Kabinet laat aanpak stalbranden vooral aan veehouderij over
De Dierenbescherming vindt het teleurstellend dat het kabinet zelf geen concrete maatregelen afkondigt om het risico op brand bij bestaande stallen te beperken. Uit een brief die landbouwminister Carola Schouten maandag (14 januari) naar de Tweede Kamer stuurde, blijkt dat de bewindsvrouw het weliswaar noodzakelijk vindt om de kans op een stalbrand te verkleinen en het aantal dieren dat omkomt bij een stalbrand te verminderen, maar verder vooral uitgaat van een aanpak door de veehouderijsectoren zelf. Hoewel daar zeker winst valt te behalen, had de Dierenbescherming een stok achter de deur van de overheid gepast gevonden.

Nu concludeert Schouten bijvoorbeeld dat het gebruik van bliksemafleiders niet geschikt zou zijn om in bouwregels voor te schrijven, omdat het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in een door de minister gevraagde analyse stelt dat deze maatregel "te specifiek zou zijn". De Dierenbescherming vindt dat geen sterk argument, temeer daar in de evaluatie van het vorige Actieplan Stalbranden expliciet werd gesteld dat juist blikseminslag door de klimaatverandering vaker zal voorkomen.
Kostprijsgedreven: droevig
Ook het gebruik van sprinklers zal de minister niet dwingend opleggen. Hierover wordt in de brief gezegd dat het duur is, wel de schade kan beperken, maar dat waarschijnlijk toch evenveel dieren doodgaan. Het EIB heeft echter alleen doorgerekend of de kosten tegen de baten opwegen, niet of een maatregel effectief is. Het is volgens de Dierenbescherming droevig dat de veehouderij zo kostprijsgedreven is, dat sprinklers economisch gezien blijkbaar niet renderen.Positieve stappen
Positief is dat de pluimvee-, de varkens- en de kalverhouderij inspectie van de elektrische installaties al heeft ingevoerd. Een groot aantal stallen is al gecontroleerd, de rest volgt voor het einde van dit jaar. Dat is mooi, want kortsluiting is de belangrijkste oorzaak van stalbranden. Ook de beveiliging van onder meer motoren tegen oververhitting wordt in de ketensystemen van de veehouderij opgenomen. De minister schrijft dat 70% al beveiligd is en nieuwe motoren al van zo’n beveiliging zijn voorzien.
Blusvoorzieningen
De pluimveesector wil hitte- en rookdetectie en de varkenssector hittedetectie in de technische ruimte en schakelkasten verplichten in hun keten. De Dierenbescherming juicht dit toe, maar vindt dat alle veehouderijsectoren zowel warmte- als ook rookdetectie moeten voorschrijven. Het moet wel duidelijk worden geformuleerd wat technische ruimtes en schakelkasten zijn en dat niet alleen detectie, maar uiteraard ook blusvoorzieningen moeten worden aangebracht. De melkveesector moet zijn sectorplan nog opstellen. Het besef van urgentie lijkt in deze sector te ontbreken, stelt de Dierenbescherming.Ook bluswatervoorziening wordt als niet effectief door het EIB afgedaan. Afgesproken is in het 'Actieplan Brandveiliger Stallen' dat dit per regio bekeken gaat worden. In steeds meer regio’s heeft de brandweer bluswagens met de nodige capaciteit, maar niet overal.
Het bij bestaande stallen aanpassen van de dakisolatie tot Brandklasse B, ofwel van brandbaar naar niet brandbaar en het compartimenteren van de technische ruimte (lees: inpakken in 60 minuten brandwerende wanden en deuren), staat volgens het EIB niet in verhouding met wat het mogelijk aan winst oplevert. Volgens de Dierenbescherming heeft het instituut echter niet gekeken naar hoe lang bestaande stallen nog mee moeten en dit in haar berekeningen dus niet meegewogen. Veel stallen staan er nog ruim 25 jaar en dat zou de aanpassing van de dakisolatie en compartimentering van de technische ruimte wel degelijk 'proportioneler' maken.
Nu concludeert Schouten bijvoorbeeld dat het gebruik van bliksemafleiders niet geschikt zou zijn om in bouwregels voor te schrijven, omdat het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in een door de minister gevraagde