Ondoorzichtige caviahandel geen reden voor verscherpt toezicht

Minister Carola Schouten beantwoordde deze week Kamervragen over de handel in cavia’s. Aanleiding vormde het TV-programma Kassa, dat november vorig jaar undercoverbeelden maakte bij een groothandel in cavia’s en andere dieren. De Partij voor de Dieren stelde de minister vragen over deze praktijken.

Ondoorzichtige caviahandel geen reden voor verscherpt toezicht

De minister lijkt niet van plan te zijn om naar aanleiding van de aangetroffen situatie bij de groothandel, het toezicht en controle op de branche te verscherpen. De dierenwelzijnsregels voor bedrijfsmatig gehouden dieren zijn leidend en bij overtreding kunnen LID en NVWA handhavend optreden.

Geen registratie
Bij het ministerie wordt de handel in cavia’s niet geregistreerd zodat het schatten blijft naar de omvang van de branche. Fokkers en handelaren moeten wél aantallen bijhouden. De Dierenbescherming vraagt zich af of er geen verplichting kan komen voor bedrijven om aantallen dieren in een landelijke database van de overheid te zetten, zodat er meer transparantie komt in de commerciële huisdiersector. Zonder transparantie blijft het waarborgen van dierenwelzijn moeilijk.

Risicogericht toezicht
De minister gaf aan dat er sprake is van risicogericht toezicht. Dat wil zeggen dat er controles plaatsvinden, daar waar het risico op wetsovertreding het grootst is. Wij willen graag weten naar welke punten dan in het bijzonder wordt gekeken. En daarbij: worden de risico’s op overtreding niet onderschat

Doding
De cavia kan – net als andere kleine knagers en konijnen – ook als voederdier gefokt worden, met een voortijdige dood tot gevolg. Maar ook gezonde dieren die als gezelschapsdier worden gefokt, worden nogal eens gedood omdat ze bijvoorbeeld een ongewenste kleur hebben, of omdat het dier te oud is om nog te verkopen voor een goede prijs. Dit zorgelijke beeld kwam opnieuw naar voren in recent onderzoek van de Universiteit Utrecht naar gezelschapskonijnen en er is alle reden om aan te nemen dat dit beeld voor cavia’s niet anders is.
Schouten zegt toe om bij de evaluatie van de Wet Dieren, die dit jaar plaatsvindt, de situaties waaronder doding plaatsvindt, mee te nemen.
De dubbele status van de cavia: als gezelschapsdier en voederdier is deels debet aan een nog grotere ondoorzichtigheid in de sector. De Dierenbescherming pleit daarom voor gescheiden fok- en handelskanalen voor voederdieren en gezelschapsdieren.

Diereilanden
Het is in Nederland verboden om dieren in een etalage te zetten. De Partij voor de Dieren stelde voor dit verbod ook te laten gelden voor de knaagdiereilanden en glazen bakken met dieren in de dierenwinkel, of het tuincentrum. De minister is dit niet van plan. Ze geeft aan dat dieren altijd een schuilmogelijkheid moeten hebben, maar maakt niet duidelijk aan welke eisen de dierverblijven verder precies moeten voldoen. De Dierenbescherming vindt dat de wet op dit punt niet concreet genoeg is en dat dat anders moet. De eisen die in de sector gelden voor dierenwelzijn moeten helder zijn.

Samenvattend
Wij vinden dat er werk gemaakt moet worden van een betere dierregistratie door de overheid en de sector zelf, dat fok- en handelskanalen voor voederdieren en gezelschapsdieren uit elkaar moet worden getrokken en dat het Besluit Houders van Dieren daarop moet worden aangepast tijdens de evaluatie van de Wet Dieren die voor dit jaar op de agenda staat. We delen de opvatting van Schouten dat de overheid niet direct verantwoordelijk kan worden gehouden voor goed dierenwelzijn. In deze sector moet het Rijk wel zorgen voor meer strikte randvoorwaarden om dieren te mogen fokken, erin te handelen en ze te verkopen in een winkel.