

Vogelgriep (officieel Aviaire Influenza en kortweg AI) is, zoals de naam al aangeeft, een ziekte die onder vogels voorkomt. De ziekte wordt veroorzaakt door een virus, waarvan verschillende varianten bestaan. Met vogelgriep besmette vogels scheiden het virus uit via hun luchtwegen, oogvocht en ontlasting.
Verspreiding van de ziekte kan plaatsvinden via direct contact tussen vogels of indirect via de lucht of door blootstelling aan besmet materiaal, zoals mest, voer, kratten en andere transportmiddelen. Voor zover bekend zijn niet alle vogels gevoelig voor vogelgriep. In elk geval gevoelig zijn hoenderachtigen (kippen, kalkoenen, fazanten, kwartels, parelhoenders, pauwen) en watervogels (eenden, ganzen, zwanen). Ook van waadvogels, strandvogels, loopvogels (struisvogels, nandoes, emoes, pauwen) en spreeuwen is bekend dat ze gevoelig zijn voor de vogelgriep.
Dieren op pluimveebedrijven (kippen, eenden, kalkoenen) kunnen besmet raken door (indirect) contact met besmette wilde vogels.
De eerste grote uitbraak van vogelgriep in de Nederlandse pluimveehouderij was in 2003. Toen gingen 30 miljoen dieren dood of werden ‘geruimd’. Vervolgens is het jarenlang rustig geweest, maar sinds 2014 komen er bijna jaarlijks uitbraken van vogelgriep voor. Ook worden er meer besmette wilde vogels gevonden dan een aantal jaar geleden – dat komt omdat deze populaties nu een meer ziekmakende variant van het virus dragen.
Vogelgriep is een zoönose, wat betekent dat ook mensen besmet kunnen raken. Het hangt af van de vogelgriepvariant hoe gevaarlijk deze is voor mensen. Besmettingen komen voor bij mensen die in direct en intensief contact zijn geweest met besmette dieren, zoals mensen die de dieren verzorgen of mensen die betrokken zijn bij ruimingen.
Voor zover bekend zijn niet alle vogels gevoelig voor vogelgriep. In elk geval gevoelig zijn hoenderachtigen (kippen, kalkoenen, fazanten, kwartels, parelhoenders, pauwen) en watervogels (eenden, ganzen, zwanen). Ook van waadvogels, strandvogels, loopvogels (struisvogels, nandoes, emoes), roofvogels, kraaiachtigen en spreeuwen is bekend dat ze gevoelig zijn voor de vogelgriep.
Vogelgriep is een meldings- en bestrijdingsplichtige ziekte, dit is vastgelegd in EU-wetgeving. Voor de bestrijding heeft Nederland een crisisdraaiboek vastgesteld. Als een pluimveehouder of een dierenarts bijvoorbeeld bovenmatig veel ziekte en sterfte in een stal ziet en vermoedt dat het om vogelgriep gaat, is hij verplicht dit bij de NVWA te melden. Het ‘verdachte bedrijf’ wordt direct afgesloten en er worden bloedmonsters genomen die door het Centraal Veterinair Instituut (CVI) in Lelystad worden getest op vogelgriep.
Is het bedrijf daadwerkelijk besmet met een ernstige vorm van vogelgriep (hoog pathogeen), dan begint de rijksoverheid direct met de bestrijding. Alle vatbare dieren op het bedrijf worden gedood. Vaak wordt er een landelijke ophokplicht ingesteld om contact tussen pluimvee en wilde vogels te voorkomen.
In een bepaalde straal rond het besmette bedrijf wordt een transportverbod afgekondigd. Transporten van pluimvee, eieren en broedeieren, pluimveevoer, pluimveemest en bodemstrooisel uit pluimveestallen van en naar boerderijen met pluimvee wordt verboden, of alleen nog één-op-één toegestaan, om te voorkomen dat bijvoorbeeld een veevoerwagen het griepvirus van de ene naar de andere boerderij overbrengt.
Bij een uitbraak van laag pathogene vogelgriep (een zwakkere variant) beperken de maatregelen zich meestal tot het getroffen pluimveebedrijf en kan ook worden besloten om de dieren niet te doden, maar om ze regelmatig te testen en zo te monitoren of het verantwoord is om de dieren te laten leven.
Wat betreft wilde vogels: het verschilt per gemeente wat de afspraken met de dierenambulance zijn. Onze dierenambulances proberen voor iedere vogel de beste zorg en oplossing te vinden. Soms betekent dit dat we naar een dierenarts gaan en als het kan, brengen we de vogel naar een gespecialiseerde opvang.
Bij het DWHC (Dutch Wildlife Health Center) zijn meldingen gekomen van enkele besmette zoogdieren. Denk hierbij aan een otter en een vos. Omdat er weinig zicht is op hoe het zit in de verdere populatie van deze in het wild levende dieren, is niet te zeggen hoeveel wilde dieren er ziek en overleden zijn. Wel is hiermee duidelijk dat het vogelgriepvirus over kan springen op zoogdieren. Het vermoeden is dat bij het DWHC het 'topje van de ijsberg' in zicht is.
Als je een dode vogel aantreft, weet je natuurlijk niet wat de doodsoorzaak is. Raak de dode vogel niet aan, aangezien vogelgriep ook besmettelijk kan zijn voor mensen. Houd onderstaande instanties op de hoogte en bel de dierenambulance om het dier op te laten halen of voor meer info.
Volgens de Dierenbescherming kan en moet er veel meer gedaan worden ter voorkoming van vogelgriep en kunnen en moeten uitbraken diervriendelijker worden bestreden.
De Dierenbescherming is tegen het preventief ruimen van gezonde dieren. Vooral als er goede alternatieven beschikbaar zijn. Daarnaast stelt de Dierenbescherming het welzijn van dieren voorop. Dieren die beschikken over een vrije uitloop naar buiten hebben een beter welzijn. Maatregelen als het langdurig ophokken van pluimvee tasten dit welzijn aan. Er moeten maatregelen worden getroffen die symptoombestrijding als ophokken tegengaan, zoals preventieve vaccinatie en het weren van pluimveebedrijven in risicogebieden. Ook bij vogelgriep geldt immers: voorkomen is beter dan genezen.
Ja, we blijven daarom lobbyen voor een diervriendelijke en preventieve aanpak tegen vogelgriep. Al jaren draagt de Dierenbescherming oplossingen aan waarvan we willen dat het verder onderzocht en doorgevoerd wordt, zoals:
Kippen met 2 of 3 sterren Beter Leven keurmerk hebben normaal gesproken toegang tot een vrije uitloop of bosrand. Als er een ophokplicht is, kunnen zij deze niet meer gebruiken. Wel hebben ze nog toegang tot de overdekte uitloop, waar ze ook het buitenklimaat kunnen ervaren, maar niet in contact komen met wilde vogels.
In de EU is afgesproken dat als de ophokplicht langer dan 16 weken duurt, vrije-uitloopeieren niet meer onder die naam verkocht mogen worden, maar afgewaardeerd moeten worden naar scharreleieren. Dat betekent dat ook eieren van bedrijven met 2 sterren Beter Leven keurmerk moeten worden verkocht als eieren met 1 ster. Voor eieren met 3 sterren geldt dit niet. Eieren met 3 sterren zijn bijvoorbeeld biologische eieren, en daarvoor is aparte EU-wetgeving. Ook hebben leghennen met 3 sterren meer ruimte in de stal en een grotere overdekte uitloop.
Omdat het afwaarderen van eieren de vrije-uitloopboeren veel geld kost, verkopen supermarkten sinds enkele jaren ‘solidariteitseieren’. Dat betekent dat de pluimveehouders dezelfde prijs krijgen voor de afgewaardeerde eieren. De Dierenbescherming steunt dit, omdat het belangrijk is dat vrije-uitloopbedrijven kunnen blijven bestaan terwijl er wordt gewerkt aan betere oplossingen tegen vogelgriep.
Zoogdieren, waaronder honden, katten en konijnen, kunnen gevoelig zijn voor vogelgriep. Ze kunnen besmet raken door het vangen en eten van besmette vogels.
Advies:
Een hond of kat met vogelgriep kan verschijnselen hebben als:
Bron: LICG
Op dit moment nog niet. De Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht houdt dit in de gaten. De Dierenbescherming is van mening dat je echter niet het risico moet nemen. Het is bekend dat zoogdieren ziek kúnnen worden, en voorkomen is altijd beter. Daarnaast kan hond of kat het virus ook verspreiden zonder zelf ziek te worden of met alleen lichte klachten die de eigenaars niet altijd zien. Dit virus kunnen ze van het ene (geïnfecteerde) vogelleefgebied naar het andere (nog vogelgriepvrije) leefgebied brengen. Op zo'n manier wordt door menselijk ingrijpen een 'bubbel' verbroken. Ook kan een hond of kat het virus naar bijvoorbeeld de kippen in de tuin overbrengen. Deze dieren zouden anders nooit in aanraking komen met het virus.
