Europese Commissie wil met Green Deal dierenwelzijn steviger op de kaart zetten

Gelukkig zien zij in beide strategieën tekenen die erop duiden dat de Europese Commissie zowel in het natuur- als in het landbouwbeleid het dierenwelzijn niet vergeet en wil verbeteren. De vraag is nog wel hoe deze strategieën vertaald gaan worden in concrete acties, die nodig zijn voor echte verandering. Het Europees Parlement en de Europese Raad van ministers uit de EU-lidstaten zullen met de voorstellen en de uitwerking daarvan ook moeten instemmen.
In het wild levende dieren
De biodiversiteitsstrategie, getiteld ‘Bringing nature back into our lives’, heeft effect op in het wild levende dieren. De strategie is gericht op een sterk natuurbeleid en het behouden en waar nodig beter uitvoeren van de huidige vogel- en habitatrichtlijnen. Verder zegt de Europese Commissie mondiale inspanningen te willen ondersteunen die erop gericht zijn om natuurlijke ecosystemen beter te beschermen en handel en consumptie in wilde dieren te beperken. Ook wil de Commissie dat minimaal 30% van zowel het land- als het zeegebied in de EU wettelijk beschermd gaat worden. Voorts kondigt de Commissie aan dat het Actieplan tegen illegale handel in wilde dieren in 2021 zal worden herzien. Dit zijn stappen in de goede richting, maar daarnaast blijft de behoefte bestaan aan een positieflijst van dieren die wel verhandeld mogen worden, om ook de legale handel in dieren te reguleren.
Veehouderij
De Voedselstrategie getiteld ‘Farm-to-Forkstrategy’ gaat over ons voedselsysteem, waaronder de veehouderij. De plannen van de Commissie sluiten over het algemeen aan bij de toekomstvisie van de Dierenbescherming, die vorige week werd gepresenteerd in de vorm van het Deltaplan Veehouderij. Zo wil de Commissie bestaande dierenwelzijnswetgeving herzien en uitbreiden, zodat de huidige welzijnsnormen verhoogd kunnen worden. Dit biedt kansen voor betere wetgeving rondom transport en het doden van dieren, maar ook voor betere richtlijnen voor het houden van dieren. Hopelijk gaat dit bijdragen aan het uitfaseren van kooisystemen voor alle dieren. Ook wordt er gesproken over wetgeving voor de aquacultuursector, wat een kans biedt om voor het eerst soortspecifieke richtlijnen voor het kweken van vissen voor voedsel op te stellen. Verder wil de Commissie dat minstens 25% (t.o.v. 10% nu) van alle landbouwgrond in de EU in 2030 gebruikt wordt voor biologische landbouw, wat bijdraagt aan het behalen van de biodiversiteitsdoelstellingen.

Ook de eiwittransitie, de verschuiving van dierlijk naar meer plantaardig voedsel, is onderdeel van de strategie. De Commissie erkent dat een plantaardiger dieet en minder vleesconsumptie goed zijn voor o.a. gezondheid en milieu. In dat kader zal de steun die de EU geeft ter promotie van bepaalde producten worden herzien, zodat deze bijdraagt aan duurzame productie en consumptie.
Vervolgstappen
Beide strategieën zullen verder worden uitgewerkt en worden later dit jaar aan het Europees Parlement en de Europese Raad van Ministers uit de EU-lidstaten voorgelegd. Hierbij is een goede afstemming tussen de twee strategieën van groot belang, want bijvoorbeeld de verschuiving naar meer biologische landbouw heeft zowel raakvlakken met de veehouderij als met biodiversiteit. Er is, zoals ook in het Deltaplan Veehouderij wordt benoemd, een systeemverandering nodig om tot een duurzaam voedselsysteem en een florerende natuur te komen. Deze twee strategieën zijn daarvoor een stap in de goede richting.
Het hierboven genoemde klinkt wellicht allemaal nog vaag en bureaucratisch, maar het zou toch mooi zijn als de biodiversiteitsstrategie tot herstel en uitbreiding van de natuur in Europa leidt en als de Voedselstrategie een enorme impuls geeft aan het milieu- en diervriendelijker maken van de landbouw.