
Honden
Hoe zit dat met honden? Sommige rassen kunnen supergoed tegen kou en andere juist helemaal niet. Husky’s en Sint Bernard-honden vinden het helemaal niet erg om naar buiten te gaan met koud weer. Die hebben een hele dikke vacht. Kleine honden met een dunne vacht hebben buiten een speciaal jasje of dekje nodig om warm te blijven.
Honden met een dikke vacht kunnen wel last krijgen van hun voetzolen als er sneeuw ligt. Het is aan te raden de voetzooltjes in te smeren met vaseline of een speciaal smeersel van de dierenarts. Als er zout is gestrooid, kunnen honden ook last krijgen. Dan is het belangrijk dat de pootjes na het wandelen goed schoon geveegd worden.
Als het zelfs zo koud is dat er ijs ligt, moeten baasjes goed opletten dat hun hond niet op het ijs gaat staan. Hij kan uitglijden of er zelfs doorheen zakken. En dat is gevaarlijk en koud!
Het is natuurlijk hartstikke leuk, zo’n sneeuwballengevecht met de hond. Maar echt goed is het niet. Als een hond teveel sneeuw binnenkrijgt, krijgt hij buikpijn.

Katten
Katten kunnen best goed tegen de kou. Ze krijgen een dikke wintervacht die hen goed beschermt. Een kat die gewend is naar buiten te gaan, kan dus rustig naar buiten. Hij moet wel weer naar binnen kunnen als hij dat wil. Als hij te lang in de kou zit is dat natuurlijk niet fijn!
Hoewel katten goed tegen lage temperaturen kunnen, zitten ze het liefst op een warme plek. Ze liggen graag tegen de kachel aan, zitten bij de openhaard of kruipen onder de dekens.

Konijnen
Konijnen die buiten in een hok zitten kunnen daar best in de winter blijven. Ze ontwikkelen een dikke wintervacht. Het konijn heeft alleen wel een warm nachthok met veel stro nodig.
Het hok mag niet op de tocht staan. Mocht het echt ijzig koud worden, dan kan het hok beter even in de schuur staan. Het konijn binnen in huis zetten is een te groot temperatuurverschil.

Knaagdieren
Knaagdieren zoals cavia’s, ratten en muizen kunnen het best binnen staan. Ze krijgen geen lekkere dikke wintervacht om zich warm te houden. De dieren mogen niet op de tocht staan, daar kunnen ze heel ziek van worden. In de winter kan een beetje extra stro natuurlijk geen kwaad, want ook in huis kan het kouder zijn in de winter.
Baasjes moeten ook opletten dat ze niet te koude handen hebben, als ze hun knaagdier oppakken. Daar kunnen ze erg van schrikken.

Vijvervissen
De meeste vijvervissen kunnen in de winter gewoon buiten blijven. Alleen de kleine jonge vissen overleven de kou misschien niet en kunnen beter even binnen staan. Die hebben nog niet genoeg vet om zich warm genoeg te houden.
Vissen voeren kan tot 5 graden. Bij lagere temperaturen schakelen vissen over op een soort ruststand. Ze hebben dan weinig energie nodig en eten dan niet.
Als mensen fonteintjes in hun vijver hebben, kunnen die bij koud weer het beste uitgezet worden. Omdat het water boven komt, koelt het nog verder af en krijgen de vissen het nog kouder! Als er ijs op de vijver ligt, is het slim een wak te maken. Baasjes moeten dit wel voorzichtig doen, want ze moeten niet per ongeluk een vis een klap verkopen met een stuk ijs.
Koikarpers kunnen niet zo goed tegen temperatuurswisselingen. De vijver kan dan het beste afgedekt met bubbeltjesplastic. Zo blijft de temperatuur constant.
Om te voorkomen dat een vijver dichtvriest kan men een ijsvrijhouder kopen. Zo blijft het water van een betere kwaliteit.

