Veelgestelde vragen

Bij de Dierenambulance Haarlem e.o. werken we met heel veel verschillende dieren. Het werk bij de Dierenambulance Haarlem e.o. verveelt nooit en is altijd spannend. Hieronder vind je antwoord op de veelgestelde vragen aan de Dierenambulance Haarlem e.o..

Kun je geen antwoord vinden op jouw vraag? Mail dan dierenambulance.nhz@dierenbescherming.nl

Algemeen

  • Ik heb een dood dier gevonden. Wie moet ik bellen?

    Iedere gemeente bepaalt zelf wie zij hiervoor inschakelt. Tref je een kadaver aan? Neem dan contact met ons op. Of onze dierenambulance haalt het kadaver dan op óf wij breng je in contact met de partij die dat in jouw gemeente doet.

  • Ik heb heel jonge dieren (tamme konijnen, kittens) gevonden. Wat nu?

    Dieren zoeken soms de vreemdste plekken op om hun jongen te werpen. Tref je een nest jonge dieren als tamme konijnen of kittens aan? Raak de dieren dan niet aan, laat ze met rust en neem contact met ons op. In overleg met jou kijken we hoe we deze dieren het beste kunnen helpen.

  • Ik wil een klacht doorgeven over verwaarlozing of mishandeling van een dier. Hoe doe ik dat?

    Dergelijke klachten kun je doorgeven bij het meldnummer 144. Afhankelijk van de melding wordt de politie, de Dierenbescherming, de Landelijke Inspectiedienst of de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ingeschakeld. Om de melding zo goed mogelijk te kunnen registreren wordt je in elk geval gevraagd om gegevens door te geven over:

    • Het (de) dier(en);
    • De locatie;
    • De eigen waarneming;
    • Jezelf (anonieme meldingen worden niet in behandeling genomen).

    De Dierenbescherming kan geen meldingen namens een melder doorgeven. Enkel meldingen van ooggetuigen worden in behandeling genomen.

  • Waarom vragen jullie melders een (wild) dier in te vangen voordat de dierenambulance komt?

    Loslopende en/of vliegende dieren zijn vaak al weg als de dierenambulance ter plekke komt. Om tevergeefse ritten te voorkomen en vooral ter bevordering van het dierenwelzijn, vragen wij melders dieren in te vangen.

    Het invangen van een dier en dit vervolgens op een donkere, rustige plek neer te zetten, zorgt ervoor dat de stress voor het dier afneemt. De overlevingskans neemt hierdoor toe. Het opjagen van een gewond dier kan ertoe leiden dat het bezwijkt aan de stress, dat er letsel ontstaat of dat het letsel ernstiger wordt. Uiteraard wordt bij iedere melding bekeken of invangen wel of niet mogelijk is en of wij je hierbij kunnen helpen.

Egel

  • Er zit een egel in mijn tuin. Wat moet ik doen?

    Als er een egel in je tuin zit, hoef je niets te doen. Egels scharrelen graag door tuinen op zoek naar eten. Egels zijn nachtdieren. Zodra je een egel overdag ziet, moet je wel contact met ons opnemen. Een egel die zich overdag laat zien, is namelijk niet in orde en heeft hulp nodig.

Hond

  • Er rent een hond over straat. Komen jullie hem vangen?

    Nee, in eerste instantie niet. Voordat onze dierenambulance ter plekke is, is de hond waarschijnlijk alweer verdwenen. Daarnaast ondervindt een dier veel stress van het opjagen, waardoor de kans op verwondingen toeneemt. Probeer de hond in te vangen en neem dan contact met ons op. Betreft het een gevaarlijke situatie op een drukke weg? Bel dan direct de politie (0900-8844).

  • Ik heb een hond op straat gevonden. Hij lijkt niet gewond, wat moet ik doen?

