Paddenrapers klaar voor paddentrek
De padden trekken in de periode tussen eind februari en eind april van de plek waar ze overwinteren naar een plaats met water waar ze kunnen paren. Meestal is dat het water waar de dieren zelf als ‘dikkopje' ter wereld zijn gekomen.
In Nederland is de paddentrek een gevaarlijke onderneming. Verkeerswegen of woonwijken zijn vaak midden in een paddentrekroute aangelegd. Vooral autoverkeer vormt een groot risico voor trekkende amfibieën, maar ook scooters, fietsers en hardlopers kunnen voor slachtoffers zorgen. Om te voorkomen dat hele populaties worden doodgereden, worden er op veel plaatsen padden-overzetacties georganiseerd.
Veiligheid padden én vrijwilligers
De paddentrek vindt voornamelijk plaats in het donker. De overstekende padden zijn dan moeilijk te zien. Als een auto harder dan 30 kilometer rijdt, ontstaat er een soort zuigwerking waardoor de padden tegen de onderkant van de auto aanklappen.
De vrijwilligers van de Dierenbescherming die de padden helpen met oversteken, dragen reflecterende hesjes. In het belang van de veiligheid van de vrijwilligers maar ook van de padden, doet de Dierenbescherming een beroep op weggebruikers om hun snelheid de komende weken te matigen op locaties waar padden oversteken.
Lees meer over de paddentrek