Meerderheid Europa verwelkomt de wolf

Door: Femmie Smit Programmamanager In het Wild Levende Dieren

Minstens driekwart is het ermee eens dat boeren en burgers die op het platteland naast wolven en andere wilde dieren wonen, dit moeten doen zonder ze te schaden. Hoewel 38% van de Europeanen denkt dat wolven een risico vormen voor mensen, zegt slechts 39% dat ze weten hoe ze zich moeten gedragen als ze een wolf tegenkomen.
Uit het Nederlands onderzoek blijkt ook dat er onder een deel van de ondervraagden (36%) behoefte is aan meer informatie. Er kan dus meer worden gedaan om de hedendaagse burger te leren hoe ze weer naast wolven kunnen leven.
Natuurlijk gedrag vs. ‘kille moord'
Hoewel de burger van mening is dat we naast wolven moeten leren leven, zie je in het publieke en politieke debat de druk toenemen om het beschermingsregime van de wolf te verlagen. De grootste tegenstanders hoor je natuurlijk het hardst in de (social) media roepen dat het dier moet worden afgeschoten, en een aantal politici duikt daar bovenop. Het is natuurlijk ook flink schrikken wanneer je naar je schapen toegaat en ziet dat dieren zijn gedood door een wolf. Maar kun je het die wolf echt kwalijk nemen dat het dier zijn natuurlijk gedrag vertoont?
Het is beter om in te zetten op goede voorlichting en ondersteuning van de overheid aan de veehouders bij het nemen van beschermingsmaatregelen. Dat is namelijk iets wat de burger wel wil, zo blijkt uit het Nederlandse en Europese onderzoek. 86% Van de Europese respondenten vindt dat de Nationale regeringen en de EU de boeren moeten helpen via financiering om boerderijdieren te beschermen tegen aanvallen van wolven! Gek genoeg ziet een deel van de veehouders dáár dan weer niets in.

Vee beschermen
Het dilemma, dat er onder burgers groot draagvlak is voor het inzetten van preventieve maatregelen om vee te beschermen tegen wolven, maar dat de veehouder daar geen heil in ziet en roept om afschot, is niet alleen aanwezig in het wolvendebat. Ook bij andere wilde dieren, zoals ganzen, is de burger voorstander van de inzet van middelen die het mogelijk maken om samen met wilde dieren te leven. Maar in de praktijk komt daar bar weinig van terecht.
In de vele discussies die de Dierenbescherming voert in faunabeheereenheden, waar boeren, jagers en natuurterreinbeheerders zitting hebben, is de gangbare ‘oplossing’ afschot. Daar waar de landbouw en veehouderij op andere gebieden claimt innovatief te werk te gaan, geldt dat op het gebied van faunawering in elk geval nog lang niet. Toch jammer, want ook zonder veel hightech innovatie is het goed mogelijk om je vee tegen wolven te beschermen. Elektrische rasters en het ’s nachts ophokken helpen heel goed. Op die manier kunnen wolven en vee prima naast elkaar leven.
Voor automatische ganzenbescherming via verjaging is er ook al het een en ander mogelijk, zoals het automatisch verjagen via lasers. Maar ook hier zijn nog veel innovatieve stappen te maken, want het liefst wil je dat verjaging alleen plaatsvindt van de soorten waar je last van hebt, en niet van soorten die het niet zo goed meer doen (zoals de kievit, grutto e.d.). Maar daar zijn partijen hard op weg om middelen te ontwikkelen die het mogelijk maken om ganzen te ver- in plaats van bejagen.
Afschot hoeft niet
Laten we hopen dat de politici, die feitelijk besluiten over leven en dood van wilde dieren, mede door dit soort opinieonderzoeken, ook zien dat verruimen van de afschotmogelijkheden voor wolven, maar ook voor andere wilde dieren zoals ganzen, geen duurzame oplossing is! De burger vindt het niets, de boer is er in feite niet mee geholpen, want het ene doodgeschoten wilde dier is zo weer vervangen door een ander wild dier. En het wilde dier, dat toch al enorm onder druk staat in de huidige maatschappij, heeft er al helemaal geen baat bij om opgejaagd te worden met het geweer. Laten we liever met zijn allen kijken hoe we op innovatieve wijze met elkaar samen kunnen leven. En steek als politici de tijd, energie en geld in projecten die hier aan bijdragen.