    Indien mogelijk, loop een rondje met de hond. Grote kans dat de eigenaar in de buurt is en op zoek is naar de hond. Is er geen teken van de eigenaar? Vang de hond dan op in een afgesloten ruimte zodat het dier niet opnieuw kan ontsnappen. Kijk of het dier een halsband met penning of adreskoker draagt. Draagt de hond die niet, dan neem je contact op met de dierenambulance. De hond wordt dan opgehaald en ondergebracht in het dierenasiel als we niet via een mogelijke chip contact met de eigenaar kunnen opnemen.

Kat

  • Een vreemde kat komt steeds mijn woning of tuin in. Ik wil dit niet. Komen jullie de kat vangen?

    Nee. Een goed doorvoede kat of poes is geen zwerfdier. Regelmatig worden wij voor een zogenaamd zwerfdier gebeld. Achteraf blijkt dan echter vaak dat het dier een paar huizen verderop woont en wordt de rechtmatige eigenaar nodeloos met kosten opgezadeld.

    In Nederland mogen katten gewoon vrij rondlopen. Als je last hebt van een loslopende kat, adviseren wij je de eigenaar erop aan te spreken. Indien je niet weet wie de eigenaar is, kun je proberen het dier een (vlooien)bandje om te doen met een briefje waarin je vraagt of de eigenaar contact met je wil opnemen. Daarnaast kunt je eraan denken om je tuin minder toegankelijk te maken voor katten door bijvoorbeeld ruitplanten te planten.

  • Ik heb te maken met schuwe en verwilderde katten in mijn omgeving. Komen jullie die invangen?

    Industrieterreinen, parken, binnentuinen en zelfs begraafplaatsen... Op deze en andere plekken waar het 's-avonds stil is, treffen wij vaak hordes -verwilderde- katten aan. Je kunt je voorstellen dat deze populaties voor behoorlijke overlast kunnen zorgen! Veelal gaat het om weggelopen huiskatten of dieren die willens en wetens op die plekken gedumpt worden. 'Ach, er zitten er toch genoeg, ééntje kan er ook nog wel bij.' Toch is dit niet de juiste instelling.

    Een heleboel van die katten zijn vaak nog vruchtbaar. En je raadt het waarschijnlijk al, deze katten krijgen jongen en de jongen krijgen weer jongen en die jongen ook weer jongen en die jongen... Ga zo maar door! Reken je even met ons mee? Er zijn in zo'n populatie -als voorbeeld- 10 vruchtbare poezen en 1 ongecastreerde kater. De poezen krijgen -zeg- gemiddeld 4 kittens: 3 vrouwtjes, 1 mannetje. We begonnen er met 11 en we zitten nu dus al op 51 katten...

    Als de kittens eenmaal vruchtbaar zijn, planten ook zij zich gewoon voort. Die 30 vrouwelijke katten uit de eerste geboortegolf zorgen met elkaar nu voor maar liefst 120 nakomelingen... Op hoeveel katten zitten we nu? We kunnen natuurlijk wel gewoon die eerste 51 dieren erbij optellen, maar de 'moeders' hebben inmiddels ook weer 40 kittens, dus zijn het er eigenlijk 91 katten! Binnen 1 tot 1½ jaar tijd lopen er in plaats van 11 katten, maar liefst 211 katten rond!!! Nu gaan we er van uit dat alle kittens overleven... Vaak is het tegenovergestelde het geval en leiden deze dieren een erbarmelijk en moeilijk bestaan.

    Problemen voorkomen

    Over vangacties en voerprojecten.
    Om te voorkomen dat de problemen met die populaties echt uit de hand lopen, zie je ons regelmatig een vangactie houden. Omdat de in het wild geboren jongen zelden enige vorm van socialisatie hebben meegemaakt, zijn deze dieren alles behalve gezellige schootkatten.

