Teleurstelling overheerst na aanname Wet natuurbescherming

In een eerste reactie op de aanname van de nieuwe Wet natuurbescherming op 1 juli in de Tweede Kamer laat de Dierenbescherming weten teleurgesteld te zijn. Het was een uitgelezen kans om een definitief einde te maken aan de plezierjacht, maar deze werd niet aangrepen.

Het eventueel mee mogen praten in Faunabeheereenheden, die over schade- en overlastbestrijding door dieren gaan, noemde de organisatie eerder al een 'wassen neus' en roept ook nu nog veel vragen op. Gelukkig hebben we wél weten te voorkomen dat de lijst met vrij te bejagen dieren nog langer is geworden, zoals in het eerdere wetsvoorstel van de voorganger van staatssecretaris Dijksma het geval was.

Met name over de punten rondom jacht is de Dierenbescherming teleurgesteld. De vrije jacht op wilde eend, fazant, haas, konijn en houtduif blijft bestaan, er is geen verbod op jacht in natuurgebieden opgenomen en 1-op-1 drukjacht op wilde zwijnen blijft mogelijk. Onbegrijpelijk, omdat dit alles in onze ogen onnodig, niet duurzaam en zeer dieronvriendelijk is. Er zijn meer dan genoeg alternatieven beschikbaar.

Rol provincie
Een ander punt dat de Dierenbescherming zorgen baart, is dat veel bevoegdheden met betrekking tot beheer en schade- en overlastbestrijding naar de provincies gaat, zonder dat er landelijk duidelijke kaders zijn vastgesteld. Dit werkt onduidelijkheid en versnippering van beleid in de hand, iets wat aan burgers al moeilijk is uit te leggen, laat staan aan de getroffen dieren!