Konijnenhouderij

De Dierenbescherming wil huisvestingssystemen waarin de dieren hun natuurlijke gedrag kunnen uitvoeren en waarin abnormaal gedrag niet voorkomt. De dieren moeten veel ruimte en verrijking hebben.

Konijnenhouderij

Het konijn in de natuur

In het wild leven konijnen in grote groepen in holen onder de grond. Een groot deel van de tijd, met name als het schemert en 's nachts, zijn konijnen boven de grond te vinden waar ze eten zoeken, spelen en hun poten strekken. Eten doen konijnen het liefst in de ochtend en de avond, midden op de dag rusten ze vaak. Een konijn is een sociaal dier. Ze liggen graag bij elkaar en verzorgen elkaars vacht. Ze kunnen 8 tot 10 jaar oud worden.

Het konijnenverblijf

In een goed ingerichte kooi of hok voor konijnen zijn verschillende functiegebieden te vinden. Zo hebben de dieren een plek nodig om bij elkaar te liggen en rusten, om te rennen, springen en spelen, om te mesten en urineren en om te schuilen. Voor de voedsters (moederkonijnen) is een afgesloten nestkast met nestmateriaal belangrijk, waarin ze een nest kunnen bouwen. Ook hebben konijnen behoefte om veel te knagen en daarom hebben ze bijvoorbeeld knaaghout en onbeperkt ruwvoer nodig.

De konijnenhouderij

Een vleeskonijn wordt geboren op een konijnenhouderij met voedsters (moederdieren) en daarna afgemest (meestal op hetzelfde bedrijf). Na 12 tot 13 weken worden de vleeskonijnen geslacht, ze wegen dan ruim twee kilo. In 2017 werden in Nederland ruim 342.000 konijnen gehouden voor de vleesproductie. Hiervan was 13% voedster en 87% gespeend vleeskonijn. Deze dieren bevonden zich op 50 verschillende bedrijven.

Wet- en regelgeving

De wetgeving over konijnen is opgenomen in het Besluit houders van dieren. Hierin staat bijvoorbeeld op welke leeftijd een konijn voor het eerst geïnsemineerd mag worden en hoe groot de verblijven moeten zijn. Bekijk de volledige factsheet voor meer informatie.

Welzijnsproblemen

Individuele huisvesting
De meeste voedsters zitten in individuele kooien. Rond de werptijd kunnen voedsters agressief worden. Om schade door vechten te voorkomen houden konijnenhouders de voedsters apart. Konijnen zijn echter sociale dieren. Het continu alleen opsluiten van de dieren is dus slecht voor hun welzijn. Alternatieven zoals het parksysteem voor vleeskonijnen (dus na het spenen, zonder voedsters), waarin de dieren in groepen worden gehouden, hebben de toekomst.

Kooien

Veel konijnen worden in kooien met een bodem van draadgaas, of op een plastic rooster gehouden. Een gazen ondergrond leidt tot wonden of kreupelheid en is niet comfortabel om op te liggen. Een dichte bodem bedekt met stro of hooi zorgt voor een warme en zachte bodem om op te rusten. Bodems van kunststof met of zonder matjes zorgen voor minder voetverwondingen.

Beperkte ruimte
De kooien van zowel de voedsters als de vleeskonijnen zijn vaak te klein. Konijnen moeten kunnen rennen en springen. Dat kunnen ze niet in deze kooien. Bij voedsters speelt nog een extra aspect mee. Van nature wil een moederkonijn maar een paar keer per dag bij haar jongen zijn om ze te voeden. De rest van de tijd zitten de jongen alleen in het nest. In de meeste kooien is een plateau ingebouwd, waar de voedster wel op kan en de jongen niet. Zo kan de voedster even weg van het nest, dat geeft rust aan zowel de voedster als de jongen.

Knaagdrang
Konijnen hebben voldoende materiaal nodig om aan te kunnen knagen. Dit voorkomt dat de tanden te lang worden, maar voorkomt ook stress door het niet kunnen uiten van dit gedrag.

Konijnen in een parksysteem.


Wat wil en doet de Dierenbescherming?

De Dierenbescherming wil huisvestingssystemen waarin de dieren hun natuurlijke gedrag kunnen uitvoeren en waarin abnormaal gedrag niet voorkomt. De dieren moeten veel ruimte en verrijking hebben. De Dierenbescherming wijst individuele huisvesting in kooien bij sociaal levende dieren af. Ook is de ruimte per dier in de gangbare konijnenhouderij veel te klein. Behalve voor het uitbannen van negatieve aspecten, is de Dierenbescherming voor het toevoegen van positieve aspecten in de huisvesting, zoals het creëren van functiegebieden.

De Dierenbescherming wil snel alternatieven voor de gazen bodem. Matjes in de stal plaatsen is een goede tijdelijke oplossing, maar er moet snel een diervriendelijk alternatief gevonden en geïmplementeerd worden. Alle konijnen moeten in groepen gehuisvest worden en meer ruimte per dier krijgen.

Wat kun jij doen?

Àls je konijnenvlees eet en koopt, kies dan voor konijn met ten minste één ster van het Beter Leven keurmerk. Zo ondersteun je de ontwikkeling van diervriendelijkere stallen.

Meer over dit onderwerp