    De katten die misschien nog een kans hebben om aan mensen te wennen, gaan naar het asiel. Maar in de meeste gevallen zijn het hopeloos verwilderde dieren en zijn ze nergens te plaatsen. Deze dieren gaan -na castratie c.q. sterilisatie- terug naar de locatie waar ze gevangen zijn. De zieke en zwakke exemplaren daargelaten. Wellicht niet de meest ideale oplossing voor het probleem, maar op deze manier wordt het aantal nestjes wel minder en ziet men een afname van epidemieën in de populatie! Vanzelfsprekend worden de dieren als dat nodig is ook gevoerd, want met alleen vangen en een bezoekje aan de dierenarts ben je er natuurlijk nog niet! Toch zit er een klein addertje onder het gras...

    Soms hebben wij nog niet alle katten weten te vangen en onvruchtbaar gemaakt. Dan ineens duikt er een nieuwe kater op en is deze man nog niet geholpen... Misschien heeft de eigenaar nog geen tijd gehad om het diertje te laten helpen, misschien vindt de eigenaar het gewoon de natuur?! Hoe onnadenkend is deze opvatting echter. Weinig anders is het, als de nieuwe kat een poes is. Ze komt dan zwanger thuis en u als eigenaar zit ineens met 5 kittens. Uiteraard kun je ze zelf plaatsen in je kennissenkring of eventueel het asiel inschakelen. Maar helaas gebeurt het regelmatig dat er gewoon een doos met kittens voor het hek van het asiel staat of dat er ineens 5 nieuwe -nog vruchtbare- kittens in de populatie aanwezig zijn. Hoe dan ook, wij kunnen weer overnieuw met vangen beginnen.

    Veel werk.... over de inzet en de toewijding van mensen

    Natuurlijk doen wij deze projecten niet alleen. Mocht nou blijken dat de katten absoluut niet terug kunnen naar de oorspronkelijke plek, dan moet er naar een andere oplossing gezocht worden. De asielen zijn in dat geval slechts een tijdelijke oplossing, je kan daar niet 30 wilde katten permanent huisvesten... Voor deze gevallen wordt er dan ook samengewerkt met andere organisaties als bijvoorbeeld het Kattendorp te Harfsen.

    Verder krijgen wij hulp van fervente kattenliefhebbers die de dieren (bij)voeren en in de gaten houden hoeveel en welke katten er op zo'n locatie zitten. Deze vrijwilligers bellen bijvoorbeeld ook als de gezondheidstoestand van één van hun 'pleegkinderen' achteruit gaat.

    Ook jij kunt je steentje bijdragen! Hoe? De meest simpele manier is om je kat onvruchtbaar te laten maken. Dit voorkomt een heleboel dierenleed en onnodig volle asielen.

Marter

  • Ik heb overlast van een marter. Wat doen jullie hiertegen?

    Omdat de marter een beschermde status heeft, kunnen wij als dierenambulance niets doen met meldingen over overlast. Het enige dat we kunnen doen, is mensen adviseren. Er zijn diverse producten beschikbaar die helpen om marters uit je woning of uit je auto te weren, zoals een speciale spray of een geurblokje dat een, voor marters, onaangename geur afgeeft.

Vogel

  • Ik heb een nest vogels in mijn tuin of op mijn balkon. Dat wil ik niet. Komen jullie ze weghalen?

    Helaas kunnen wij je hiermee niet helpen. In Nederland zijn alle inheemse vogelsoorten beschermd. Dat betekent dat wettelijk is bepaald dat we nesten niet mogen verwijderen. Wacht tot de jonge vogels zijn uitgevlogen en verwijder daarna het nest.

  • Wat moet ik doen met een gevonden, jonge vogel?

    In het voorjaar worden er nesten gebouwd, worden de eerste eieren gelegd en komen deze na een bepaalde periode uit.

    Voor jonge vogels valt het echter niet mee om de eerste periode te overleven, er schuilt overal gevaar voor ze.

    Probeer maar eens een kat te ontwijken als je nog maar net kunt vliegen. Zelfs voor de ouders valt dit niet altijd mee en blijven de jongen als wezen achter.

    Jonge vogels gaan soms van de honger dood, soms door ziekte of doordat ze uit het nest zijn gevallen. Gelukkig zijn er veel mensen die een hulpeloos jong niet zomaar achterlaten, Zij geven zo'n kleintje een tweede kans door ze bij een vogelasiel langs te brengen of ze bellen de dierenambulance.

