Vleesveehouderij

Oplossingen voor de vleesveehouderij

De Dierenbescherming wil het standaard gebruik van de keizersnede in de vleesveehouderij terugdringen. Daarnaast pleit zij voor zoveel mogelijk weidegang en winterstalling met voldoende ruimte en een zachte ligbedding, wat zeer belangrijk is voor het welzijn van de dieren.

Over het Deltaplan Veehouderij

De veehouderij heeft al jaren te maken met crises en structurele problemen. Bij iedere crisis klinkt de roep om echte oplossingen. Toch worden er vaak vooral brandjes geblust en blijven onderliggende oorzaken bestaan. Daarom presenteert de Dierenbescherming het Deltaplan Veehouderij. Goed voor mensen. Goed voor dieren.

Het rund

Een rund is een herkauwer dat in kuddes leeft. De dieren grazen, herkauwen en rusten zoveel mogelijk tegelijk met kuddegenoten. De koe krijgt rond haar 2e levensjaar een kalfje. Het spenen vindt in de natuur plaats als de kalveren 6 tot 10 maanden oud zijn. De koe geeft van nature alleen melk in de periode dat ze een kalf heeft. Een rund heeft van nature hoorns om zich te kunnen verdedigen.

De vleesveehouderij

Rundvlees van de melkveehouderij
Ongeveer 60% van de Nederlandse rundvleesproductie komt van uitgemolken koeien uit de melkveehouderij. Als ze afgedankt worden als melkkoe gaan ze direct naar het slachthuis, of worden ze nog enige tijd vetgemest. Het vlees van deze dieren is vooral bestemd voor producten als gehakt en tartaar.

Rundvlees van vleesvee
In Nederland komt 40% van het rundvlees van speciale vleesveehouderijen. In ons land worden zo’n 250.000 vleesrunderen gehouden. Zoogkoeien zijn koeien van een vleesras die kalfjes krijgen voor de vleesproductie. Die kalfjes mogen minstens 3, maar meestal 6 tot 8 maanden, bij hun moeder blijven. Vleesstieren zijn mannelijke runderen die vanaf 8 tot 12 maanden in een stal worden gehouden.

Welzijnsproblemen

Dikbilrassen
Het duurdere, onbewerkte rundvlees, zoals biefstuk, komt vaak van speciaal voor de vleesproductie gefokte rundveerassen met een hoge ‘bevleesdheid’. Sommige van deze rassen, zoals Belgisch Blauw en Verbeterd Roodbont, hebben het zogenaamde ‘dikbilgen’. Normaal wordt spiergroei geremd door een stofje dat myostatine heet, maar bij deze rassen is dat niet het geval. Hierdoor zijn deze dieren overdreven gespierd, wat kan leiden tot kreupelheid maar ook hart- en longproblemen.



Belgisch blauwe runderen.
Door de lichaamsbouw van dikbilrassen kunnen de kalveren vaak niet langs de natuurlijke weg geboren worden, maar komen met een keizersnede ter wereld. Dit gebeurt bij sommige koeien wel vier keer in hun leven. De keizersnede is een ingrijpende en pijnlijke operatie die voor noodgevallen is bedoeld en niet om vrijwel standaard toe te passen.

Huisvesting
Als het weer het toelaat lopen de zoogkoeien met hun kalveren buiten in de wei. In landen als Nederland, Ierland en Frankrijk staan ze gedurende de winterperiode 4 tot 6 maanden op stal. Die stallen bieden lang niet altijd voldoende ruimte en een dichte, ingestrooide ligruimte per rund. Zo staan veel vleesrunderen in Ierland ’s winters binnen op een betonnen roostervloer. Dit is oncomfortabel, slecht voor hun klauwen en poten en kan leiden tot afwijkend liggedrag en verwondingen.

Intensieve vleesstierenhouderij
Omdat stieren vaak moeilijk te hanteren zijn, worden ze of vanaf een leeftijd van 8 tot 12 maanden (de leeftijd dat ze geslachtsrijp worden) permanent binnen gehouden of op jonge leeftijd gecastreerd. In de intensieve vleesstierenhouderij worden de dieren binnen vaak in hokken op een harde roostervloer gehouden. Naast onvoldoende ruimte per dier, hebben ze veel klauw- en pootproblemen en krijgen ze meestal een dieet met te weinig langvezelig ruwvoer. Het welzijnsniveau in de intensieve vleesstierenhouderij is daardoor dikwijls onder de maat.

Vleesstieren op een roostervloer.

Soms worden stieren op jonge leeftijd gecastreerd. Dit gebeurt in de regel onverdoofd. De Dierenbescherming vindt dat dit onder verdoving en met pijnbestrijding achteraf moet gebeuren. De stieren worden op een leeftijd van 1 tot 3 jaar geslacht.

Wat wil en doet de Dierenbescherming?

De Dierenbescherming heeft er ernstig bezwaar tegen dat de meeste kalveren van de dikbilrassen Belgisch Blauwe en Verbeterd Roodbont niet langs natuurlijke weg, maar met de keizersnede ter wereld komen. De Dierenbescherming wil het standaard gebruik van de keizersnede in de vleesveehouderij terugdringen. Daarnaast pleit zij voor zoveel mogelijk weidegang en winterstalling met voldoende ruimte en een zachte ligbedding, wat zeer belangrijk is voor het welzijn van de dieren.

Voor runderen gehouden onder het Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming en in de biologische veehouderij gelden eisen en controles die garanderen dat de dieren een flink aantal dagen weidegang krijgen, de kalfjes minimaal drie tot zes maanden bij hun moeder zogen, de runderen in de stal een redelijke minimumoppervlakte en een dicht vloerdeel met zacht ligbed hebben. Dikbilrassen zijn niet toegestaan, zodat de keizersnede geen standaardpraktijk is. Op deze bedrijven vindt onthoornen en castreren – als dit al gebeurt – plaats onder verdoving en met pijnbestrijding achteraf.

Wat kun je zelf doen?

Als je rundvlees eet, kies dan voor rundvlees met het Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming of kies biologisch rundvlees met het bio-keurmerk. Kies voor minimaal 1 ster Beter Leven, maar het liefst natuurlijk voor 3 sterren.