Van veetransport tot rashond: debat dierenwelzijn in Tweede Kamer

Op 4 september is er een algemeen overleg in de Tweede Kamer, waarbij veel onderwerpen op het gebied van dierenwelzijn aan de orde komen. Met een brief levert de Dierenbescherming input op een fiks aantal punten. Hete hangijzers zijn wat de Dierenbescherming betreft met name veevervoer, (fokken op) raskenmerken bij gezelschapsdieren en de positieflijst ('huisdierenlijst') .
Van veetransport tot rashond: debat dierenwelzijn in Tweede Kamer

Er is veel mis met de veetransporten. Miljoenen dieren per jaar worden kris kras door Europa, en soms daarbuiten, vervoerd. Behalve dat de dieren onder het transport te lijden hebben, kun je gerust spreken van Russische roulette: de kans op insleep van dierziekten is hierdoor groot. Veevervoerders bedachten zelf een kwaliteitssysteem, maar hebben dat inmiddels losgelaten, omdat het systeem niet werkte. Wat de Dierenbescherming betreft, moeten er duidelijke afspraken komen over lagere beladingsgraden en hogere stahoogtes dan nu gebruikelijk is en toegestaan.

Tegen lange afstandstransporten

De steun van de Dierenbescherming aan een eventueel akkoord is voorwaardelijk, in afwachting van een visie op de toekomst van het veetransport. Deze visie moet gericht zijn op het zoveel mogelijk vervangen en verminderen van het transport van levende dieren en het verfijnen van de omstandigheden van de resterende veetransporten. Eventuele steun van de Dierenbescherming laat onverlet dat wij tegen lange afstandstransporten zijn (transporten van zoogdieren langer dan 8 uur en van pluimvee langer dan 4 uur).

Positieflijst: beperking aantal huisdiersoorten

De Dierenbescherming bepleit een beperking van het aantal te houden diersoorten op de Positieflijst. De Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming treft bij particulieren de meest exotische dieren aan die zelden of nooit diervriendelijk worden gehouden. Voorkomen is beter dan genezen: met een beperking van het aantal te houden dieren wordt een hoop ellende voorkomen voor dier en baasje. De groep exotische dieren die door particulieren wordt gehouden, groeit ook alleen maar. Ook hier wil de malafide dierenhandel graag z’n graantje wil meepikken.

De Dierenbescherming is al sinds het begin betrokken geweest bij ontwikkeling van de Positieflijst en is blij dat de lijst er lijkt te komen. Er is echter extra onderzoek gevraagd, waardoor de ingangsdatum van 1 juli jl. niet is gehaald. Wij dringen er bij de staatssecretaris op aan om het gehele proces dat leidt tot de inwerkingtreding van de Positieflijst zo voortvarend mogelijk voort te zetten. Het zal er in de Kamer om spannen of de plannen van de staatssecretaris worden geadopteerd.

Welzijn gefokte rashonden slecht

De Dierenbescherming maakt zich ernstig zorgen om rashonden. Door een te kleine genenpool is er inmiddels structureel sprake van misfok (inteelt), vooral bij de populaire rassen. Vaak zijn deze honden ook verre van gezond. Het gevolg is dat als ze in een asiel terecht komen, ze moeten worden opgelapt en met een bijsluiter meegegeven worden aan een nieuwe eigenaar. De Dierenbescherming is altijd nauw betrokken geweest bij de rashondenproblematiek. Overleg gaat vaak moeizaam: het valt niet mee om liefhebbers van een bepaald ras met bijbehorende kenmerken proberen zover te krijgen dat het ras minder wanstaltig wordt.

Het rapport “Incidentie van schadelijke raskenmerken en erfelijke gebreken bij populaties van gezelschapsdieren” van de Faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht laat meetbare gegevens zien over de enorme omvang van het probleem wanneer op uiterlijk wordt gefokt. Het rapport bevestigt dat het erg slecht is gesteld met het welzijn van rashonden. Het bezit van een stamboom maakt hierbij weinig uit. De huidige gesloten (stamboom)fokkerij met primaire focus op het uiterlijk vormt de basis van alle problemen.

Anders fokken

De Dierenbescherming vindt dat er op een heel andere manier moet worden gefokt, waarbij gezondheid en welzijn van de dieren voorop staat, stamboeken onvoorwaardelijk worden geopend om 'vers bloed' toe te laten en uiterlijke kenmerken ondergeschikt zijn. Wij verzoeken de Kamerleden er bij de staatssecretaris op aan te dringen het nog op te leveren projectplan om tot gezondere en sociale honden te komen, zeer kritisch te beoordelen op doelmatigheid en resultaat en zo nodig in te grijpen als de plannen niet tot het gewenste resultaat leiden. Voorlichting aan (potentiële) houders is weliswaar ook noodzakelijk, maar op zichzelf onvoldoende en te vrijblijvend.