.
Verdienmodel
Veehouders proberen verlaging van de opbrengstprijs en verhoging van hun kosten op te vangen door steeds verdere schaalvergroting en intensivering. Daarbij treden negatieve bijeffecten op, onder meer in de vorm van milieu- en landschapsvervuiling, lage en regelmatig zelfs negatieve inkomsten voor veehouders en verwerkende industrie, weinig financiële ruimte voor onderzoek en innovatie anders dan voor kostprijs verlagende maatregelen, en het resulteert in een intensieve veehouderij waarin het dierenwelzijn ernstig wordt aangetast.
Hoger dierenwelzijn: meerwaarde
Van wat de Nederlandse intensieve veehouderij produceert, is grofweg 33% voor binnenlandse consumptie, 33% voor export naar Duitsland en het resterende deel voor de rest van Europa en een beetje voor de wereldmarkt. Uit de nota’s en debatten komt dan ook steeds het advies dat de veehouderij, voor het economisch mogelijk maken van verduurzaming, zich op de eerste plaats moet richten op het voortbrengen van producten met meerwaarde – zoals een hoger dierenwelzijn - voor de hoog opgeleide, kritische en welgestelde bevolking in de driehoek Londen – Parijs –Berlijn.
Rol overheid
Voor de overheid ligt er bij het verduurzamen van de voedselproductie een belangrijke stimulerende, faciliterende, maar ook regulerende rol. Gedacht moet worden aan een aantal zaken zoals het verzorgen c.q. ondersteunen van voorlichting over verduurzaming aan bedrijven en publiek. Daarnaast het faciliteren van verduurzaming, door partijen bij elkaar te brengen en door overlegstructuren te organiseren en te ondersteunen. De overheid zou ook kunnen optreden als (co-)financier van onderzoek naar verdere verduurzaming.
Verduurzamingsconcepten
Een andere mogelijkheid is het bieden van experimenteerruimte aan innovatieve concepten door - bij wijze van uitzondering - ontheffing te verlenen op regels die deze concepten mogelijk in de weg staan. De overheid kan ook de rol op zich nemen van (co-)financier van vernieuwende risicovolle verduurzamingsconcepten door het verlenen van subsidies en garantstellingen. Zij zou dat in dit geval kunnen doen door te verlangen dat bij nieuwbouw en verbouw van veehouderijbedrijven ontwikkelde methoden van integraal duurzaam bouwen worden meegenomen.
Bijsturen achterblijvers
Het hard aanpakken van ‘free riders’ en het bijsturen of stoppen van achterblijvers behoort ook tot de verantwoordelijkheid van de overheid. Waar duurzaamheidsconcepten zich technisch en economisch hebben bewezen, moeten deze wettelijk als ondergrens worden vastgelegd, eventueel met een overgangstermijn. Tot slot zou de overheid conflicterende regelgeving op het gebied van milieu en dierenwelzijn moeten wegwerken.
De Dierenbescherming zal het debat intensief volgen, en stimuleren met raad en daad!