Transport van kalveren

Nederland houdt jaarlijks 1,4 miljoen kalveren om vet te mesten en te slachten. Meer dan de helft van deze kalfjes komt uit het buitenland. Het vervoer van de jonge kalfjes zorgt voor veel dierenleed. Daarnaast brengen de transporten een groot risico op verspreiding van dierziekten met zich mee.

Het probleem met transport van kalfjes

Om melk te geven moet een koe elk jaar een kalf krijgen. Het merendeel van die kalfjes is waardeloos voor de melkveehouderij. Het gaat dan om de stiertjes die niet bruikbaar zijn voor de melkproductie en om 75 á 80% van de vaarsjes die niet nodig zijn voor vervanging van de melkkoeien.

Deze overtollige kalfjes gaan naar de kalvermesterij. Naast kalfjes uit Nederland komen er ook kalfjes uit het buitenland naar de Nederlandse kalvermesterij. Maar liefst een kwart miljoen van deze kalfjes worden vanaf een leeftijd van 14 dagen vervoerd over lange afstanden. Met dat transport is van alles mis en er kleven allerlei risico’s aan.

In opdracht van de Dierenbescherming heeft Eyes on Animals in de eerste helft van 2015 tweemaal een transport van kalveren gevolgd. Bij het eerste transport werden kalfjes van Letland naar Nederland gebracht. Kalvertransport Letland naar Nederland 2015..

Het tweede kalvertransport dat Eyes on Animals volgde, was vanuit Polen naar Nederland. En wat blijkt, de problemen die in het verleden gezien werden, treden nog steeds op: Kalvertransport Polen naar Nederland 2015

  • De kalfjes gaan veel te jong op transport

    Waar kalfjes in de natuur zes tot twaalf maanden bij hun moeder blijven, worden ze in de melkveehouderij direct na de geboorte bij de moeder weggehaald. Als ze 10 tot 14 dagen oud zijn gaan ze al op transport. Jaarlijks komen er zo’n 800.000 kalfjes naar Nederland. Een kwart miljoen hiervan wordt zelfs langer dan 8 uur vervoerd, tot soms wel 19 uur aan toe.

    Uitputtingsslag
    De jonge babykalfjes staan soms dagenlang in een vrachtwagen, op elkaar gepropt, vaak zonder drinken. Voor deze jonge dieren zijn lange afstandstransporten een ware uitputtingsslag. Ze kunnen hun evenwicht nog niet zo goed bewaren en zijn snel moe. Op een gegeven moment moeten ze wel liggen, ook al willen ze dat liever niet. Omdat hun afweerstysteem nog niet volgroeid is, worden ze onderweg vaak ziek. Drinken lukt de meeste kalfjes niet. In veewagens zitten wel waternippels, maar kleine kalfjes weten nog niet hoe ze daaruit moeten drinken. Sommige kalfjes zijn bij aankomst zó uitgeput dat ze niet meer zelfstandig de wagen uit kunnen komen, een enkel dier sterft zelfs onderweg.

    beeldmateriaal Eyes on Animals

    Dit moet stoppen.

    In Nederland bestaat een grote kalverindustrie die verantwoordelijk is voor dit gesleep met kalfjes. De Dierenbescherming roept daarom branche-organisatie SBK ter verantwoording. Lees hier onze oproep aan Joop Atsma, voorzitter Stichting Brancheorganisatie Kalversector.

  • Handel op veemarkten zorgt voor stress en mixen van ziektekiemen

    De jonge kalfjes worden van de melkveebedrijven opgehaald. Via veemarkten en verzamelcentra worden de kalfjes gemixt met vreemde soortgenoten en gesorteerd op onder andere ras, geslacht en conditie.

    Verspreiding dierziekten

    Als er voldoende kalfjes zijn (ongeveer 250 kalfjes) kan er een veewagen met aanhanger worden volgeladen met bestemming Nederland. Bij het mixen van kalfjes die van verschillende boerderijen komen, mix je ook de ziektekiemen van al die verschillende boerderijen. De jonge kalfjes lopen op deze manier veel risico in aanraking te komen met ziektes waar ze nog geen weerstand tegen hebben en ziek te worden. Vergelijk het maar met het mengen van baby’s en peuters in een crèche, maar dan dicht opeen gepropt en uren rijdend.

    beeldmateriaal Eyes on Animals


    Dit moet stoppen.

    In Nederland bestaat een grote kalverindustrie die verantwoordelijk is voor dit gesleep met kalfjes. De Dierenbescherming roept daarom branche-organisatie SBK ter verantwoording. Lees hier onze oproep aan Joop Atsma, voorzitter Stichting Brancheorganisatie Kalversector.

