Veelgestelde vragen over asielen

Veelgestelde vragen over asielen

  • Hoe lang mogen dieren in het asiel blijven?

    Gemeenten hebben de wettelijke plicht om gevonden voorwerpen, waartoe gek genoeg ook dieren behoren, een poosje te bewaren, zodat de rechtmatige eigenaar tijd heeft om zijn eigendom terug te halen. Honden en katten die zwervend op straat worden aangetroffen, moeten daarom veertien dagen in de opvang blijven. Daarna mogen ze naar een nieuw baasje. De dieren blijven zo lang in het asiel als nodig is, maar het is van groot belang dat er zo snel mogelijk een nieuw plekje voor ze wordt gevonden. Dat is ook de voornaamste taak voor onze dierenopvangcentra: een nieuw thuis vinden voor al hun tijdelijke logés.

  • Hoe moet de opvang van zwerfhonden en zwerfkatten worden geregeld?

    Wij willen dat zwerf- en afstandsdieren in bedrijfsmatig werkende asielen worden opgevangen, waar voldoende deskundigheid aanwezig is voor een juiste verzorging van de dieren. Deze asielen moeten aan alle wettelijke en dierenbeschermingseisen voldoen. De opvang dient nadrukkelijk tijdelijk van aard te zijn, gericht op herplaatsing van de dieren. Opvang door goedwillende particulieren behoort altijd in dienst te staan van uiteindelijke opname in, en doorplaatsing door, een gespecialiseerd, bedrijfsmatig geëxploiteerd asiel.

  • Hoeveel opvangcentra zijn er in Nederland en hoeveel zijn er van de Dierenbescherming?

    Er zijn in Nederland ongeveer honderd verschillende opvangcentra voor huisdieren zoals honden, katten en konijnen. Bijna de helft van deze centra werkt samen met of is onderdeel van de Dierenbescherming. Daarnaast zijn er nog eens ongeveer honderd opvangcentra voor dieren in het wild, zoals egels en allerhande vogels waar de Dierenbescherming mee samenwerkt. De Dierenbescherming heeft zelf 2 wildopvangcentra; Egelopvang Papendrecht en Wildopvang Krommenie. De opvang van dieren is altijd tijdelijk: voor gezelschapsdieren wordt zo spoedig mogelijk een nieuw thuis gezocht en wilde dieren worden zo mogelijk teruggeplaatst in hun natuurlijke omgeving. Kijk op www.ikzoekbaas.nl voor onze asieldieren.

  • Houdt de Dierenbescherming zich bezig met de opvang van huisdieren in het buitenland?

    De Dierenbescherming is met name gericht op het welzijn van dieren in Nederland. Wij houden ons derhalve niet direct bezig met de opvang van huisdieren in het buitenland. Wel steunen wij het werk van de Stichting Buitenlandse Asielen (SBA), die enkele tientallen asielen steunt in diverse landen. Meer informatie vind je op de website van de SBA.

  • Kan de Dierenbescherming iets doen als bijvoorbeeld een alleenstaande plotseling in het ziekenhuis wordt opgenomen en er niemand beschikbaar is die voor zijn dier kan zorgen?

    In dergelijke gevallen zal de Dierenbescherming proberen iets te regelen voor tijdelijke opvang of hulp. Ook kunnen wij veel tips en adviezen geven over mogelijke oplossingen, zodat degene die belt toch verder wordt geholpen. Zoek het adres van de dichtstbijzijnde Dierenbescherming.

  • Kan iedereen zomaar zelf dieren opvangen of een dierenambulance beginnen?

