58 katten uit zwaar vervuilde woning gehaald

Bij binnenkomst sloeg de stank de LID-inspecteur en agent al op de keel. Dier en mens leefden daarbinnen in erbarmelijke omstandigheden. De katten zaten over drie kamers verspreid in een poging voortplanting tegen te gaan. Tevergeefs zoals bleek. De vloeren lagen bezaaid met uitwerpselen en urine, eten en drinken werd daartussen neergezet. Niet toereikend, want er waren magere katten bij. Toen ze vers eten en drinken aangeboden kregen zijn de dieren twee keer een kwartier aaneengesloten bezig geweest om het om beurten te verorberen. Ze hadden duidelijk honger en dorst.

Te mager en slecht verzorgd
Om de gezondheid van de dieren beter in kaart te brengen is er een dierenarts bijgehaald. Deze constateerde onder andere dat ongeveer de helft van de katten te mager was. De vacht van bijna alle langharige katten was slecht verzorgd en de aanwezige kittens te klein waren. Dit waarschijnlijk vanwege te weinig of slechte voeding. Ook bleek dat veel katten niet gesocialiseerd waren. Naast al de katten bleken er ook nog een hond en een vogel te wonen. De hond had pijn aan z'n oren en huidproblemen. De vogel zag er gezond uit, maar de kooi was smerig.
Katten in bewaring genomen
Na overleg met de overheidsdienst RVO* is besloten alle 58 katten direct uit de woning te halen. De dieren zijn ondergebracht op opvangadressen waar ze de komende tijd verblijven en verzorgd worden. Daarnaast moet de eigenaar binnen een week met de hond naar de dierenarts voor behandeling van de oren en huid. De vogel mag blijven, maar dan moet de kooi wel schoongemaakt en schoon gehouden worden. Controle hierop volgt. De woningbouwvereniging en de gemeente nemen de woning onder handen en via politie wordt hulp voor de bewoner gezocht. Door LID en politie is samen proces-verbaal opgemaakt. Een verzoek voor een houdverbod voor katten is daar onderdeel van.
*De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) ziet, in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), toe op naleving van de Wet Dieren. Bij constatering van overtredingen kan deze dienst onder bestuursdwang maatregelen opleggen om de situatie van de dieren te verbeteren en/of de dieren in bewaring te laten nemen. Het Openbaar Ministerie bepaalt in iedere zaak of de betrokkene een strafbeschikking krijgt – vaak een boete – of dat de zaak voor de rechter zal worden gebracht.