Provincies en natuurorganisaties: “Juist in tijden van economische wederopbouw investeren in natuur”

De natuur geeft ons alles wat we nodig hebben: grondstoffen, schoon water, een vruchtbare bodem, verkoeling, droge voeten en ontspanning. Maar de biodiversiteit gaat hard achteruit en dat brengt ook risico’s mee voor de samenleving. Er zijn weliswaar goede voorbeelden in Nederland van succesvolle projecten, maar het blijft lastig om met de gezamenlijke inspanningen van provincies en partners onze natuurdoelen te halen. Er is meer inspanning nodig om de natuur goed te beschermen. Dat is de gezamenlijke conclusie van natuurorganisaties en provincies op basis van het vandaag verschenen rapport “Decentraal natuurbeleid onder de Wet natuurbescherming” van de gezamenlijke natuurorganisaties.
Provincies en natuurorganisaties: “Juist in tijden van economische wederopbouw investeren in natuur”



De natuurorganisaties Vogelbescherming Nederland, Natuurmonumenten, de Natuur en Milieufederaties, de Waddenvereniging, SoortenNL en Dierenbescherming hebben Legal Advice for Nature en Bureau Ulucus gevraagd om in kaart te brengen hoe de provincies hun taken en bevoegdheden uitvoeren voor het natuur- en landschapsbeleid sinds de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming op 1 januari 2017. Het onderzoek geeft een beeld van de natuurambities in provinciale visies en beschrijft de inzet van de provincies op zeven natuurbeleidsthema’s. Het onderzoek is gebaseerd op geldende wetgeving en openbare beleidsstukken tot vóór het afsluiten van de nieuwe coalitieakkoorden uit 2019. De bevindingen geven een divers beeld en reden tot zorg: met de huidige inzet worden natuurdoelen niet gehaald.

Natuurinclusief: Samenleven mét wilde dieren

Hoewel de intenties zijn om natuurinclusiever te leven, ziet de Dierenbescherming dit nog lang niet overal terug. Het gemak waarmee dieren in sommige provincies op provinciale vrijstellingslijsten terecht komen is zorgelijk. Eenmaal op zo’n lijst met de vrijstelling om te doden is het voor grondeigenaren heel gemakkelijk om dat toe te passen. Vaak is dit zonder de voorwaarde om eerst te zoeken naar een oplossing waarmee zowel mens als dier naast elkaar kunnen leven. Uit het rapport blijkt dat zelfs soorten die landelijk hard achteruit gaan in aantal op deze lijst terecht kunnen komen. Neem bijvoorbeeld de roek in de provincies Overijssel en Friesland. In Overijssel doodde men in 2017 dankzij de vrijstelling 1423 dieren op landbouwgronden. Inmiddels heeft daar de politiek dit dier gelukkig weer in bescherming genomen. Friesland daarentegen geeft geheel geen inzicht over afschotcijfers en heeft het dier nog steeds niet beschermd. “Dieren vrijstellen van bescherming, en dus min of meer vogelvrij verklaren, druist in tegen datgene waar we met zijn allen zo hard aan zouden moeten werken, namelijk de natuur en de dieren die daarin leven de ruimte geven om te herstellen.”, vindt de Dierenbescherming. De natuurorganisaties roepen de Provincies op om het behoud en herstel van natuur en biodiversiteit daadkrachtiger aan te pakken. Het Rijk heeft een grote bijdrage te leveren door de juiste randvoorwaarden te scheppen, waaronder een natuurinclusievere economie en samenleving.


Nederland Natuurpositief

De provincies reageren op het rapport en wijzen op de forse extra inzet die diverse provincies samen met het rijk op natuur doen na de provinciale verkiezingen van 2019. Die inzet heeft inmiddels het breed gedragen Nederland Natuurpositief opgeleverd en voorbereidingen voor een breed Programma Natuur zijn ingezet. Ook constateren provincies dat het rapport waardevolle aanbevelingen bevat. De provincies zien bovendien een grote druk op het gebruik van de publieke ruimte. “Als we willen vasthouden aan de landelijke natuurdoelen, en dat willen we, dan vraagt dat om inzet van alle betrokken actoren. Gezamenlijk wordt er gewerkt aan een natuurinclusievere samenleving. Nederland staat voor grote opgaven. Natuurbescherming, zoveel mogelijk economisch perspectief voor alle sectoren, opbouw na de coronacrisis en forse reductie in stikstofdepositie. Deze opgaven moeten zoveel mogelijk integraal worden opgepakt. Dat vraag om een nieuwe, natuurinclusieve manier kijken naar ons ruimtegebruik. En daar zijn forse investeringen voor nodig, meer dan we nu al samen doen. Omdat het één niet zonder het ander kan bestaan. En dat vraagt inzet van iedereen.”, aldus gedeputeerde Peter Drenth namens de 12 provincies.

Investeren in natuur, juist nu

Juist in tijden waarin economische ontwikkelingen weer keihard nodig zijn is het van het grootste belang dat we blijven investeren in het veerkrachtiger maken van de natuur. Want de natuur is onmisbaar voor het menselijke bestaan op aarde. De diversiteit aan soorten dieren, planten en ecosystemen op aarde houden ons klimaat en onze leefomgeving in balans. En daarvoor is behalve investeringen in natuurherstel ook een afname van de stikstofdepositie nodig. De provincies en natuurorganisaties merken daarbij op dat investeren in Natura2000-gebieden alleen niet voldoende is: de milieucondities voor de natuur moeten juist ook verbeteren door maatregelen buiten N2000-gebieden. Hiervoor is een overheidsbrede, maar ook een participatieve inzet vanuit de samenleving noodzakelijk.

Natuurorganisaties en provincies willen samen optrekken

De provincies en de natuurorganisaties willen nauwer gaan samenwerken, met elkaar, met alle betrokken overheden, maar ook met het bedrijfsleven. Op dit moment werken natuurorganisaties en provincies al samen in projecten en bij kennisuitwisseling en communicatie richting de maatschappij. Deze samenwerking gaan we verbreden en verdiepen, conform Nederland Natuurpositief.