  • De kalfjes zitten dicht opeen in de wagen, blootgesteld aan lawaai, weer en wind

    De jonge kalfjes worden van de melkveebedrijven opgehaald. Via veemarkten en verzamelcentra worden de kalfjes gemixt met vreemde soortgenoten en gesorteerd op onder andere ras, geslacht en conditie.

    Verspreiding dierziekten

    Als er voldoende kalfjes zijn (ongeveer 250 kalfjes) kan er een veewagen met aanhanger worden volgeladen met bestemming Nederland. Bij het mixen van kalfjes die van verschillende boerderijen komen, mix je ook de ziektekiemen van al die verschillende boerderijen. De jonge kalfjes lopen op deze manier veel risico in aanraking te komen met ziektes waar ze nog geen weerstand tegen hebben en ziek te worden. Vergelijk het maar met het mengen van baby’s en peuters in een chreche, maar dan dicht opeen gepropt en uren rijdend.

    Dit moet stoppen.

    In Nederland bestaat een grote kalverindustrie die verantwoordelijk is voor dit gesleep met kalfjes. De Dierenbescherming roept daarom branche-organisatie SBK ter verantwoording. Lees hier onze oproep aan Joop Atsma, voorzitter Stichting Brancheorganisatie Kalversector.

  • Vallende kalfjes worden vertrapt en verwond

    In de veewagen zitten de kalfjes opgepropt. De dieren worden blootgesteld aan lawaai, schokken en weer en wind.

    Opgepropt

    De jonge dieren worden, amper twee weken oud, per vrachtwagen en uit Ierland zelfs deels per boot, naar ons land gebracht. Tijdens deze transporten mogen de kalfjes negen aaneengesloten uren worden vervoerd, waarbij ze per kalfje slechts een ruimte van 0,3 m2 (30 bij 100 centimeter) hebben. De veewagens hebben drie lagen; elke verdieping is 90 centimeter hoog. De ventilatie in de vrachtwagens is vaak slecht: in de winter is het koud en winderig en in de zomer bloedheet. De jonge kalfjes kunnen dat helemaal niet aan. Hun immuunsysteem is nog niet volledig ontwikkeld en ze hebben weinig weerstand. Veel kalveren worden dan ook al onderweg of binnen enkele weken na aankomst in Nederland ziek als gevolg van de ontberingen tijdens het transport.

    beeldmateriaal Eyes on Animals


    Dit moet stoppen.

    In Nederland bestaat een grote kalverindustrie die verantwoordelijk is voor dit gesleep met kalfjes. De Dierenbescherming roept daarom branche-organisatie SBK ter verantwoording. Lees hier onze oproep aan Joop Atsma, voorzitter Stichting Brancheorganisatie Kalversector.

  • De kalfjes krijgen urenlang niets te drinken

    Een ander probleem van de lange afstandstransporten is dat de kalveren tijdens de rit niet kunnen drinken. Kalfjes horen minstens elke twee uur bij hun moeder te drinken. Op transport wordt na negen uur rijden één uur gestopt zodat de kalfjes kunnen drinken.

    Drinken is niet mogelijk

    Bert van den Berg, programmamanager veehouderij bij de Dierenbescherming, vertelt: “Omdat de kalfjes nog een grote zuigreflex hebben, zijn ze voortdurend op zoek naar een speen. De transportwagens hebben een watervoorziening in de vorm van drinknippels in de zijwanden, maar de meeste kalfjes kunnen daar in de overvolle veewagen helemaal niet bij. Bovendien zijn ze nog te klein om te begrijpen hoe de nippels werken. Om de dieren te laten drinken en rusten, zijn chauffeurs wettelijk verplicht om na negen uur rijden een uur te pauzeren. Maar in de praktijk komt het erop neer dat ze die pauze vaak overslaan of inkorten, omdat het onmogelijk is om alle 250 kalfjes in een veewagen in zo’n korte tijd van drinken te voorzien.”

    beeldmateriaal Eyes on Animals

    Dit moet stoppen.

    In Nederland bestaat een grote kalverindustrie die verantwoordelijk is voor dit gesleep met kalfjes. De Dierenbescherming roept daarom branche-organisatie SBK ter verantwoording. Lees hier onze oproep aan Joop Atsma, voorzitter Stichting Brancheorganisatie Kalversector.

  • Rustplaats tijdens lang transport wordt vaak overgeslagen

    Bij reizen die langer dan 19 uur duren, moet een halteplaats worden aangedaan om kalfjes uit te laden en 24 uur te laten rusten. Dit wordt vaak overgeslagen, want tijd is geld.

    Geen rust

    Na 19 uur reizen is de chauffeur wettelijk verplicht om de kalfjes op een halteplaats uit te laden, waar ze drinken krijgen en 24 uur mogen rusten in een stal op stro. “Regelmatig komt het echter voor dat dit ‘dierenhotel’ wel wordt geboekt, omdat de overheid anders geen exportvergunning geeft voor het veevervoer, maar dat de halteplaats voorbij wordt gereden. Tijd is tenslotte geld en het dierenwelzijn is daaraan ondergeschikt,” zegt Bert van den Berg, programmamanager veehouderij bij de Dierenbescherming. De reis van vele honderden kilometers is dan ook ontzettend zwaar voor de kalfjes.

    beeldmateriaal Eyes on Animals

    Dit moet stoppen.

    In Nederland bestaat een grote kalverindustrie die verantwoordelijk is voor dit gesleep met kalfjes. De Dierenbescherming roept daarom branche-organisatie SBK ter verantwoording. Lees hier onze oproep aan Joop Atsma, voorzitter Stichting Brancheorganisatie Kalversector.

  • Bij aankomst hebben veel kalfjes longontsteking en diarree

    De kalfjes komen uitgeput, uitgedroogd en soms gewond in Nederland aan. Geen wonder dat vele longontsteking en diarree hebben en het medicijngebruik w.o. antibioticagebruik hoog ligt.

    Veel antibiotica nodig

    De reis van vele honderden kilometers is dan ook ontzettend zwaar voor de kalfjes. Door de stress, de blootstelling aan weer en wind en het gebrek aan rust, ruimte en drinken, is het geen wonder dat veel dieren bij aankomst op de kalvermesterijen in Nederland diarree en longontsteking hebben en vaak antibiotica nodig hebben om beter te worden en weer op krachten te komen. De kalversector gebruikt dan ook veel antibiotica, met alle risico’s van dien. Bacteriën kunnen door veelvuldig gebruik resistent worden tegen antibiotica en zo niet alleen voor de diergezondheid, maar ook voor de volksgezondheid een bedreiging vormen. Ook daarom moet er een eind komen aan het gesleep met kalfjes over lange afstanden.

    beeldmateriaal Eyes on Animals

    Dit moet stoppen.

    In Nederland bestaat een grote kalverindustrie die verantwoordelijk is voor dit gesleep met kalfjes. De Dierenbescherming roept daarom branche-organisatie SBK ter verantwoording. Lees hier onze oproep aan Joop Atsma, voorzitter Stichting Brancheorganisatie Kalversector.

  • Transport zorgt voor risico op import van besmettelijke dierziekten

    Invoer van kalfjes over lange afstanden vormt een groot risico op insleep van dierziektes als Bovine Virus Diarree (BVD), Runder TBC, mond- en klauwzeer (MKZ), maar ook bijvoorbeeld varkenspest.

    Russische roulette

    "Feitelijk is het gewoon Russische roulette," zegt Bert van den Berg, programmamanager veehouderij bij de Dierenbescherming. "Het is niet de vraag óf, maar wanneer er weer een dierziekte wordt meegesleept naar ons land. De laatste mond-en-klauwzeer uitbraak begon tenslotte ook met het vervoer van een ziek Iers kalfje naar Nederland." De kalvertransporten zorgen dus niet alleen voor veel dierenleed, maar brengen ook nog eens de gezondheid van het overige vee in Nederland in gevaar.

    Dit moet stoppen.

    In Nederland bestaat een grote kalverindustrie die verantwoordelijk is voor dit gesleep met kalfjes. De Dierenbescherming roept daarom branche-organisatie SBK ter verantwoording. Lees hier onze oproep aan Joop Atsma, voorzitter Stichting Brancheorganisatie Kalversector.

Stop kalvertransport!

In december 2015 en januari 2016 voerde de Dierenbescherming campagne om een eind te maken aan de lange afstandstransporten van kalveren. Lees hier de resultaten van deze campagne. Nota 'Kalvertransport? Hou het kort!'

Voor een diergerichte, duurzame veehouderij

De veehouderij heeft al jaren te maken met crises en structurele problemen. Daarom hebben we het Deltaplan Veehouderij opgesteld. Hierin schetsen we hoe een diergerichte, duurzame veehouderij er in 2050 volgens ons uit moet zien.

Andere berichten over veehouderij