Verslag en conclusies Paardenmarkt Monster

Elk jaar wordt er op Koningsdag een paardenmarkt in Monster georganiseerd. Daar waar hier gemiddeld zo’n 80 tot 90 paarden en pony’s staan, waren dit er dit jaar, 2016, maar zo’n 25. Dit is mogelijk te verklaren door het koude en natte weer, de buitentemperatuur bleef steken op 3-7 graden.

Verslag en conclusies Paardenmarkt Monster

De paardenmarkt vond dit jaar, net als voorgaande jaren, plaats nabij de Molen in Monster op de Jan van Polanenstraat. Dit is aan de grens van een woonwijk nabij een klein park. Andere Koningsdagactiviteiten vonden niet in de nabijheid van deze paardenmarkt plaats. De markt stond gepland van 07.00 uur tot 13.00 uur, maar omstreeks 11.30 uur waren er geen paarden meer op de markt te bekennen.

Methode van beoordeling

De Dierenbescherming was dit jaar aanwezig met een drietal medewerkers. De paardenmarkt is beoordeeld op basis van de relevante wetgeving t.a.v. dierenwelzijn en dierenmarkten. Door middel van beeldmateriaal (film en video) is gepoogd om alle onderdelen zo goed mogelijk in beeld te brengen, zodat een ieder voor zichzelf kan beoordelen in hoeverre het wel of niet door de beugel kan.

Conclusie beoordeling paardenmarkt Monster

Door de slechte weersomstandigheden op Koningsdag 2016 zijn vele festiviteiten voor mensen ofwel naar binnen verplaatst of afgelast. De paardenmarkt in Monster ging echter gewoon door. De marktmeester had naar eigen zeggen de avond daarvoor hard gewerkt om alle palen met touwen in de grond te slaan en als de markt niet door zou gaan dan zou al dat werk voor niets zijn geweest. Volgens de marktmeester kwam het wel door de weersomstandigheden dat er dit jaar minder paarden en pony’s op de markt aanwezig waren. Diezelfde weersomstandigheden zorgden ervoor dat er volgens de marktmeester geen drinkwatervoorziening nodig was.

Veterinaire controle

Allereerst was er geen duidelijke toegangspunt tot de markt. De paarden werden van twee kanten de markt opgebracht, zonder duidelijk toezicht. Desondanks gaf de marktmeester aan dat er wel degelijk een veterinaire controle heeft plaatsgevonden door een dierenarts van de Delta Dierenkliniek. Wij hebben wij dit niet gezien en ook de dierenartskliniek geeft aan niet aanwezig te zijn geweest op deze markt. Als er wel een veterinaire controle plaats had gevonden, dan hadden twee hoogdrachtige merries wellicht niet de hele markt in de kou en regen hoeven staan, en hadden we wellicht geweten wat de opvallende kale plekken bij de jonge hengst nu precies waren. Want wellicht was dit heel besmettelijk?

Stress en fysieke beschadiging

Er wordt niet voor niets gezegd dat hoogdrachtige merries niet op een paardenmarkt mogen staan. Toch stonden er op deze markt minimaal twee. De dieren stonden verder zonder schuilmogelijkheid in de kou, regen en wind. Het legen van vuilnisbakken door een grote wagen met een grijper – dat op enkele meters afstand van drie jonge pony’s gebeurden – zorgden voor veel onnodige stress en onrust.

Pony's in kraalHet legen van een vuilcontainer vlakbij zorgde voor veel stress.

Voer en drinkwater

Geen enkel paard had de beschikking over drinkwater. Er waren tevens enkele paarden die niet de mogelijkheid hadden tot het nuttigen van (geschikt) voer. Het gros van de paarden had wel de mogelijkheid tot het grazen van gras. Het valt echter te bezien in hoeverre dit vanwege hun actieradius (lengte aanbindtouw) afdoende mag worden genoemd. Een aantal pony’s hadden een hooinet tot hun beschikking.