Paarden
Paarden krijgen in de winter een dikke vacht. Hierdoor kunnen ze goed tegen kou en zelfs sneeuw vinden ze niet erg. Ze kunnen dus gewoon in de wei staan. Vooral IJslanders en Shetlandpony’s krijgen een dik winterpak. Het is wel fijn voor ze als ze ergens kunnen schuilen, als het bijvoorbeeld hard gaat stormen. Paarden die geschoren worden hebben een deken nodig om warm te blijven.
Het is belangrijk dat paarden genoeg te drinken hebben. Ze hebben daarom altijd vers water nodig. En dat water moet dan niet bevroren zijn natuurlijk.

Schapen, koeien en geiten
Schapen, koeien en geiten kunnen prima buiten blijven in de winter. Ze hebben wel beschutting nodig om te kunnen schuilen. Ook hebben ze extra voer nodig. Daarmee houden ze zich warm.

Kippen
Kippen houden niet zo van kou. Hun lellen kunnen zelfs bevriezen! Daarom moeten ze zich kunnen verschuilen in een lekker warm hok met stro.

Egels
Egels houden een winterslaap. In de herfst eten ze zich helemaal vol en zoeken dan een warm plekje. Ze kruipen graag onder hopen bladeren. Mensen met een tuin kunnen daarom hopen bladeren beter laten liggen.

Eekhoorns
Eekhoorns houden geen winterslaap, maar een winterrust. Van tevoren slaan ze een hoop voedsel op en verstoppen het. Zo kunnen ze in de winter rustiger aandoen en veel in een warm holletje zitten.

Vogels
Sommige vogels trekken weg naar warmere landen. Andere vogels komen juist hierheen, die komen ergens vandaag waar het nog kouder is! Ook zijn er vogels die gewoon in Nederland blijven. Ze krijgen een extra donslaag om warm te blijven.
In de winter kan het voor vogels best moeilijk zijn om voedsel te vinden. Er zijn geen besjes meer en insecten verstoppen zich in de winter. Als het al een paar dagen vriest, kun je ze helpen door bijvoorbeeld vogelvoer te geven (het liefst voer dat is goedgekeurd door de Vogelbescherming).
Wat doet de Dierenbescherming in de winter?
Als het lang koud blijft, helpt de Dierenbescherming vogels een handje om de winter door te komen. Die hebben dan grote moeite om nog eten te vinden. Ganzen, eenden en andere vogels worden dan bijgevoerd.
De Dierenbescherming
Er leven veel dieren in Nederland. Dieren in de natuur, zoals vogels en vissen, maar ook huisdieren. Daarnaast houden we dieren voor hun vlees, eieren of de melk.
Helaas gaat het niet altijd goed met ze. De Dierenbescherming is een organisatie die zich inzet voor alle dieren die hulp nodig hebben. Zo heeft de Dierenbescherming dierenasielen. Er rijden ook dierenambulances van de Dierenbescherming rond. En onze inspecteurs gaan op meldingen af van dierenmishandeling. De Dierenbescherming vraagt ook aan de regering om strengere regels en wetten te maken om de dieren te beschermen, zoals wetten over proefdieren.
Weetjes
- Kikkers en padden graven zich in, in de modder om te overwinteren.
- Als er weinig voedsel is, eten herten boomschors om te overleven.
- Ook vleermuizen houden een winterslaap.
- Brood is te vet en te zout voor eenden. Je kunt ze beter kippenkorrels met wat graan erbij geven.
- Katten kruipen soms onder de motorkap, dat vinden ze lekker warm. Maar dat kan wel gevaarlijk zijn! Mensen die autorijden in de winter kunnen dus het beste even op de motorkap kloppen voordat ze wegrijden.
Meer informatie
Hier vind je nog meer informatie voor je spreekbeurt: www.dierenbescherming.nl/wintertips.
Filmpjes
Deze twee filmpjes kun je misschien gebruiken voor je spreekbeurt!