De jacht verklaren, maar niet legitimeren

Door: Femmie Smit Programmamanager In het Wild Levende Dieren

Hedendaagse mores veranderd
Laten we het erop houden dat niets menselijks ook de professor vreemd is. Daarom mag hij betogen dat iedere oproep om niet te jagen in zekere zin tegenmenselijk is. Maar wat nu als dat menselijk gedrag niet langer binnen de hedendaagse mores valt en als datgene wat gisteren als ‘menselijk’ werd gezien vandaag als ‘beestachtig’ wordt betiteld? Niet alles wat mensen doen, is menselijk en meteen legitiem, toch?

Liever zelf niet jagen of slachten
Maar eigenlijk willen wij hier juist het tegenovergestelde betogen, namelijk dat juist jagen in zekere zin tegenmenselijk is. Immers, zodra er alternatieven voorhanden waren, hoe ‘onnatuurlijk’ en vaak ook verwerpelijk deze ook in feite zijn, stopten we ermee. Gingen we in de oertijd uit noodzaak op jacht, nu gaat het om slechts een minuscuul deel van de overwegend mannelijke bevolking. Kan je daaruit niet concluderen dat alleen diegenen zijn blijven jagen die weinig gevoel hebben voor dieren? En dat, hoe hypocriet het ook is, de meeste mensen ervoor kiezen om het leed dat zij dieren aan moeten doen tijdens de jacht (of slacht), liever vermijden? Volgens dierenbeschermers is het natuurlijk gedrag van mensen in de basis juist dieren liefhebben. Daar past jacht niet in.
Hobbyjacht acceptabel?
Dat mensen wilde dieren liefhebben, zelfs bij overlast, blijkt ook uit de wens om bij conflicten dieren te willen verjagen, in plaats van de bejagen en het feit dat het merendeel jagen voor hobby of consumptie juist niet acceptabel vindt. 92% en 74% respectievelijk, zo blijkt uit het onderzoek van Blauw research waarin hier heel direct naar gevraagd is. Dit in tegenstelling tot de vraag in het onderzoek van Zest Marketing voor de Jagersvereniging: “Duurzame benutting van de natuur voor consumptie vindt plaats bij honing, kastanjes, fruit, groenten, paddenstoelen en vis. Vindt u dat wild ook duurzaam mag worden benut?”. Daarop antwoord inderdaad 61% daarop ja. Maar een feit is blijkbaar ook dat men dit alleen acceptabel vindt als het dieren betreft die in het kader van schadebestrijding en beheer worden geschoten.
Bedreigde diersoorten
Dat de hoogleraar in het stuk stelt dat er van alles valt af te dingen op enkele morele legitimaties van de jacht en zelfs kort rept over wantrouwen en aansluitende studies die de jacht verbinden met lustgevoel en zelfs sadisme klinkt ons dan ook veel logischer in de oren. Jagers sadisten noemen gaat ons nou weer net een brug te ver, maar het is ontegenzeggelijk een feit dat enkele soorten die in Nederland vogelvrij zijn verklaard, hard op weg zijn om een ernstige bedreigde soort te worden. Neem de wilde eend. De vogel mag vrij bejaagd worden in het seizoen, puur voor het gerief van de schutter. Niet omdat het beestje schade veroorzaakt, een gevaar voor de volksgezondheid is of de verkeersveiligheid in gevaar brengt, maar louter omdat een kleine groep Nederlanders de vogel wil kunnen 'oogsten'. Zonder belemmering, net zoals dat in Nederland ook kan met nog vier andere soorten op de zogeheten ‘wildlijst’: de houtduif, het konijn, de fazant en de haas.

Definitie van 'menselijk'
Betogen dat het 'menselijk' is om op dieren te jagen waar het aantoonbaar slecht mee gaat voelt heel raar. Is het een argument? Nee, het is hooguit een verklaring voor het feit dat de mens in staat is om hele domme dingen te doen; zijn eigen leefomgeving en alles wat daarin leeft gestaag vernietigen bijvoorbeeld. Is dat ‘menselijk’? Het is een verklaring, ja, maar een legitimering mag het nooit zijn. Misschien was uiteindelijk de kop boven het stuk in Trouw wat ongelukkig gekozen. 'Jacht: omstreden, maar uiterst menselijk'. Hierdoor frame je iets wat ter discussie staat toch echt als ‘humaan’, als ‘goed voor de medemens’. Dát is namelijk de ware betekenis van menselijk. Die moet je niet in een context plaatsen waar hij niet thuishoort.