    Dit betekend voor het vogelhospitaal en de dierenambulance een zeer druke periode, Honderden jong vogels worden er aangeboden bij het hospitaal en bij de dierenambulance.

    Soms is men wel eens te enthousiast en worden er vogels gebracht die terplekke geholpen konden worden of waarbij de situatie verkeerd is ingeschat.

    Jonge merels en lijsters bijvoorbeeld hippen de eerste paar dagen nadat ze het nest hebben verlaten achter hun ouders aan terwijl deze eten zoeken. Ze kunnen nog nauwelijks vliegen maar worden door hun ouders in de gaten gehouden, Anderen kunnen eenvoudig geholpen worden door ze terug te plaatsen in het nest of op een andere hoge plaats in de buurt.

    Om te voorkomen dat er onnpodig jonge vogels bij hun ouders worden weggehaald, volgen hieronder enkele situaties waarin u een jonge vogel kunt aantreffen en hoe te handelen.

    • Uilen:
      Wat is er aan de hand: Uiltje zit naast de boom ( is uit de boom gevallen)
      Hoe te handelen: Laten zitten klimt er zelf weer in. Als het erg druk is (honden en/of kinderen) het uiltje terug in de boom zetten, zonodig met behulp van de dierenambulance.
    • Merels:
      Wat is er aan de hand?Jong zit in de tuin en hupt wat rond, ouders zitten in de buurt maar een kat loert er op. Jonge merels hebben een paar dagen nodig voordat ze zelfstandig weg kunnen vliegen, hippen in de tuin hoort bij het gedrag.
      Hoe te handelen: Zet het jong in een stuik of klimop zodat de kat er niet bij kan, blijf niet kijken hoe het gaat anders durven de ouders niet terug te komen.
    • Mezen:
      Wat is er aan de hand: een van de ouders is dood.
      Hoe te handelen: Niet mee bemoeien, vader of moeder voert gewoon door. Je kunt eventueel een bakje universeel voer in de buurt neerzetten.
      Wat is er aan de hand: Ouders vliegen met jongen uit en er blijven 1 of 2 achter.
      Hoe te handelen: Deze jongen zijn ziek of niet goed gegroeid, laten zitten, ook bij ons zijn deze dieren ten dode opgeschreven (dit is de natuur).
    • Kauwen/Gaaien:
      Wat is er aan de hand: Jong zit alleen op het gras/ in de tuin.
      Hoe te handelen: Ouders voeren de vogels. Is er een kat in de buurt, verplaat het jong naar een veilige plek in de tuin of park.
    • Eendjes:
      Wat is er aan de hand: Heel nest met moeder en pulletjes, moeder gaat weg en een paar pulletjes blijven achter.
      Hoe te handelen: Deze naar het water brengen naar moeder eend en haar andere jongen.
      Wat is er aan de hand: Moeder eend dood, vader doet niets
      Hoe te handelen: Eendjes naar het vogelhospitaal brengen.
      Wat is er aan de hand: Eendje alleen (Kuifeendje)
      Hoe te handelen: Laten zwemmen, moeder is ondergedoken, deze komt pas terug als de mensen weg zijn.
    • Scholekster / Meeuwen:
      Wat is er aan de hand: Jong ligt op de grond /in de tuin
      Hoe te handelen: Terug zetten op het dak, indien mogelijk.
      Wat is er aan de hand: Jong is gewond.
      Hoe te handelen: Naar het vogel hospitaal brengen.

    Voor vragen bel 023 - 5255302 (Vogelhospitaal) of dierenambulance 023 - 549 14 00

    Het komt vaak voor dat onze mensen echt de huid vol worden gescholden omdat een vogel niet wordt opgehaald of opgenomen. Dit schelden is een zeer onterechte reactie, bedenk dat op de dierenambulance en het vogelhospitaal mensen werken die het beste voor hebben met de dieren.