Na goedkeuring van deze plannen door de provincie, hebben grondgebruikers de mogelijkheid om bepaalde dieren te (laten) verjagen, doden of nesten te verstoren om overlast en schade te beperken.
Duurzaam beheer van dierpopulaties
In eerste instantie bestond het bestuur van een faunabeheereenheid uit vertegenwoordigers van agrariërs, jachthouders en terreinbeherende organisaties, zoals Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Vanaf 2017, onder de Wet natuurbescherming, moest de eenheid uitgebreid worden met een maatschappelijke organisatie die duurzaam beheer van populaties nastreeft. De Dierenbescherming is vervolgens gevraagd om aan een aantal faunabeheereenheden deel te nemen.

Zetels Dierenbescherming
Op dit moment hebben wij een zetel in het bestuur van Flevoland, Utrecht, Gelderland, Groningen, Noord‐Brabant en Zeeland. Daarnaast delen we een halve zetel en 1/3 zetel in respectievelijk Zuid‐Holland en Limburg. In Drenthe hebben we geen zetel maar zitten we, samen met een aantal groene organisaties, in een klankbordgroep die gezamenlijk advies geven aan de Faunabeheereenheid.
Diervriendelijke alternatieven
De Dierenbescherming neemt deel aan deze faunabeheereenheden om bewustwording te bevorderen van diervriendelijkere alternatieven die ingezet kunnen worden bij overlast in plaats van het doden van dieren. Zij vindt het belangrijk dat deze alternatieven verankerd zijn of worden in faunabeheerplannen, zodat het doden van dieren minder noodzakelijk is. Wij gaan er vanuit dat door deel te nemen het belang van het dier en zijn of haar welzijn beter tot zijn recht komt en serieuzer wordt meegewogen in de faunabeheerplannen.
Dierenleed voorkomen
Met onze deelname keuren wij niet het landelijk en provinciaal beleid en wetgeving omtrent jacht, schadebestrijding en beheer goed. Wij proberen de situatie te veranderen door het doden van dieren die 'overlast' veroorzaken om te buigen naar alternatieven die zo min mogelijk dierenleed veroorzaken.
Proefperiode
De faunabeheereenheid is voor de Dierenbescherming een platform waarin wij, in een proefperiode van een aantal jaar, diervriendelijkere alternatieven in plaats van het doden van dieren promoten. Na deze periode evalueren wij wat onze bijdrage oplevert voor het welzijn van dieren en zullen wij opnieuw onze positie bepalen.