Het water is de plaats waar ze zullen paren en hun eiersnoeren afzetten. Ook andere amfibieën zoals kikkers en salamanders maken deze reis. Tijdens hun tocht naar het water moeten de padden vaak drukke verkeerswegen oversteken en om te voorkomen dat ze hierbij worden doodgereden zijn in het hele land vrijwilligers actief als paddenraper om deze dieren, maar ook kikkers en salamanders, veilig naar de overkant te loodsen.
Wakker worden, het is voorjaar!
De mannetjes ontwaken als de gemiddelde temperatuur over een etmaal 8-10 °C is en dat ongeveer drie dagen lang zo blijft. Aangezien de mannetjes stukken kleiner zijn dan de vrouwtjes en dus een kleiner volume hebben, 'warmen ze eerder op' dan de vrouwtjes. Voor vrouwtjes is er ongeveer een week lang zo’n temperatuurgemiddelde nodig. Maar ook de luchtvochtigheid is van invloed op de paddentrek. De dieren gaan het liefst op pad als het vochtig is, omdat ze een huid hebben die gevoelig is voor uitdrogen. En de padden komen ’s avonds in beweging in plaats van overdag, omdat ze dan minder kans hebben om opgegeten te worden.

'Breng me naar het water'
Bij hun tocht naar het water klimmen de mannetjes op alles wat maar op een pad lijkt. Niet om te paren, dat doen ze pas als ze in het water zijn, maar als ze eenmaal een vrouwtje veroverd hebben, laten ze niet meer los. Zo ontstaan de zogenaamde paddentandems.

Om bij het water te komen, klimt het mannetje op de rug van een vrouwtje. Dit noemen we een 'paddentandem'.
Eenmaal bij het water aangekomen moet zo’n tandem eerst een weekje 'opwarmen' en, als een klein sponsje (padden drinken zelden door hun bek) door hun huid water opnemen voordat ze kunnen paren. De mannetjes die alleen zijn aangekomen, zoeken een plekje langs de kant of bij drijvende takken e.d. om eventuele vrouwtjes op te wachten. Ondertussen wordt er heel wat geduwd om de beste plek te veroveren.
Paring
Als alles goed gaat wordt een vrouwtje door een mannetje uitwendig bevrucht, en worden tussen de drie- en vijfduizend eitjes in twee snoeren aan waterplanten en drijfhout opgehangen. De padden zijn bijzonder kieskeurig waar ze dat doen, want zowel watertemperatuur, stroming als helderheid zijn van belang voor de ontwikkeling van de eitjes.
De nacht na de paring gaan de vrouwtjes het water uit en verblijven de rest van het jaar op het land in hun zomerbiotoop (padden hebben geen ‘territorium’ in de strikte zin van het woord), tot ze in winterrust gaan. De mannetjes volgen een paar weken later, als er echt geen vrouwtjes meer zijn om mee te paren.
