Ruim 56% van de huishoudens in Nederland heeft één of meer huisdieren. Dat betekent dat er miljoenen honden, katten, knaagdieren, vogels en andere dieren als gezelschapsdier worden gehouden. Goede verzorging start met het vinden van een dier dat bij je past.
Wel of geen dier? De voorbereiding
De Dierenbescherming vindt dat lang niet alle dieren geschikt zijn als huisdier. Op de huis- en hobbydierenlijst staan de zoogdieren die je als huisdier mag houden. We vinden ook dat je vóórdat je een dier in huis neemt, goed moet nadenken of je geld hebt voor bijvoorbeeld de dierenarts, medische kosten en voer. Laat je dus niet verleiden als je een schattig nestje kittens of pups ziet, voordat je je goed verdiept hebt in wat het inhoudt om een dier te verzorgen.
Realiseer je dat een huisdier tijd kost. Een hond moet je uitlaten, met een kat moet je regelmatig spelen. En bedenk dat sommige dieren liever niet in hun eentje bij je wonen. Konijnen hebben bijvoorbeeld altijd een maatje nodig, anders vereenzamen ze. Ga ook niet blind af op het uiterlijk van een dier, of een bepaald ras. Het is belangrijk dat een dier bij jou, je woonsituatie en je leefstijl past.
Wil jouw kind graag een huisdier en ziet het hele gezin dat zitten? Kijk dan goed welke zorgtaken jouw kind waarschijnlijk aankan. De verantwoordelijkheid ligt uiteindelijk altijd bij de ouders. In het omgaan met dieren en bij de verzorging moeten de ouders hun kind echt ‘bij de hand nemen’. De leeftijd van een kind bepaalt voor een groot deel in hoeverre een kind zelfstandig met het dier kan omgaan.
- Leestip: Kinderen en dieren, echte liefde?