Opvang en liefde voor kittens
Om de kittens de zorg te geven die ze nodig hebben, vangt de Dierenbescherming ze niet op in het asiel, maar worden ze bij onze gastgezinnen ondergebracht. Brechje van Otterdijk is er één van.

Tijdens de zomermaanden komen er traditiegetrouw meer afgedankte, verwaarloosde en verdwaalde dieren in onze asielen terecht. Vooral de duizenden kittens zorgen voor een piek. Gelukkig vinden we vrijwel altijd snel een thuis voor de jonge katjes, al gaat daar wel een intensieve periode aan vooraf.
Socialisatie dankzij een fijne thuissituatie
Bij gastgezinnen kunnen jonge katjes in alle rust wennen aan huiselijke en menselijke prikkels. Via het dierenasiel wordt vervolgens een baasje voor ze gezocht en krijgen ze een goede start in het leven. Brechje vangt sinds zes jaar kittens op voor dierenopvangcentrum De Doornakker in Eindhoven. “Ik collecteerde al jaren voor de Dierenbescherming. Als kind liep ik zelfs mee met mijn moeder,” vertelt ze. “Toen zij als gastouder kleine katjes in huis nam die extra zorg nodig hadden, wilde ik dat ook. Nu heb ik er, naast mijn eigen drie katten, zo’n elf maanden per jaar een aantal kittens bij. Het is veel werk, maar ik krijg er veel mooie momenten voor terug.”

Levendige katjes
Brechje: “Ik werd gebeld door het asiel in Eindhoven. Er was een hoogzwangere poes binnengebracht, of ik haar wilde opvangen. Nog diezelfde middag heb ik Lilly opgehaald en mee naar huis genomen. Zes dagen later beviel ze van vier kittens. Helaas zijn de eerste twee binnen enkele dagen overleden.” Naar eigen zeggen wist Brechje meteen dat er iets mis was met ze: “Ze waren heel klein, wilden niet drinken en Lilly maakte ze ook niet schoon.” In de anderhalf uur daarna werden Lentil en Lemon geboren. Zij deden het wel meteen goed en zijn inmiddels uitgegroeid tot twee levendige, beweeglijke katjes.

Ontzettend trots
Meestal openen kittens hun oogjes tussen de acht en twaalf dagen, maar Lemon en Lentil deden dat na drie dagen al. “Op een gegeven moment probeerden ze een beetje te lopen, de oortjes gingen open en wat ik ook heel leuk vond was dat ze me begonnen te herkennen,” glimlacht Brechje. “Dat ik de kamer binnenwandelde en ze meteen naar me toekwamen. Ik heb in al die jaren meer dan 100 moederpoezen en kittens opgevangen en zien opgroeien, maar vervelen doet het nooit. Als de kleintjes voor het eerst een brokje eten, of op de kattenbak gaan, ben ik elke keer weer hartstikke trots.”
Mijn taak zit erop
“Of ik het moeilijk vind om straks weer afscheid van de kittens te nemen? Ja en nee,” erkent ze. “Je stelt je er natuurlijk op in, je weet dat ze niet blijven. Wat het ook makkelijker maakt, is dat ik weet waar ze naartoe gaan. Ik ontmoet alle mensen die een kitten of moederpoes willen adopteren. En als ik merk dat er geen match is, dan wordt ‘m dat ook niet. Niemand heeft er baat bij als mens en dier niet bij elkaar passen. Omgekeerd weet ik dus dat ze altijd goed terechtkomen. En zodra ze dan naar hun nieuwe thuis gaan, zit mijn taak erop. Ze gaan een mooi leven tegemoet, en dat is zoals het moet zijn.”
De Dierenbescherming vangt iedere zomer ruim 3.000 kittens op.