In 2013 meer verwaarlozing en mishandeling dieren gemeld

In 2013 zijn er meer verwaarloosde en mishandelde dieren in beslag genomen dan het jaar ervoor. Tot nu toe moesten 840 honden en 510 katten door de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) worden gered. In 2012 waren dat er nog 680 en 300. Dat meldt dagblad Spits vandaag op basis van cijfers van het ministerie van Economische Zaken.
In 2013 meer verwaarlozing en mishandeling dieren gemeld

De dieren werden in de meeste gevallen in beslag genomenwegens verwaarlozing. Ook zijn erhuisdieren door de LID meegenomen omdat er sprake was van mishandeling, of omdat de eigenaar geen vergunning had. Volgens Spits blijkt de toename uit gecombineerde cijfers van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming, de politie en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Omdat de cijfers van de gemeenten ontbreken, is het beeld niet volledig.

Welzijn dieren verbeteren

Tot 2008 werden dieren vrijwel altijd op basis van strafrecht in beslag genomen. Als mensen slecht voor hun dier zorgen, kan er tegenwoordig ook middels bestuursrecht worden ingegrepen. Daarmee worden dierenbezitters aangezet tot beter gedrag, omdat ze zelf verantwoordelijk zijn voor een verbetering van de situatie. Ongeveer 70% van de zaken wordt op deze manier opgelost. Blijkt echter dat het welzijn van de dieren binnen de gestelde termijn niet is verbeterd, dan wordt er overgegaan tot in bewaring name. En dat aantal is in 2013 dus flink gestegen. Overigens worden dieren in ernstige gevallen altijd direct in bewaring genomen.

Dierenleed melden bij 144

Volgens Dik Nagtegaal, woordvoerder van de Dierenbescherming, heeft de toename van het aantal meldingen ook te maken heeft met de invoering van het landelijk meldpunt 144 in 2011. “Mensen weten nu waar ze melding van dierenleed kunnen doen. Zodoende komen er meer zaken aan het licht, die vervolgens kunnen worden aangepakt.” Hij benadrukt verder dat in bewaring name een laatste redmiddel is en de Dierenbescherming ernaar streeft om de situatie van de dieren samen met de eigenaar te verbeteren. “Op die manier is de kans op herhaling kleiner. Dieren worden alleen weggehaald als de situatie zo ernstig is dat er direct moet worden ingegrepen of als er geen zicht is op verbetering.”