Muizen zijn kleine, actieve knaagdieren die snel contact maken met mensen, vrij tam kunnen worden en betrekkelijk eenvoudig te verzorgen zijn. Wist jij dat muizen ontzettend slim zijn? Je kunt muizen van alles leren en laten ontdekken. Leuk dat jij je verdiept in muizen.
Wil jij muizen aanschaffen of heb je al muizen, maar heb je daar een vraag over? We informeren je graag over het gedrag van muizen, geven je verzorgingspunten en nog veel meer. Klik op het onderwerp waar je meer over wilt weten.
Meer weten over de muizen die je bij ons hebt geadopteerd? Bel ons! 088 3437 112.
Muizen zijn erg beweeglijk en kunnen goed klimmen, springen en rennen. Net als veel andere knagers zijn muizen nachtdieren. Ze komen uit veiligheidsoverwegingen vooral in actie als het schemerig of donker is. Muizen brengen een groot deel van de dag slapend door, maar ook overdag kunnen ze af en toe actief zijn.
Er bestaan wel duizend soorten muizen! Veel he? Muizen kunnen zich heel goed aanpassen aan hun omgeving en daarom makkelijk op allerlei plekken leven. Zo bestaan er bosmuizen, huismuizen, sneeuwmuizen, veldmuizen en woestijnmuizen.
De kleurmuis is het meest voorkomende huisdier. Hij komt, zoals de naam al zegt, voor in tal van kleuren, kleurpatronen en haarvariëteiten. Wist jij dat er muizen bestaan die qua vacht lijken op een Siamese kat? Er bestaan zelfs muizen die een vacht hebben die lijkt op een Dalmatische hond. Het lichaam van de muis is ongeveer 6,5 tot 9,5 centimeter lang. Hij heeft een vrij spitse neus, grote ronde oren en een kale, zes tot tien centimeter lange staart. Kleurmuizen worden gemiddeld één tot twee jaar oud.
Muizen zijn echte groepsdieren en zijn daarom al snel eenzaam als ze alleen leven. Muizen leven het liefst met meerdere maatjes. Bij de Dierenbescherming vinden we het daarom belangrijk dat muizen minimaal met zijn tweetjes geplaatst worden.
Jazeker!
Muizen leven in de natuur in familiegroepen met een duidelijke rangorde. Met behulp van onder meer hun urine zetten muizen geursporen uit om hun territorium af te bakenen en routes uit te zetten waarlangs ze de weg kunnen vinden. Muizen communiceren met elkaar door middel van geur en geluid. Ze kunnen heel hoge, ultrasone geluidjes maken die voor mensenoren niet hoorbaar zijn.
Dit gaat vaak niet goed. Mannetjes kunnen meestal niet met andere mannetjes samenleven. Een gemengde groep met zowel mannetjes als vrouwtjes is ook geen goed idee: dat levert aan de lopende band jonge muisjes op. Je kunt dus beter kiezen voor meerdere muizen-vrouwtjes. Ook kun je niet zomaar alle muizen bij elkaar plaatsen, een vreemde muis wordt niet geaccepteerd. Je kunt het beste je muizen van jongs af aan met elkaar laten opgroeien.
Muizen leven binnen. Houd hun verblijf het liefst op kamertemperatuur en niet direct in de zon of naast de verwarming, dan wordt het al snel te warm. Ook is het verstandig het verblijf niet te dicht bij de televisie en geluidssprekers te zetten vanwege de ultrasound golven.
Muizen zijn echte alleseters. Ze eten vooral granen en zaden, maar eten hiernaast ook insecten. Er is speciaal muizen voer te koop, ook kun je kiezen voor speciaal voer voor kleine knagers. Hiernaast kan je je muizen trakteren op wat groenvoer, fruit en wat muesli of vogelzaad.
Muizen drinken redelijk veel en moeten altijd beschikking hebben over vers drinkwater. Geef je muizen dit bij voorkeur in een glazen drinkflesje. Mocht je wel voor een plastic flesje kiezen, zorg er dan voor dat je dit buiten de kooi hangt zodat er niet aan geknaagd kan worden.
Ga direct naar de dierenarts! Muizen horen gewoon goed te eten. Eten ze niet of nauwelijks? Of kwijlen ze en kunnen ze hun bek niet meer dicht doen? Dan hebben ze misschien pijn, last van stress of gebitsproblemen.
Je kunt in het verblijf wilgentakken en harde hondenkoeken leggen. Speciale knagersnacks zijn al snel te groot voor een muis en daarom niet geschikt.
Let er op dat het groot genoeg is voor je muizen om lekker rond te kunnen lopen. Hoe meer muizen je hebt, hoe groter het verblijf moet zijn.
Je kunt je muizen het beste houden in een grote glazen of plastic bak. Denk hierbij aan een aquarium of terrarium. Zorg ervoor dat het verblijf is afgedekt met een deksel van fijnmazig gaas, want muizen kunnen goed en hoog springen. En je wilt natuurlijk niet dat je muizen per ongeluk ontsnappen. Een traliekooi is daarom ook niet geschikt voor muizen. Ze kunnen heel makkelijk langs de tralies glippen.
Breng op de bodem van het verblijf een dikke laag absorberende bodemdekking aan. Zaagsel is niet geschikt, maar bodemdekking op basis van hennep of mais of biologisch afbreekbare kattenbakkorrels wel. Je kunt ook kartonnen doosjes uit elkaar halen en dit op de bodem van de bak leggen.
