Chip de kat

Vinden katten altijd hun weg terug? Helaas niet. Soms schrikken ze ergens van, rennen ze weg en verdwalen ze. Ook binnenkatten kunnen ongepland op pad gaan. Jaarlijks worden bij de Dierenbescherming duizenden katten opgevangen. Maar van de overgrote meerderheid vinden we het baasje niet terug. Met een chip wordt veel leed bij dier en mens voorkomen.

Een chip kan je zonder speciale apparatuur niet aflezen. Dat kan bij een halsband met informatie natuurlijk wel. Maar een halsband kan losraken, terwijl een chip altijd bij het dier blijft.

In heel uitzonderlijke gevallen kan een chip een klein stukje verplaatsen in het lichaam. Dit gebeurt heel zelden, en een dier heeft daar verder geen last van. De chip levert geen gevaar op voor de dieren.

Waarom zou je de kat laten chippen als hij/zij nooit buiten komt? Juist binnenkatten die per ongeluk buiten terecht komen, vinden de weg vaak niet terug. Zij hebben een minder ontwikkeld oriëntatievermogen dan buitenkatten.

In ons onderzoek gaf 37% van de deelnemers aan dat ze hun kat niet te lieten chippen, omdat het dier nooit buitenkwam. Maar zelfs de grootste huismus kan ooit op een onbewaakt moment op avontuur gaan. Een openstaande deur, een ritje naar de dierenarts, een oppas tijdens een vakantie. Het kan misgaan. Een gechipte kat is snel weer thuis, want de dierenambulance en het dierenasiel kunnen de gegevens opzoeken. Katten waar we de baas niet van kunnen achterhalen, worden twee weken in het asiel opgevangen voor ze beschikbaar zijn om opnieuw geadopteerd te worden.

Een kat chippen kost doorgaans tussen €25 en €55,- (bron 112 huisdier). De kosten bestaan uit de chip en het plaatsen van de chip. De chip moet ook aangemeld worden bij een database.

Door het land heen zijn ook verschillende initiatieven waardoor het chippen financieel een stuk aantrekkelijker of zelfs voor niks is. Denk aan de jaarlijks terugkerende gratis Chipmaand in Rotterdam (november) en in de gemeente Nissewaard (december). Daarnaast hebben veel dierenartsen zo nu en dan kortingsacties. Neem voor meer informatie contact op met een dierenarts bij jou in de buurt.

Een chip is ongeveer zo groot als een rijstkorrel. Deze wordt onderhuids aangebracht, tussen de schouderbladen. Je kat voelt dat als een klein prikje, maar als de chip eenmaal zit, voelt hij er niets meer van.

Er is geen minimumleeftijd om te chippen. Vaak wordt het bij katten gecombineerd met vaccinaties rond de negen weken. Maar ook een oudere kat kun je zonder problemen chippen.

Elke chip bevat uniek registratienummer van 15 cijfers. Dat is terug te vinden op het registratiebewijs. Om een chip uit te lezen is speciale apparatuur nodig, een zogeheten 'chip reader'. De dierenambulance, elk dierenasiel en elke dierenarts in Nederland kan de chip uitlezen.

Als je het chipnummer hebt, kun je direct controleren of de gegevens nog kloppen. Een chip kan geregistreerd staan bij verschillende databases. Via de website https://chipnummer.nl kun je kijken bij welke database jouw kat staat geregistreerd (als je dat niet meer weet). Daar kun je vervolgens nagaan of de gegevens nog kloppen.

Als je kat is gechipt, moeten deze gegevens nog wel geregistreerd worden bij een databank. Vaak doen dierenartsen, dierenasielen of fokkers dit al. Zo niet? Dan moet je dit zelf nog even regelen. Let op dat de databank wel is aangesloten bij Chipnummer.nl. Kijk hier voor een overzicht van alle databanken.