Al heel lang gebruiken mensen de wol van schapen om dekens en kleding te maken. Bijna 10.000 jaar geleden begonnen mensen met het houden van schapen. Schapen worden nu nog steeds gebruikt voor hun wol, het vlees, de melk en de mest. Sommige mensen denken dat onze tamme schapen afstammen van Moeflons. Dat zijn wilde schapen met hele grote horens. Andere mensen denken juist dat de Moeflon pas ontstond na de wilde schapen.
Gezelligheidsdier
Schapen leven het liefst in een kudde. Schapen die alleen leven, zijn eenzaam en ongelukkig. Ze gaan vaak zenuwachtig op zoek naar soortgenoten. Een kudde bestaat vaak uit meerdere vrouwtjesschapen, die noem je ooien. Er zijn niet altijd mannetjes bij. Een mannetjesschaap noem je een ram.

Lammetjes
In september worden er rammen bij de ooien gezet. Als een ooi wordt gedekt door een ram raakt ze zwanger. Na ongeveer vijf maanden krijgt ze één of meerdere lammetjes. De meeste ooien krijgen twee lammetjes. De lammetjes moeten al meteen kunnen lopen, want de grond is erg koud. Ze moeten direct melk van de moeder drinken. De eerste melk die ze drinken heet biest, dat is heel gezond voor de lammetjes. Na vier weken beginnen ze ook met gras eten. Als de lammetjes een half jaar zijn, worden de rammen naar de slacht gebracht.
Schapenrassen
Over de hele wereld zijn er wel 900 verschillende schapenrassen. Ze kunnen er heel verschillend uitzien. Met krullen of steil haar, zwart, wit, bruin of grijs, gevlekt of effen, groot en klein. Er zijn schapen met hoorns en schapen zonder hoorns. Er zijn zelfs schapen die zes hoorns hebben. Dat ziet er gek uit! De schapen in Nederland zijn onder te verdelen in heideschapen en weideschapen. De heideschapen worden vooral gebruikt om natuurgebieden te onderhouden, ze hebben niet veel gras nodig. De typische weideschapen zijn kieskeuriger met hun eten. Ze hebben veel gras nodig, maar bij de boeren zijn ze toch een stuk populairder. Dit komt doordat de weideschapen meer vlees en wol geven dan heideschapen. Sommige soorten weideschapen worden voor de melk gehouden.

Drents Heideschaap
Het Drents Heideschaap is het oudste schapenras in West-Europa. De wol van dit schaap is niet erg geschikt om truien van te breien, want de haren zijn nogal stug. De vrouwtjes hebben geen hoorns, kleine hoorns of naar achter gerichte hoorntjes. De mannetjes hebben grote gekrulde hoorns. Bij Drentse heideschapen duurt het lang voordat ze volwassen zijn en zelf lammetjes kunnen krijgen. Dat komt omdat ze over het algemeen minder gras nodig hebben. Dat zorgt voor wat vertraging.
Texelaar
De Texelaar is het meest voorkomende schapenras in Nederland. Het is een vrij fors schaap met een korte nek. Ze worden vooral gebruikt voor hun vlees. Ze zijn meestal wit, maar er zijn ook “blauwe” Texelaars. Die zijn grijsblauwig van kleur. Hun neus is zwart van kleur. De Texelaar geeft veel wol. Als hij wordt geschoren kan er wel 5 kilo vanaf gehaald worden! Omdat het schaap zo stevig is, zijn de bevallingen soms lastig. De boer moet weleens een handje helpen. Sommige ooien krijgen wel 4 of 5 lammetjes. Gelukkig is dit probleem door selectief fokken verminderd.

Fries Melkschaap
Dit schaap is wit met een roze snuit en heeft een vrij lange nek. Het Friese Melkschaap geeft het meeste melk van alle schapen. Per jaar kan een schaap wel 500 liter melk geven. Hier wordt vooral kaas van gemaakt, zoals feta en schapenbrie, maar ook kwark, boter, roomijs en yoghurt.
Scheren
Schapen scheren is niet makkelijk. De schapenscheerder moet het schaap stevig vasthouden en ervoor zorgen dat de wol in één stuk van het schaap afkomt. Er moet ook nog een beetje wol voor het schaap overblijven. Als het schaap helemaal naakt geschoren wordt, krijgt hij het hartstikke koud! Als de wol eraf is, wordt het schoongemaakt en uitgekamd in een machine. De wol wordt daarna gesponnen tot draad waar allerlei kleren van gebreid kunnen worden.

Wat doet de Dierenbescherming voor schapen?
De Dierenbescherming komt op voor schapen die niet goed verzorgd worden. Als er schapen verwaarloosd worden, gaat de inspectiedienst van de Dierenbescherming zoeken naar een oplossing. Soms krijgen de schapen een nieuwe eigenaar.
De Dierenbescherming
Er leven veel dieren in Nederland. Dieren in de natuur, zoals vogels en vissen, maar ook huisdieren. Daarnaast houden we dieren voor hun vlees, eieren of de melk.
Helaas gaat het niet altijd goed met de dieren. De Dierenbescherming is een organisatie die zich inzet voor alle dieren in Nederland die hulp nodig hebben. Hiervoor heeft de Dierenbescherming bijvoorbeeld dierenasielen en rijden onze dierenambulances het hele land rond. En onze inspecteurs houden de gezondheid van dieren goed in de gaten. De Dierenbescherming vraagt ook aan de regering om strengere regels en wetten te maken om de dieren te beschermen, zoals wetten over proefdieren.

Weetjes
- Schapen hebben een ondervacht en een bovenvacht.
- De ogen van schapen zijn anders dan die van mensen. Hun pupil is niet rond, maar ovaal en breed.
- Het blaten van schapen klinkt anders dan van geiten. Een schaap zegt baaah en een geit zegt mèh.
- Schapen hebben alleen aan hun onderkaak snijtanden.
- In Australië leven de meeste schapen.
- Schapen kunnen doodgaan als zij op hun rug liggen en niet meer op kunnen staan. Dus als je een schaap op z’n rug ziet liggen, help hem dan weer overeind. Je vindt meer informatie op deze website.

Meer informatie
Hier vind je nog meer informatie voor je spreekbeurt: