Aangelijnde torenvalk op schuurdeur in Geleen
De Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) trof bij particulieren in Geleen een torenvalk aan die onder zeer slechte omstandigheden werd gehouden. De inspectiedienst ontdekte de roofvogel enkele maanden geleden voor het eerst. Het dier zat toen zeer kort aangelijnd aan een klein houten spitshuis aan de achterkant van het appartement en beschikte niet over water.

Na meerdere bestuurlijke waarschuwingen trof de LID de roofvogel onlangs op dezelfde manier aan, maar deze keer op een schuurdeur. In overleg met de rijksdienst RVO heeft de inspecteur het dier in bewaring genomen. De eigenares heeft daarop afstand gedaan van de torenvalk, waardoor deze snel herplaatst kan worden.
Leefruimte
Torenvalken mogen niet aangelijnd gehouden worden en dienen te beschikken over voldoende leefruimte waar ze vrij in kunnen bewegen: een volière van minstens twaalf kubieke meter met een hoogte van minstens tweeëneenhalve meter. Omdat veel roofvogels –en ook torenvalken- op de lijst van beschermde diersoorten staan, dient de eigenaar over een speciaal CITES-document voor het dier te beschikken.