Wetgeving

De paardenmarkt is in strijd met diverse artikelen van de wet- en regelgeving. De wettelijk verplichte veterinaire controle was afwezig. Er stonden hoogdrachtige merries op de markt. Er was geen drinkwatervoorziening en de voervoorziening was niet toereikend genoeg. Het aanbinden van de paarden heeft tevens voor onveilige situaties voor de paarden gezorgd. Er was in de meeste gevallen geen verantwoordelijke (de eigenaar) aanwezig om direct de nodige hulp te bieden. Ook omtrent de verkoop van de paarden zijn er grote vraagtekens te plaatsen. Allereerst de zeer gebrekkige informatievoorziening, maar ook de zorg dat de verkochte paarden in bekwame handen terecht komen.

Er waren dit jaar ‘maar’ 25 paarden op de markt en deze zijn niet eens allemaal verkocht.

Algehele conclusie

Allereerst kunnen wij niet anders dan constateren dat het zelfs op een heel kleine markt als deze, waar ongeveer 25 paarden aanwezig waren, het lastig blijkt om te voldoen aan wet- en regelgeving. Ook bij de organisatie van de markt gaat er het nodige mis. De marktorganisatie lijkt bijvoorbeeld niet op de hoogte te zijn van de relevante wet-en regelgeving en dat heeft geleid tot diverse onwenselijke situaties.

Tevens lijkt de wil tot goede zorg en behandeling van de paarden te ontbreken. Er waren dit jaar ‘maar’ 25 paarden op de markt en deze zijn niet eens allemaal verkocht. Dit komt wellicht door de weersomstandigheden, maar het is ook een trend dat de laatste jaren het aantal paarden op alle markten sterk lijkt af te nemen. Wij vragen ons dus sterk af waarom een gemeente nog wil bijdragen aan een markt zonder enig relevant doel.

De summiere handel betreft nog geen handvol handelaren die eigenlijk onderling de dieren uitruilen. De prijs wordt dan betaald door de paarden. Zij ervaren onnodig veel stress, worden de nodige zorgen onthouden en worden onnodig in gevaar gebracht. Nee, de paardenmarkt van Monster is hoogstens een pop-up-kinderboerderij te noemen waar enkele kinderen wat pony’s kunnen aaien. Wij gunnen dit de kinderen uiteraard van harte, maar er zijn betere manieren voorhanden om dit voor kind en paard in te vullen.

  • Beoordeling volgens Protocol Welzijn Paardenmarkten

    Hieronder volgt een overzicht van de afspraken gemaakt in het Protocol Welzijn Paardenmarkten. Daarbij lees je per afspraak hoe we de Paardenmarkt Monster hierop beoordeeld hebben.

    1. Er is een controle bij de aanvoer van elk paard door een dierenarts. Paarden met verwondingen, tekenen van verwaarlozing en/of mogelijk infectieuze ziekten worden niet toegelaten

    Er heeft totaal geen veterinaire controle plaatsgevonden. De marktmeester, geen veterinair, gaf aan de dieren zelf ook te controleren. Over de hengst met de vele kale plekken gaf hij aan dat deze vast in de rui was. Volgens de marktmeester mochten drachtige merries tot 1 week voor het veulen op de markt staan. De NVWA hanteert echter 90% van de drachttijd als uiterlijke grens. Bij een drachttijd van rond de 11 maanden staat 90% gelijk aan 4,76 weken, ofwel ruim een maand.

    2. Paarden die een gecoupeerde staart hebben worden niet toegelaten, met uitzondering van paarden die zijn gecoupeerd vóór 1/9/2001

    Er waren geen paarden met gecoupeerde staarten aanwezig op de markt.

    3. Er is beschikking over voldoende vers drinkwater en de paarden moeten de gelegenheid hebben te drinken

    Er was geen vers drinkwater aanwezig. De marktmeester gaf aan dat dit met deze weersomstandigheden ook niet nodig was.

    4. Alle paarden hebben de beschikking over ruwvoer van goede kwaliteit en de paarden moeten regelmatig de gelegenheid hebben te eten

    De drie pony’s die afgezonderd in de kraal stonden, hadden de beschikking over hooi. De overige aangebonden paarden en pony’s hadden de mogelijkheid tot het grazen van gras. Drie grotere pony’s stonden aangebonden op een plek waar enkel struiken stonden en konden niet bij de grasstrook.

    5. De paarden staan op een geschikte, niet gladde ondergrond

    Door de regen die ook gedurende de markt met regelmaat viel, was de ondergrond, zeker voor de drie pony’s die bij de struiken stonden aangebonden, glad. De andere (kleinere) pony’s konden onder de touwen door en op het gras staan.

    6. De paarden en pony’s dienen op een, voor het dier, veilige manier aangebonden te zijn. De paarden mogen niet langer dan acht uur achter elkaar aangebonden staan. Om beweging mogelijk te maken dient een uitloopmogelijkheid in de nabijheid van de paardenmarkt aanwezig te zijn (b.v. monsterbaan)

    De dieren werden op een voldoende lange manier aangebonden. Zij hadden de mogelijkheid met hun neus de grond te raken en dus te grazen. De kleinere Shetlanders konden onder het touw door, waardoor zij zich met enige regelmaat vast draaiden. Ook gebeurde het een aantal keren dat touwen in elkaar verstrikt raken en pony’s met een been over het touw stapten en zo vast kwamen te zitten.

    Bij een aantal pony’s was het halster losgeraakt waardoor dit ondeugdelijk of om de hals zat of half van het hoofd af hing. Zo ontstond de mogelijkheid voor deze pony’s om zich redelijk gemakkelijk los te kunnen trekken. De locatie van de markt ligt nabij een groot kruispunt en wegen met alle risico’s van dien als een pony losbreekt. Dit is gelukkig niet gebeurd. Zie ook het videoverslag bij punt vier.

    Er was geen monsterbaan aanwezig. Er werd tussen het publiek door gemonsterd op de gladde straat.

    7. De afstand tussen publiek en paarden moet zodanig zijn dat ongelukken voorkomen worden

    Er was niets dat het publiek op de nodige afstand hield. Geen barrière of duidelijk aangegeven wandelpad.

    8. Onnodige onrust (door bv. lawaai van kermisattracties) voor de dieren die tot vluchtgedrag kan leiden dient te worden vermeden

    Aan deze markt zat geen kermis gekoppeld. Tevens was er een afwezigheid van geluid van muziek of omroepinstallaties. Het aantal bezoekers was ook niet groot, waardoor het redelijk rustig was op de markt. Wel kwam het voor dat er op slechts enkele meters afstand van drie jonge pony’s vuilcontainers werden geleegd door een grote wagen met grijper. De dieren ondervonden hier duidelijk stress van. Er was op dat moment geen toezicht op de pony’s door de eigenaar.

    9. Op een centrale plaats op de markt is voorlichting beschikbaar over het houden van paarden

    Er was geen voorlichting beschikbaar.

    10. Het aanbieden van een dier als prijs, direct of indirect, via een verloting o.i.d is niet toegestaan

    Er zijn geen dieren aangeboden als prijs.

    11. Dieren die op welke wijze dan ook een gevaar vormen voor zich zelf, andere paarden of bezoekers moeten van de markt worden verwijderd of apart worden gezet

    Er zijn geen dieren gezien die een gevaar voor zichzelf, andere paarden, of bezoekers vormden.

  • Beoordeling volgens wetgeving bij Paardenmarkt Monster

    Hieronder volgt een overzicht van op markten van toepassing zijnde regelgeving, zoals het Ministerie van Economische Zaken heeft aangegeven. Het betreft de Wet Dieren (WD), het Besluit houders van dieren (Bhvd) en de Transportverordening (Tv). Daarbij lees je per artikel hoe we de Paardenmarkt Monster hierop beoordeeld hebben.

    1. Art. 2.1 (WD) Dierenmishandeling: Het is verboden zonder redelijk doel of met overschrijding van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen.

    Met name het dwingen tot snelle verplaatsing van het dier zorgt voor de overtreding van dit artikel. Er zijn geen situaties gezien waarbij door bijvoorbeeld verplaatsing van het dier, de gezondheid en het welzijn van het dier is aangetast.

    2. Art 2.8 1^ lid onder a (WD) en art 2.16 derde en vierde lid (WD): Het is verboden lichamelijke ingrepen te verrichten en met dieren waarbij een verboden ingreep is uitgevoerd deel te nemen of toe te laten aan een tentoonstelling of keuring.

    Er zijn geen paarden gezien met herkenbaar verboden ingrepen, zoals een gecoupeerde staart.

    3. Artikel 1.3. eerste lid (Bhvd): Het is verboden om jezelf van een dier te ontdoen, een dier te schoppen of zodanig te slaan dat dit letsel ten gevolge heeft.

    Er zijn geen dieren geschopt of geslagen en er zijn geen dieren achtergelaten op de markt.

    4. Art 1.6 eerste lid (Bhvd): De bewegingsvrijheid van een dier wordt niet op zodanige wijze beperkt dat het dier daardoor onnodig lijden of letsel wordt toegebracht.

    Door het dicht op elkaar aanbinden van paarden kwam het meerdere keren voor dat touwen van verschillende paarden in elkaar verstrikt raakten. Het is tevens meerdere keren voorgekomen dat paarden zichzelf volledig vastdraaiden aan een paal, omdat ze er steeds rondjes om heen liepen. Op deze momenten was er veelal geen toezicht aanwezig, daar de meeste handelaren er voor kozen om ergens – uit het zicht van hun paarden – warm en droog te zitten. De dieren werden daarom vaak pas laat uit hun benarde positie bevrijd.


    5. Art 1.6 tweede lid (Bhvd): Een dier wordt voldoende ruimte gelaten voor zijn fysiologische en ethologische behoeften.

    Slechts de drie pony’s die afgezonderd in een kraal (met hekken afgezet stukje grond) stonden, hadden toegang tot hooinetten. De overige dieren zijn gedurende de markt niet voorzien van hooi. Wel hadden de meeste paarden en pony’s de gelegenheid tot grazen, daar zij aangebonden stonden aan de rand van een grasstrook. Geen enkel dier is tijdens de markt voorzien van drinkwater. De drie pony’s in de kraal zijn op een gegeven moment, zonder toezicht van de handelaar, opgeschrikt door een vuilniswagen die de gemeenschappelijke bakken kwam legen. Deze wagen stond op enkele meters afstand van de kraal en maakte veel kabaal. De zichtbaar geschrokken en onrustige pony’s hadden geen mogelijkheid tot vluchten.


    6. Art 1.6 derde lid (Bhvd): Een dier wordt indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden.

    De weersomstandigheden waren gedurende deze markt guur. Veel wind, flinke regenbuien. De op de markt aanwezige paarden en pony’s hadden geen enkele beschutting tegen deze weersomstandigheden.

    7. Art 1.7 b (Bhvd): Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat het dier slechts onder de hoede wordt gesteld van een persoon die kennelijk tot de verzorging in staat is.

    Qua kennis is het lastig meetbaar of iemand wel of niet in staat is om zijn paard te verzorgen. Hier kunnen wij dus geen uitspraak over doen. Wel werd een Shetlander verkocht aan een man en zijn dochter, die op zoek waren naar een zadelmakke pony. Deze merrie, die in een groep van 10 pony’s stond, had een behoorlijk afwijkende beenstand (behoorlijk koehakkig). De particulieren kwamen niet over als kenners en wij kregen de indruk dat de betreffende handelaar zijn “slechtste” dier bij deze mensen aanprees. Wellicht omdat hij door had dat deze mensen geen paardenkenners waren. We hebben niet gezien/gehoord of de handelaar deze mensen informatie heeft verstrekt m.b.t. het houden en verzorgen van pony’s.



    Bij een andere groep pony’s stond een jonge hengst met veel grote en overduidelijk kale plekken in zijn vacht. Aan de drie, vermoedelijk minderjarige, jonge dames die bij deze groep dieren hoorden is gevraagd waar deze plekken door veroorzaakt werden. Zij wisten dit niet, maar gaven aan dat er vast wel iets voor te krijgen was en dat het dier er niet aan dood zou gaan. Indien dit dier verkocht zou worden (wat uiteindelijk niet is gebeurd), zou de nieuwe eigenaar dus geen informatie hebben over waar de kale plekken door veroorzaakt zijn.

    8. Art 1.7 c (Bhvd): Een dier dat ziek of gewond is, wordt onmiddellijk op passende wijze verzorgd.

    1. Art 2.2 6^ lid Wet Dieren: Vervolgens geldt dat een ieder een hulpbehoevend dier de nodige zorg biedt.
    2. Art 2.2 8^ lid Wet Dieren: Het is houders van dieren verboden aan deze dieren de nodige verzorging te onthouden.

    Er zijn diverse hulpbehoevende pony’s aangetroffen. In de meeste gevallen ging het om paarden die verstrikt of vastgedraaid waren door het aanbindtouw. De eigenaar – indien aanwezig – bood soms pas naar aanleiding van verzoeken van omstanders het dier de benodigde hulp. Zoals bij punt 7 vermeld, stond er een hengst op de markt met veel kale plekken. Of het dier ziek was, was onduidelijk.


    9. Art:. 1.7 e (Bhvd): Degene die het dier houdt draagt er zorg voor dat een voor dat dier toereikende hoeveelheid gezond en voor de soort en leeftijd geschikt voer krijgt toegediend op een wijze die past bij het ontwikkelingsstadium van het dier.

    Het gros van de pony’s kon gras grazen, daar zij tegen een grasstrook aangebonden stonden. Er stonden drie pony’s apart in een kraal; zij hadden de beschikking over hooinetten. De andere pony’s hebben geen hooi gekregen. Drie paarden stonden aangebonden op een plek waar de grasstrook ophield en waar het struikgewas begon. Zij konden niet bij het gras en hebben van de struiken staan grazen.


    10. Art 3.12, eerste lid onderdeel d, en tweede lid (Bhvd): Degene die een tentoonstelling, beurs of markt als bedoeld in artikel 3.7, tweede lid, organiseert, draagt zorg voor geschikte huisvesting van dieren gedurende de tentoonstelling, beurs of markt, die voldoet aan de artikelen 1.5 tot en met 1.8 en het eerste lid, met dien verstande dat dieren als bedoeld in onderdeel d niet worden toegelaten. Volgens onderdeel d betreft dit een hoogdrachtig of zogend dier.

    Er zijn minstens twee hoogdrachtige merries aangetroffen op de markt. De eigenaar gaf zelf aan dat een pony ‘nog drie weken moest’ en een andere pony ‘nog minder dan een maand’. Er zijn geen zogende veulens aangetroffen op de markt. Wel was er een kraal ingericht speciaal voor merries met veulens. Volgens de marktorganisatie waren die vanwege de slechte weersomstandigheden echter niet aanwezig op de markt.
    De pony’s stonden aangebonden op de grens tussen een woonwijk en een klein parkje. Kleinere pony’s hadden de mogelijkheid onder de touwen door te komen, waardoor ze zowel op de straat konden staan als op het gras. Drie grotere paarden stonden alleen op de, door de regen, gladde straat. Er was geen stro neergelegd, behalve in de kraal waar de drie jonge pony’s stonden.


    11. Art 3.14, zesde lid (Bhvd): Degene die een tentoonstelling, beurs of markt, als bedoeld in artikel 3.7, tweede lid, organiseert, draagt zorg voor een veterinaire gezondheidscontrole van de dieren voordat toegang wordt verstrekt en laat geen dieren toe verdacht van een besmettelijke ziekte of dieren met klinische verschijnselen van een besmettelijke ziekte.

    De medewerkers van de Dierenbescherming waren aanwezig voordat de paarden op de markt zijn gezet. Er was geen veterinair aanwezig. In een later gesprek met de marktorganisator, die tevens met vier eigen pony’s aanwezig was, is toegegeven dat er inderdaad geen veterinair aanwezig was bij aanvoer van de pony’s. Volgens deze marktorganisator is er op een later moment wel een veterinair aanwezig geweest die alle dieren heeft gekeurd en geen misstanden heeft geconstateerd. Deze veterinair zou werkzaam zijn bij Dierenkliniek de Delta. Navraag bij deze kliniek wijst uit dat er vanuit deze kliniek geen dierenarts op de markt is geweest. Volgens de kliniek zijn zij in voorgaande jaren wel op verzoek aanwezig geweest, maar hebben zij voor 2016 geen verzoek gekregen. De marktorganisator gaf ook aan dat hij zelf de paarden en pony’s keurt alvorens zij de markt op komen. Wanneer hij vindt dat een paard of pony te mager is of ziet dat het wonden heeft, laat hij ze niet toe tot de markt. Deze man gaf aan de betreffende handelaren dan geen aanvoerpremie te geven, ook niet indien zij ook (volgens hem) toelaatbare dieren bij zich hebben. Dit beleid heeft er volgens de marktorganisator toe geleid dat er de afgelopen jaren geen dieren op de markt stonden die niet voor de markt geschikt zijn.