Muizen doen hun behoefte door het hele verblijf en verspreiden hierbij een typische geur. Dit hoort bij de muis, op deze manier voorzien ze hun omgeving van een eigen geurtje.
Muizen houden er van om flink te bewegen. Zorg ervoor dat je in verblijf tunnels en trapjes neerzettenen klimbouwen ophangt. Muizen worden ook erg blij van een loopwiel. Kies hierbij wel voor een ruim rad met een dicht loopoppervlak en zonder spaken om te zorgen dat de staart van de muis niet klem kan komen te zitten.
Ook vinden muizen het fijn om zich te verschuilen. Zorg daarom voor voldoende schuilplekken, bijvoorbeeld knaagdierenhuisjes of vogelnestkastjes. Vul deze met papiersnippers of een flinke pluk hooi en je muizen kunnen zich fijn terugtrekken.
Leg regelmatig iets nieuws in het verblijf om je muizen uit te dagen. Denk hierbij aan wc-rolletjes, lege doosjes of ander speelgoed. Wissel hier in af zodat de muis kan blijven ontdekken.
Maak het verblijf wekelijks schoon, maar niet te grondig. Muizen vinden het namelijk fijn als hun verblijf vertrouwd blijft ruiken. Als je te vaak en te grondig poetst, gaan muizen alleen maar meer plassen. Zorg er dus voor dat je met het schoonmaken altijd een klein deel van het oude bodemmateriaal of nestmateriaal laat liggen.
Ververs elke dag het water en haal eventuele voedselresten weg. Bij de wekelijkse schoonmaakbeurt maak je meteen de drinkfles en het voerbakje schoon. Vergeet hierbij niet de tuit van het flesje, hierin kunnen bacteriën gaan groeien en dat willen we natuurlijk niet.
Muizen zijn erg klein en kwetsbaar. Daarom is niet verstandig om ze veel op te pakken of overal mee naar toe te nemen. Pak de muis nooit aan het einde van zijn staart op, dit is heel pijnlijk voor het dier. Mocht je de muis toch willen oppakken, dan kan je hem het beste met beide handen oppakken en vasthouden. Zorg daarbij dat je je ene hand onder en je andere hand iets over de muis houdt. Ook kun je de muis in een plastic bakje laten lopen en dit optillen. Houd er wel rekening mee dat de muis hieruit kan springen.
Muizen zijn geen knuffeldieren, maar vooral kijkdiertjes. Het kan daarom verstandig zijn om een ander huisdier te kiezen, zoals een konijn of cavia, waarmee kinderen wel kunnen knuffelen.
Als muizen te lange of scherpe nagels krijgen kunnen ze zichzelf tijdens poetsbeurten pijn doen. Om de nageltjes te laten slijten kan je een (bak)steen in het muizenverblijf neerleggen waar de muizen overheen moeten lopen. Zo worden de nagelpuntjes ingekort en kan de muis zichzelf geen pijn meer doen.
Muizen zijn heel snel vruchtbaar, al vanaf vier tot vijf weken kunnen ze zich voortplanten.
De draagtijd van muizen is rond de 21 dagen.
Het nest bestaat meestal uit twee tot veertien jongen, maar het kunnen er zo meer zijn. Het kan dus zomaar zijn dat je ineens een hele berg jonge muisjes in je huis hebt rondlopen. Dit is iets om goed op te letten. Het is daarom handig om snel na de geboorte de broertjes en zusjes van elkaar te scheiden. Zo zorg je niet per ongeluk voor nog een nestje.
Een gezonde muis is:
Als je muis veel aan het jeuken en krabben is en er kale plekken of wondjes opstaan zijn er vaak parasieten in het spel, zoals mijten of luizen. Let ook op knobbeltjes op de staart en oren van de muis. Deze kunnen wijzen op schurftmijt.
Muizen hebben ook snel last van hun gevoelige luchtwegen. Door kou, tocht en vocht kunnen ze kou vatten en last krijgen van een luchtweginfectie. De muis maakt dan piepende, hikkende of sniffende geluiden bij het ademhalen.
Tot slot komen er soms gebitsproblemen voor bij muizen. De tanden of kiezen sluiten dan niet goed op elkaar aan en kunnen niet slijten tijdens het knagen. Hierdoor worden ze te lang en gaan ze schreef groeien. De muis kan hierdoor nauwelijks meer eten, gaat kwijlen en valt af.
Symptomen van een ziekte muis zijn:
Zorg ervoor dat je muizen altijd voldoende en gezonde voeding krijgen, het water regelmatig wordt ververst en er genoeg bodembedekking in het verblijf ligt. Controleer de vacht en tanden van de muis regelmatig en wees alert als je muis begint te kwijlen.
Muizen kunnen last krijgen van huidirritaties en luchtwegproblemen. Huidirritaties kunnen aangepakt worden door de parasieten te verwijderen. De overgevoeligheid van de huid blijft helaas vaak bestaan. Ook zijn muizen gevoelig voor kwaadaardige tumoren die snel erg groot kunnen worden. Als je muizen niet meer eten, kwijlen of jeuken neem dan altijd contact op met je dierenarts!
Jaarlijks vangt het Knaagspoor bijna 1000 gedumpte en afgedankte dieren op. Zieke en verwaarloosde dieren worden bij binnenkomst medisch onderzocht en zo nodig geholpen. Daarnaast geven we de dieren de verzorging en aandacht die ze nodig hebben, tot ze weer een nieuw baasje vinden.
