Trijnie: “Ik ben in 1990 begonnen met collecteren. Voordat ik het goed en wel in de gaten had, was ik ook wijkhoofd. En dat ben ik nog steeds. Ik heb twee wijken onder mijn hoede, waar ruim veertig collectanten wonen. Elk jaar in augustus bel ik ze alvast met de vraag of ik weer op ze mag rekenen. Ze zijn erg trouw en toegewijd, dus meestal zegt iedereen ja. Zelf ben ik door de jaren heen ook steeds fanatieker geworden. Als iemand onverhoopt uitvalt, ga ik gewoon de deuren langs om nieuwe collectanten te zoeken.

Liefde voor dieren
Zelf ben ik officieel al lang geen collectant meer, maar toch doe ik het nog steeds elk jaar. Dan neem ik een paar straten over van iemand uit mijn wijk, of ik fiets naar het centrum van Arnhem om daar met de bus te gaan staan. Mijn drive is een diepgewortelde liefde voor dieren. Gelukkig heeft mijn man dat ook, want ik denk niet dat ik met iemand zou kunnen leven zonder een groot hart voor dieren.
Hij helpt me ook al jaren bij de voorbereidingen. Want dat collecteren nog steeds hard nodig is, zie ik overal om me heen. Dierenambulances zijn dag en nacht in touw om dieren te vervoeren en de mensen in de asielen staan altijd klaar voor dieren die opvang nodig hebben. Om dit te kunnen blijven doen, is geld nodig. De Dierenbescherming maakt zich hard voor al deze dieren in nood. Dit is mijn manier om een steentje bij te dragen.”