    12. Art. 3.17 (Bhvd): Bij de verkoop of aflevering van een gezelschapsdier, wordt aan een koper of degene aan wie de aflevering plaatsvindt schriftelijke informatie over het verkochte of afgeleverde gezelschapsdier verstrekt teneinde hem in staat te stellen het gezelschapsdier zo goed mogelijk te verzorgen. Deze informatie heeft in ieder geval betrekking op de verzorging, de huisvesting en het gedrag van het gezelschapsdier en de kosten die gemoeid gaan met het houden van het gezelschapsdier.

    Er is geen enkele transactie waargenomen waarbij er informatie, anders dan het geslacht en informatie over de dracht indien het een drachtige merrie betrof, werd vermeld door de verkoper.

    13. Art 3.18 (Bhvd): Bij de verkoop of aflevering van een gezelschapsdier, wordt aan de koper of degene aan wie de aflevering plaatsvindt alle relevante informatie verstrekt met betrekking tot de gezondheidsstatus van het verkochte of afgeleverde gezelschapsdier, waaronder ten minste het bewijs van inenting, bedoeld in artikel 3.15, onderdeel b.

    Er is niet waargenomen dat er een paard verkocht is zonder paspoort. De inhoud van de paspoorten hebben wij niet kunnen zien of verifiëren. Er is wel waargenomen dat er informatie gegeven werd over hoe lang merries drachtig waren.

    14. Art 3.19 (Bhvd): Een gezelschapsdier wordt niet verkocht aan een persoon jonger dan zestien jaar.

    Er zijn geen transacties waargenomen aan een persoon die jonger dan zestien jaar oogde, zonder bijzijn van een volwassen persoon.

    15. Transportverordening:

    1. Art 3 stelt dat het verboden is dieren te vervoeren op zodanige wijze dat het de dieren waarschijnlijk onnodig lijden berokkent.
    2. Art. 2, onder a, hoofdstuk 1, Bijlage 1: Alleen de dieren die geschikt zijn op eigen kracht pijnloos te bewegen of zonder hulp te lopen mogen worden vervoerd.
    3. Art. 1.8 a t/m f, hoofdstuk 111, bijlage 1: Het is verboden dieren te slaan of te schoppen, op een bijzonder gevoelig deel van het lichaam op zodanige wijze druk uit te oefenen dat het de dieren onnodig pijn of onnodig lijden berokkent; de dieren bij de poten, staart of vacht op te tillen of voort te trekken; opzettelijk dieren te hinderen die gedreven of geleid worden door een gedeelte waar doorstroming nodig is.
    4. Art. 1.10 en 1.11 hoofdstuk lll. Bijlage 1: Markten of verzamelplaatsen dienen, zo nodig, voorzieningen te verstrekken voor het aanbinden van dieren. Dieren die dit niet gewend zijn, mogen niet worden aangebonden. De dieren moeten toegang tot water hebben en de dieren moeten kunnen liggen.
    5. Art. 1.3 en art 1.6 hoofdstuk 111, Bijlage 1: tijdens de verplaatsing van het laden en lossen moet letsel en lijden worden voorkomen en opwinding en stress tot een minimum worden beperkt. Vloeren mogen niet glad zijn en er moet passende verlichting aanwezig zijn.

    Bij aanvoer van de paarden zagen we dat er vijf grote maat Shetlandpony’s naar de markt zijn vervoerd in een 1,5 paardstrailer. Er zijn geen situaties waargenomen waarbij dieren zich niet op eigen kracht konden voortbewegen en/of zij voortgetrokken of opgetild zijn. Geen enkel paard had de beschikking over drinkwater. Het aanbinden van de dieren was niet veilig, daar diverse paarden verstrikt raakten en zich vast draaiden.

    16. Daarnaast is het van belang er zorg voor te dragen dat gevaar voor mens en dier worden voorkomen.