Overigens is wel bij twee vossen en een bunzing de diagnose vogelgriep gesteld, op basis van klinische klachten.
Ja, zoals de naam als zegt: vogelgriep is een griep die voornamelijk onder vogels voorkomt en dat maakt jouw kippen, eenden, ganzen en andere vogels kwetsbaar. Vooral als je woont in een landelijke omgeving waar ook volop wilde trek- en watervogels te vinden zijn.
Een vogel met vogelgriep herken je aan de volgende symptomen:
Bron: LICG
Alle soorten vogels zijn op andere manier vatbaar. De ziekte heeft altijd een ander effect op verschillende soorten vogels. Daar komt nog bij dat in het wild levende vogels al in aanmerking geweest kunnen zijn met een bepaalde vorm van vogelgriep. Die hebben dan al een vorm van immuniteit en beleven zo'n infectie anders, net als dat herinfecties van corona anders kunnen verlopen dan een eerdere infectie met een vorige variant.
Bron: RVO
Het afschermplicht zorgt ervoor dat eigenaren hobbyvogels moeten afschermen van wilde vogels. Het kan zijn dat kippen of andere vogels in een overdekte ren of volière gehouden worden. Kom je vogels tegen waarvan je denkt dat hun leefruimte te klein is? Bel dan het landelijk meldnummer voor dieren in nood: 144. Wat de reden ook is, vogels mogen niet zo maar in een te kleine ruimte leven.
Meld dit bij je dierenarts.
Mensen kunnen besmet raken met vogelgriep, maar dat komt bijna nooit voor. Dat kan alleen als je direct met besmette dieren in contact komt. Meestal zijn dit mensen die de dieren verzorgen of mensen die betrokken zijn bij ruimingen. De ziekte verloopt meestal mild, maar er zijn verschillende typen vogelgriepvirus die bij mensen wel ernstig kunnen verlopen. Op dit moment (februari 2022) is het risico dat iemand in de EU besmet raakt met het vogelgriepvirus ingeschat als laag.
Bron: RIVM
Het komt bijna nooit voor dat mensen besmet raken, maar áls ze besmet raken kunnen dit de symptomen zijn:
De vogelgriep lijkt in dit opzicht op een ‘gewone’ griep.
Bron: RIVM.
Volgens de Dierenbescherming kan en moet er veel meer gedaan worden ter voorkoming van vogelgriep en kunnen en moeten uitbraken diervriendelijker worden bestreden.
De Dierenbescherming is tegen het preventief ruimen van gezonde dieren. Vooral als er goede alternatieven beschikbaar zijn. Daarnaast stelt de Dierenbescherming het welzijn van dieren voorop. Dieren die beschikken over een vrije uitloop naar buiten hebben een beter welzijn. Maatregelen als het langdurig ophokken van pluimvee tasten dit welzijn aan. Er moeten maatregelen worden getroffen die symptoombestrijding als ophokken tegengaan, zoals preventieve vaccinatie en weren van pluimveebedrijven in risicogebieden. Ook bij vogelgriep geldt immers: voorkomen is beter dan genezen.
We blijven lobbyen voor een diervriendelijke en preventieve aanpak tegen vogelgriep. Al jaren draagt de Dierenbescherming oplossingen aan waarvan we willen dat het verder onderzocht en doorgevoerd wordt, zoals:
Ja de dierenambulance haalt zieke vogels (die vogelgriep kunnen hebben) op en brengt die bijvoorbeeld naar de wildopvang of dierenarts. Daarbij houden de medewerkers zich aan de protocollen van LNV. Zo dragen ze o.a. beschermende kleding bij meldingen van verdachte vogels.
Veel dierenambulances van de Dierenbescherming hebben een afspraak met de gemeente om ook dode vogels (of andere dode wilde dieren) op te halen. Dit doen ze tijdens een uitbraak van vogelgriep volgens aanvullende protocollen.
Onze dierenambulances proberen voor iedere vogel de beste zorg en oplossing te vinden. Soms betekent dit dat we naar een dierenarts gaan en als het kan, brengen we de vogel naar een gespecialiseerde opvang.
Ja. Bij een flinke uitbraak hebben onze dierenambulances een dagtaak aan het ophalen van zieke en dode vogels. Die drukte komt mede door alle maatregelen waar wij ons aan houden. Zo dragen onze medewerkers extra beschermende kleding, mag er slechts één vogel per keer vervoerd worden en moet de dierenambulance na iedere rit grondig worden schoongemaakt.
Voor meer informatie over vogelgriep verwijzen we je graag door naar de volgende webpagina's: