Degoes zijn nieuwsgierige en vriendelijke knaagdieren. Degoes hebben een bruingrijze, blauwe, witte of grijze vacht. Wist je dat degoes de dikte van hun vacht aanpassen aan de temperatuur? Slim hè!
Allereerst willen we je meegeven dat degoes niet per se geschikt zijn als huisdier. Ze zijn vriendelijk, maar niet gedomesticeerd, waardoor ze liever niet knuffelen. We zoeken echter wel geregeld een huisje voor degoes, omdat ze in onze opvang terecht komen.
We informeren je daarom graag over het gedrag van degoes, geven je verzorgingspunten en nog veel meer. Klik op het onderwerp waar je meer over wilt weten.
Degoes zijn echte groepsdieren en vinden het daarom erg eenzaam om alleen te leven. Degoes leven het liefst met meerdere maatjes. Bij de Dierenbescherming vinden we het daarom belangrijk dat degoes minimaal met zijn tweetjes geplaatst worden. Heb je al een degoe? Dan vind je bij ons vast een passend maatje. We helpen je graag met koppelen, voor een perfecte match.
Jazeker! De degoe is familie van de cavia en de chinchilla.
Degoes wonen van nature in grote groepen. Het zijn erg sociale dieren, ze zijn erg actief en klimmen en klauteren graag op rotsen. Ook graven ze uitgebreide gangenstelsels, waarin ze een wintervoorraad aanleggen. De degoe maakt net als de cavia piep- en gromgeluidjes om te communiceren.
Jazeker, dit kan. Zorg ervoor dat het verblijf ruim genoeg is, de mannetjes voldoende afstand van elkaar kunnen houden en er genoeg vrouwtjes zijn. Je kunt beter een mannetje met meerdere vrouwtjes samen zetten, dan een vrouwtje met meerdere mannetjes. Zorg er ook voor dat je geen broertjes en zusjes bij elkaar zet, dan kun je namelijk last krijgen van inteelt. Je kunt er ook voor kiezen om enkel vrouwtjes degoes te houden.
Degoes leven van nature buiten, dus als ze al vanaf de zomer buiten leven, kunnen ze de winter ook goed doorstaan. Zorg er wel voor dat je ze goed in de gaten houdt en in de koude maanden extra hooi en nestmateriaal geeft om in weg te kruipen. Je kunt degoes ook binnen houden. Let wel op dat je degoes nooit zomaar van buiten naar binnen verplaatst of andersom. Te grote temperatuurverschillen kunnen slecht uitpakken voor jouw degoes. Of ze nu binnen of buiten leven, zorg altijd dat ze met één of meerdere maatjes leven in een ruim verblijf waarin ze voldoende bewegingsvrijheid hebben, rechtop kunnen staan en kunnen klauteren. Degoes willen graag knagen, graven en rennen. Zorg daarom hoe dan ook voor een leefomgeving waarin ze lekker actief kunnen zijn. Plaats het verblijf niet in de directe zon om te voorkomen dat degoes last krijgen van hittestress.
Van nature zijn degoes planteneters en eten zij grassen, zaden en dorre plantendelen. Er is speciaal voer voor degoes verkrijgbaar. Geef je degoes ongeveer een tot twee theelepels droogvoer per degoe per dag en geef ze voldoende hooi.
Zorg dat er genoeg water voor je degoes beschikbaar is. Geef ze dit water in een glazen flesjes, want plastic flesjes kunnen ze kapot knagen.
Ga direct naar de dierenarts! Degoes horen gewoon goed te eten. Eten ze niet of nauwelijks? Dan hebben ze misschien pijn, last van stress of gebitsproblemen. Als je degoes meer beginnen te drinken of vaker plassen dan normaal, kan dit een aanwijzing zijn dat ze suikerziekte hebben. Bij een verkeerde voeding kunnen degoes last krijgen van diarree.
Degoes zijn echter knagers en moeten net als andere knaagdieren hun gebit veel gebruiken om te voorkomen dat hun voortanden te lang worden. Laat je degoes lekker op wilgenhout en takjes knagen. Geef je degoes nooit knaagstenen en likstenen. Hier zit teveel kalk in en kan ervoor zorgen dat je degoes blaasstenen krijgen.
Je kunt je degoes beter geen groenten en fruit geven, hier kunnen ze darmproblemen van krijgen. Pas ook op met andere snacks, degoes kunnen sneller te zwaar worden en zo suikerziekte krijgen. Voer met veel vet en oliën, bijvoorbeeld in de vorm van zonnebloempitten en pinda’s, is ook niet geschikt voor degoes. Tot slot, geef je degoes geen suikerhoudende producten, maar liever een stukje cracker of gedroogde boterham.
Degoes hebben een flinke grote glazen bak nodig. Groot genoeg voor degoes om flink rond te kunnen rennen en te kunnen klauteren en klimmen. Let erop dat je geen bak van kunststof of hout koopt. Je kunt er ook kiezen om een metalen kooi te kopen. Deze kooi kan wel een boel rommel geven als je degoes flink gaan graven en zo hooi buiten de kooi gooien.
De bodem van het verblijf kun je bedekken met een dikke laag stofvrije bodembedekking, bijvoorbeeld van hennep of beukensnippers. Als de bodembedekking niet stofvrij is, kunnen degoes een longontsteking ontwikkelen. Je kunt als bodembedekking ook hooi of stro gebruiken. Het is extra leuk voor degoes als je een bodem maakt van verschillend materiaal, want ze kunnen gebruiken om lekker in te graven.
Omdat degoes van klimmen en klauteren houden, is het belangrijk dat er in het verblijf genoeg obstakels liggen. Je kunt hiervoor bloempotten, stenen en taken gebruiken. In de kooi kun je een voerbakje plaatsen en aan de kooi kun je een glazen drinkflesje bevestigen. Let er op dat het voerbakje zo zwaar is zodat de degoes het niet kunnen omgooien.
Tot slot vinden degoes het ook fijn zich terug te trekken. Zorg per degoe voor een nestkastje waar ze kunnen slapen of rusten en leg voldoende nestmateriaal in het verblijf. Van wc-rolletjes, takjes en zakdoekjes kunnen ze zelf schuilplaatsen bouwen.
Degoes doen hun behoeften het liefst in een vaste hoek. Je kunt hier rekening mee houden door in de plashoek niet-stuivende, biologisch afbreekbare kattenbakkorrels of strokorrels te leggen. Let erop dat je geen klompvormende korrels gebruikt, deze kunnen verstopping veroorzaken als de degoe ze opeet.
Degoes houden van zandbadderen. Ze wassen dan viezigheid en overmatig vet uit hun vacht. Zorg ervoor dat je een lekker bad voor ze neer zet, bijvoorbeeld een zware bak van aardewerk gevuld met chinchillazand. Chinchillazand kun je bij de dierenspeciaalzaak kopen. Zorg hiernaast voor voldoende schuilplekjes en voldoende materiaal waarmee degoes kunnen bouwen.
Verblijven jouw degoes buiten? Zorg dan voor een water- en winddicht verblijf waar de degoes genoeg rond kunnen rennen en kunnen schuilen. Let erop dat het verblijf niet op de tocht staat en zorg in de zomer voor voldoende schaduw. Houd je degoes goed in de gaten en controleer regelmatig of het goed gaat. Geef ze in de koude maanden extra hooi en nestmateriaal om lekker in weg te kruipen.
Maak het verblijf tenminste eens in de week helemaal schoon en vervang hierbij de bodembedekking. Ververs het drinkwater dagelijks en vergeet niet wekelijks de drinkfles(sen) en voerbakjes schoon te maken. Zeef het zand in het zandbad voor de degoe dagelijks en zorg ervoor dat je dit wekelijks ververst.
Als je degoes aan je gezelschap zijn gewend, kun je ze voorzichtig met twee handen pakken. Dit doe je door een kommetje van je handen te maken en de degoe hierin te laten stappen of zelf de degoe op te scheppen. Let op: til een degoe nooit op aan de staart, de huid van de staart kan namelijk loslaten en groeit dan niet meer aan.
Degoes zijn niet zo aanhankelijke en tam als cavia’s en zijn daarom geen geschikt huisdier voor gezinnen met kinderen. In dat geval kun je beter kiezen voor een cavia of een konijn.
Zorg ervoor dat je degoes genoeg te knagen hebben, leg voldoende takjes en hooi in het verblijf neer. Als je degoes toch te lange tanden krijgen en niet meer goed kunnen eten, neem dan altijd contact op met de dierenarts!
Degoes worden tussen de 9 weken tot drie maanden vruchtbaar. Het is wel slim om te wachten met paren tot ze 5 tot 6 maanden zijn. Als de mannetjes en vrouwtjes samen leven, bepalen ze zelf wanneer te gaan paren. Anders kun je je degoe-vrouwtje in de kooi van het mannetje plaatsen en genoeg schuilmogelijkheden maken. Het kan slim zijn het mannetje na de eerste zwangerschap te castreren, zodat je niet per ongeluk een heleboel degoes krijgt.
Degoe-vrouwtjes zijn ongeveer 90 dagen zwanger. Let op: direct na het werpen van de jongen is het vrouwtje weer drachtig. Houd daar rekening mee!
Een degoe-vrouwtje krijgt tussen de 3 en 10 jongen. Degoes zien er direct na de geboorte als een kleine versie van hun ouders uit.
Een gezonde degoe:
Symptomen van een ziekte degoe zijn:
Zorg ervoor dat je degoes altijd voldoende en gezonde voeding krijgen, het water regelmatig wordt ververst en er genoeg hooi en takjes in het verblijf liggen. Met de juiste voeding verklein je de kans op suikerziekte en zorg je ervoor dat de tanden van je degoes niet te lang worden.
Degoes zijn heel gevoelig voor suikerziekte. Zorg ervoor dat je degoes genoeg vezels te eten krijgen en pas op met het geven van teveel ‘snacks’. Degoes kunnen ook last krijgen van oormijt. Dit herken je aan veel jeuk en haarverlies rondom de oren. Als je degoes niet meer eten, veel plassen of jeuken neem dan altijd contact op met je dierenarts!