    Nee, niet zomaar. In de wet staat dat je voor het opvangen van dieren in een opvangcentrum een bewijs van vakbekwaamheid nodig hebt. Dat krijg je pas als je de desbetreffende opleiding hebt gevolgd.
    Voor het vervoeren van dieren zijn bepaalde regels, maar er zijn geen aparte regels voor het werk van dierenambulances. De Dierenbescherming ziet het vervoer van dieren als een onderdeel van de keten dierenhulp en heeft hier zelf regels voor opgesteld. Hieronder een aantal regels:

    • De belangrijkste taak van een dierenambulance is het vervoeren van gewonde en zieke dieren naar de dierenarts of een asiel. Of het om huisdieren gaat of in het wild levende dieren, mag niet uitmaken: alle dieren moeten worden geholpen.
    • Verder moeten ambulances hulpverlenen in acute noodsituaties, zoals bij gewonde, vastzittende of beknelde dieren en bij aanrijdingen en branden. Dierenambulances kunnen ook bijdragen aan sociale (dieren)noodhulp. Denk aan het vervoer van huisdieren naar en van de dierenarts, het transporteren van zwerfdieren, het transporteren van dode dieren en het ondersteunen van de politie. Acute dierennoodhulp krijgt altijd voorrang boven sociale (dieren)noodhulp.
    • Alle chauffeurs en bijrijders op een ambulance moeten aantoonbare kennis van dieren-EHBO hebben. Dit houdt in dat men de gezondheidssituatie van het dier herkent, het dier kan stabiliseren voor transport, zo snel mogelijk deskundige hulp (van een dierenarts) weet in te schakelen en zakelijke informatie kan geven voor een juiste diagnose. Daarnaast dient iedere medewerker die met dieren werkt de basiscursus Medewerker Dierenambulance te hebben gevolgd.
    • Meldkamermedewerkers moeten de cursus Meldkamermedewerker dierenambulance gevolgd hebben.
  • Krijgt de Dierenbescherming subsidie voor het opvangen van dieren?

    Nee, de Dierenbescherming krijgt geen subsidie voor de opvang van dieren. Gemeenten hebben een wettelijke taak om zwervende huisdieren gedurende veertien dagen op te vangen. Voor die opvang moeten gemeenten wel betalen, maar dat is geen subsidie. Voor wilde dieren is helaas niemand verantwoordelijk en is er dus ook niets geregeld voor de vergoeding van de opvangkosten.

  • Mag een dierenopvangcentrum dieren weigeren?

    Zwerfdieren mogen in principe niet geweigerd worden. Daar staat tegenover dat een asiel te kampen kan hebben met te grote drukte of een besmettelijke ziekte. In dergelijke gevallen is het verstandig om mensen door te verwijzen naar een andere opvang.
    Als het gaat om dieren waar iemand afstand van wil doen, kunnen er goede redenen zijn waarom een opvang deze niet opneemt. Hoofdtaak van een opvangcentrum is immers de opvang van zwerfdieren en die gaan altijd voor. Bovendien kan het direct al duidelijk zijn dat het dier in kwestie niet plaatsbaar is bij een nieuwe eigenaar; denk aan dieren met ernstige gezondheids- of gedragsproblemen. In dergelijke gevallen kan een dier ook geweigerd worden, alleen al vanwege het feit dat opvang in een kennel voor het dier zeker niet de beste oplossing is. Er zal dan vaak wel worden meegedacht over andere oplossingen, maar het centrum is niet verplicht het dier op te nemen.

  • Moet elke gemeente in Nederland een opvangcentrum hebben?

    Nee, wel moet elke gemeente de opvang van zwerfdieren geregeld hebben. Dat hoeft daarentegen niet met een eigen opvangcentrum. In de praktijk besteden gemeenten deze zorg uit bij opvangcentra in de regio en betalen daarvoor een vergoeding.

  • Waarom moet je geld betalen voor een hond, kat of konijn uit het dierenasiel?

    Wie een dier uit het asiel haalt, betaalt daarvoor. Maar ook als je je dier naar het asiel brengt en afstand doet, kost dat geld. De zorg voor dieren kost immers veel geld en ook al wordt een deel van die kosten door de gemeente vergoed, dan nog blijft het nodig dat je als eigenaar bijdraagt aan de kosten. Wij vinden dat een heel normale zaak.