Veetransport bij hitte moet wettelijk geregeld

De Dierenbescherming en Eyes on Animals willen dat het transport van dieren naar slachthuizen tijdens warm weer wettelijk wordt geregeld. De sector heeft zelf regels opgesteld in een Nationaal Hitteplan. Deze regels voorkomen echter niet dat dieren ernstig lijden onder hittestress en zelfs sterven. Bovendien is het Nationaal Hitteplan niet wettelijk vastgelegd waardoor de NVWA er niet op kan handhaven. De organisaties eisen daarom dat er minimaal drie zaken wettelijk worden vastgelegd: een lagere belading, mechanische ventilatie en een maximale wachttijd voor de slachterij van 15 minuten.
Veetransport bij hitte moet wettelijk geregeld

Deze en andere maatregelen staan in een notitie van de Dierenbescherming en Eyes on Animals ('Op de bres tegen hittestress – update 2021') waarin de organisaties een overzicht van de stand van zaken geven na een eerder rapport uit 2019. Toen werd alarm geslagen omdat tijdens de verzengende hitteperiodes van voorgaande zomers bleek dat bestaande protocollen niet voldoende werkten of zelfs niet werden nageleefd. Er volgden concrete aanbevelingen, onder meer over beladingsdichtheden, mechanische ventilatie, waterverstrekking en het gebruik van airconditioning.

Hittestress tijdens veetransportDieren verdienen het om met respect behandeld te worden. Ook als het extreem heet is en ze in de laatste uren van hun leven verkeren.

Vrijblijvende protocollen

Soms zijn die verwerkt in nieuwe, maar nog steeds vrijblijvende protocollen. En er zijn verbeteringen op advies van Eyes on Animals doorgevoerd, zoals overkappingen die schaduw bieden bij slachthuizen en het gebruik van grote mobiele ventilatoren. Deels wordt er nu ook met aangepaste werkroosters gewerkt om transport op de warmste uren van de dag te vermijden, maar inspecties van Eyes on Animals en de NVWA tonen aan dat het niet voldoende is om ernstige hittestress te voorkomen.
Zolang de kern van het probleem niet wordt opgelost, namelijk het tekort aan losplekken en wachtruimte, blijven deze maatregelen een doekje voor het bloeden.

Hoewel er constructieve gesprekken zijn geweest tussen de dierenbeschermers en de minister van Landbouw naar aanleiding van een breed gesteunde petitie en de aanpak van hittestress zelfs een “speerpunt” van het overheidsbeleid werd genoemd, zit er te weinig schot in de zaak.

Daarom vinden de organisaties dat er duidelijke wettelijke regels nodig is zijn. Nu ontbreken die geheel, behalve de bepaling dat boven de 35 graden Celsius helemaal niet meer gereden mag worden, uitgezonderd wagens met airconditioning.

Duidelijke wetsregels

In het rapport werken de Dierenbescherming en Eyes on Animals hun visie op hittestress nauwgezet uit en wordt geanalyseerd waar overheidsbeleid en sectorprotocollen tekortschieten. De bepleite wettelijk regels zijn duidelijk: tien procent minder dieren op de wagen vanaf 21 graden Celsius, twintig procent minder vanaf 25 graden. Mechanische ventilatie moet te allen tijde verplicht zijn vanaf 21 graden Celsius; voor varkens is in het hitteprotocol van Vee & Logistiek Nederland weliswaar al bepaald dat dit vanaf 27 graden Celsius zou moeten. Alleen is dit een vrijblijvende richtlijn, die pas geldt vanaf een te hoge temperatuur, alleen op bepaalde tijdstippen (tussen 12:00 en 17:00 uur) en die bovenal niet voor andere diersoorten geldt. Vanaf 30 graden zou vervoer alleen mogelijk moeten zijn in trucks met airconditioning, zo vinden de dierenwelzijnsorganisaties. De mechanische ventilatie en de airconditioning moeten minstens 4 uur onafhankelijk van de motor kunnen draaien en er dient een back-upsysteem in de veewagen te zijn.

Foto van Eyes on Animals.

Als laatste wettelijke maatregel willen de Dierenbescherming en Eyes on Animals een maximale wachttijd van een kwartier bij slachthuizen, inclusief het rijden van rondjes bij de slachterij tot de dieren gelost kunnen worden. Bij de slachterijen staan wagens nu namelijk dikwijls lang te wachten, vaak zonder adequate koeling. Veelal kan dit worden gerealiseerd door de wachtruimte van het slachthuis te vergroten en meer losplekken te realiseren. Ook een betere aanvoerplanning en minder aanvoer in de zomer kunnen hierbij helpen, aldus de organisaties in hun pleidooi voor een adequate aanpak van dierenleed bij hittestress.

Enorme aantallen dieren

Hoeveel dieren precies het slachtoffer zijn van hittestress blijft vooralsnog onduidelijk. Bij pluimvee gaat het om enorme aantallen dieren. Vorig jaar kwamen 567.200 kippen dood aan bij het slachthuis. De minister heeft de Tweede Kamer laten weten dat ze niet kan achterhalen hoe en waaraan de dieren zijn gestorven. Discutabele vangmethoden bij het leeghalen van stallen spelen een rol, maar transportomstandigheden, waaronder te hoge temperaturen evenzeer.

Foto van Eyes on Animals.

Hoeveel dieren precies last hebben van hittestress tijdens transport is volgens de dierenbeschermingsorganisaties niet met zekerheid te zeggen. Wel geven ze een schatting van het aantal dieren dat risico liep aan de hand van temperatuurgegevens en slachtaantallen: 337.000 runderen werden bij een temperatuur van 25 graden Celsius of hoger vervoerd naar het slachthuis, waarvan 55.000 op tropische dagen (minimaal 30 graden Celsius). Bij varkens waren dat er 2 miljoen, waarvan 767.000 op tropische dagen en bij vleeskuiken gaat het om duizelingwekkende hoeveelheden dieren: 71 miljoen, waarvan 26 miljoen op dagen dat het bloedheet was.

Hittestressmeetlat

In de Hittestressmeetlat zijn de recente inspectiebevindingen van Eyes on Animals te vinden bij verschillende slachterijen in Nederland, Duitsland en België. De bevindingen geven inzicht in waar de wachttijden nog te lang zijn, welke noodmaatregelen slachterijen hebben getroffen voor dieren die buiten in stilstaande trucks moeten wachten en waar er (verdere) verbetering nodig is. Bekijk de Hittestressmeetlat hier.