Wij vinden het heel normaal dat dieren in Nederland beschermd zijn en dat je dieren niet mag mishandelen. Toen de Dierenbescherming begon was dit nog helemaal niet zo gewoon! Er waren nog geen wetten die dieren beschermden. Dit probeerde de Dierenbescherming vanaf het begin te veranderen.
Het begin
In 1864 werd de In 1864 werd de ‘s Gravenhaagsche Vereeniging tot Bescherming van Dieren opgericht opgericht (vereniging werd vroeger met een ‘dubbele e’ gespeld). Vanaf het begin was de vereniging bezig met het bestrijden van dierenleed. Soms duurde het meer dan een eeuw voordat een wet werd aangepast en iets strafbaar werd. Bijvoorbeeld het verbod op trekhonden, wat pas in 1961 met de eerste Wet op de dierenbescherming werd verboden. Of het verbod op het couperen (weghalen) van staarten van paarden en honden, wat pas sinds 2001 niet meer mag.

In 1877 waren er in andere delen in Nederland ook groepen mensen die zich voor dieren inzetten. Ze vonden het een goed idee om samen te werken als één vereniging. Daarom werd de naam veranderd in Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Dieren. Dit staat nog altijd op officiële documenten, maar we staan vooral bekend als de Dierenbescherming.

Eerste succes
In 1875 kwam er een dierenwet die ervoor zorgde dat iemand die een hond of kat mishandelde strafbaar was. Vijf jaar later in 1880 kreeg een aantal vogel- en zoogdiersoorten officiële bescherming en in 1886 werd dierenmishandeling een misdrijf. Alle dieren waren nu door een wet beschermd.
Van veldwachter tot inspecteur
In 1920 begon de Dierenbescherming te controleren of mensen zich wel aan de dierenwetten hielden. Veldwachters (een soort politieagenten) mochten mensen die zich niet hielden aan de dierenwetgeving bekeuren of streng toespreken. Veldwachters bestaan nu niet meer. Dit werd gedaan door een groot aantal vrijwilligers. In 1976 kwam de eerste inspecteur in dienst die betaald werd voor dit werk.

In 1986 werd de Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) opgericht. De LID houdt goed in de gaten of de dierenwetten niet worden overtreden. Ook voert de LID controles uit en behandelt klachten. De LID werkt samen met de (dieren)politie en de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit).
Belangrijke gebeurtenissen
Gelukkig is er in de tijd dat de Dierenbescherming bestaat nog veel meer veranderd dankzij het werk van de Dierenbescherming. Hier volgen een aantal voorbeelden:
2006: Kalfjes mogen niet meer in kisten gehouden worden.
2007: Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming om dieren in de vee-industrie een beter leven te geven.
2008: Honden- en kattenbont mag niet meer worden verhandeld.
2012: Kippen mogen niet meer in een legbatterij worden gehouden.
2013: Cosmetica met ingrediënten die op dieren zijn getest is nu verboden.
2014: Zwerfkatten mogen niet meer worden afgeschoten.
2015: Verbod op wilde dieren in het circus.
2015: Verbod op nertsenfok voor bont.
Meer resultaten vind je hier.

Dierenambulances
De Dierenbescherming beschikt ook over dierenambulances. De dierenambulances van de Dierenbescherming vervoeren zieke, gewonde en zwervende dieren naar een dierenarts of een dierenopvang.
Beter Leven keurmerk
In Nederland houden we veel dieren voor hun vlees, eieren of melk. Helaas hebben de dieren die in deze ‘vee-industrie’ leven, vaak geen fijn leven. Ze hebben weinig ruimte, hebben vaak pijn en kunnen niet naar buiten. Het zou beter zijn als iedereen biologisch eet. Deze dieren hebben een beter leven gehad. Alleen is biologisch vaak te duur voor veel mensen.
Daarom heeft de Dierenbescherming het Beter Leven keurmerk bedacht in 2007. Dit keurmerk kun je vinden op vlees en eieren. Met 1, 2 of 3 ingekleurde sterren wordt aangegeven hoe goed het leven is geweest van het dier. In bijna elke supermarkt kun je producten met dit kenmerk vinden!
En pssst… Minder of helemaal geen vlees eten is natuurlijk nog een betere optie! Of misschien doe je dat al?
De Dierenbescherming
Er leven veel dieren in Nederland. Dieren in de natuur, zoals vogels en vissen, maar ook huisdieren. Daarnaast houden we dieren voor hun vlees, eieren of de melk.
Helaas gaat het niet altijd goed met de dieren. De Dierenbescherming is een organisatie die zich inzet voor alle dieren in Nederland die hulp nodig hebben. Hiervoor heeft de Dierenbescherming bijvoorbeeld dierenasielen en rijden onze dierenambulances het hele land rond. En onze inspecteurs houden dieren goed in de gaten. De Dierenbescherming vraagt ook aan de regering om strengere regels en wetten te maken om de dieren te beschermen, zoals wetten over proefdieren.

Weetjes
- Door het Beter Leven keurmerk hebben (in 2017) meer dan 100 miljoen dieren een beter leven gekregen.
- Pas in 1961 wordt de hondenkar verboden. Honden hoeven voortaan geen karren meer te trekken.
- Niet alleen honden en katten worden opgevangen door de Dierenbescherming. Ook konijnen, knaagdieren en vogels worden opgevangen.
- De Dierenbescherming heeft op dit moment zo’n 30 asielen die jaarlijks ongeveer 25.000 dieren opvangen.
- Helaas is de Dierenbescherming nog hard nodig in ons land. Er moet nog veel veranderen.
- Jij kunt de Dierenbescherming ook helpen! Organiseer bijvoorbeeld een sponsorloop met je school om geld op te halen!
- Als je een huisdier mag van je ouders, kijk dan eerst in de dierenasielen. Hier zitten veel leuke diertjes die nog geen baas hebben. Check www.ikzoekbaas.nl! Denk altijd goed na voordat je een huisdier aanschaft! Raak je er niet gauw op uitgekeken? Heb je er genoeg tijd en ruimte voor? En ga je er echt goed voor zorgen?