
Ze klimmen ook graag op rotsen. Degoes zijn tussen de twaalf en twintig centimeter lang en hebben een staartje van tussen de tien en zestien centimeter. Het diertje weegt tussen de 175 en 300 gram.
Over hun hele lichaam hebben ze een korte vacht. Die is meestal bruingrijs, maar hij kan ook ‘blauw’, grijs of wit zijn. Degoes worden meestal tussen de vijf en acht jaar oud.
Als huisdier
Degoes zijn beweeglijke diertjes en houden er niet van om geknuffeld te worden. Dat maakt ze niet echt geschikt als huisdier voor kinderen.
Omdat degoes groepsdieren zijn, horen ze in elk geval met z’n tweetjes te zijn. Degoes die alleen leven vereenzamen. Het is het makkelijkst om alleen vrouwtjes te houden, want die vechten minder snel met elkaar. Alleen mannetjes in een groep zullen gaan vechten. Een gemengde groep kan wel goed gaan. Maar als de mannetjes niet gecastreerd worden kunnen de degoes (te)veel kleintjes krijgen.

Spelen en verstoppen
Degoes zijn dol op klimmen. Ze hebben daarom takken en plankjes in hun hok nodig. Anders wordt het leven in de kooi wel erg saai. Ook houden ze ervan om zich te verstoppen. Een nestkastje is daar handig voor. Met wat wc-papier kunnen ze zich goed vermaken.
Het hok
Degoes hebben een ruim hok nodig. De bodem moet minstens 100 bij 50 cm zijn. Omdat degoes van klimmen houden moet het hok minstens 50 cm hoog zijn. Degoes kunnen goed knagen, daarom moet het hok van glas of van metalen tralies zijn. Ze bijten namelijk zo door plastic heen. Een traliekooi kan zorgen voor teveel tocht. De kooi mag ook niet in het zonlicht staan.
Als bodembedekking zijn stofvrije houtkrullen geschikt. In de plashoek liggen bijvoorbeeld biologisch afbreekbare kattenbakkorrels. Die mogen niet stoffig zijn of klontjes vormen, want dan kunnen degoes erin stikken.

Voeding
Voor degoes is speciaal voer verkrijgbaar. Dat is niet overal verkrijgbaar, maar een mengsel van cavia- en chinchillavoer kunnen ze ook goed eten. Degoes kunnen niet goed tegen vet eten, pinda’s en zonnebloempitten zijn daarom niet goed voor hen. Degoes eten maar heel weinig. Per dag één of twee theelepels voer per degoe is al genoeg. Naast het voer moeten ze nog wat hooi krijgen. Hierdoor krijgen ze vezels binnen. Het knagen op hooi is ook goed voor hun tanden. Die slijten hierdoor. Tanden van degoes groeien altijd door, daarom is het goed dat ze zo ‘bijgeslepen’ worden.
Hoewel degoes fruit lekker vinden, is dat niet zo goed voor hen. Ze kunnen last van hun darmen krijgen. Degoes mogen ook niet te veel eten, dan worden ze te dik of kunnen ze suikerziekte krijgen. Degoes hebben natuurlijk ook water nodig. Niet uit een plastic flesje, want dat kunnen ze kapot knagen. Een glazen flesje werkt beter.
Familie degoe
Als het vrouwtje gedekt is duurt het 90 dagen voordat de kleintjes geboren worden. De degoebaby’s zijn al helemaal ‘af’ als ze geboren worden. Ze hebben al haartjes en hun oogjes zijn open. De kleintjes drinken de eerste weken melk bij hun moeder. Ook de vader kan helpen bij de opvoeding. Na een aantal weken gaan de kleine degoes ook het voer van hun ouders eten. Na ongeveer 8 weken kunnen ze hun ouders verlaten. Dan kunnen ze voor zichzelf zorgen.
Wat doet de Dierenbescherming voor de degoes?
Bij de Dierenbescherming horen een aantal knaagdieropvangcentra. Hier kunnen konijnen, cavia’s en ook degoes worden opgevangen als hun baasje niet meer voor hen wil of kan zorgen. Bij de dierenopvang kunnen ze door een nieuw baasje geadopteerd worden. Mensen die op zoek zijn naar degoes kunnen ze via www.ikzoekbaas.nl vinden (als ze er zijn op dat moment).

De Dierenbescherming
Er leven veel dieren in Nederland. Dieren in de natuur (zoals vogels en vissen) en huisdieren. Daarnaast houden we dieren voor hun vlees, eieren of de melk. Helaas gaat het niet altijd goed met ze. De Dierenbescherming is een organisatie die zich inzet voor alle dieren in Nederland die hulp nodig hebben. Zo heeft de Dierenbescherming bijvoorbeeld dierenasielen, dierenambulances en inspecteurs die op meldingen van dierverwaarlozing of –mishandeling afgaan. De Dierenbescherming vraagt ook aan de regering om strengere regels en wetten te maken om de dieren te beschermen, zoals wetten over proefdieren.
Weetjes
- Het klinkt een beetje gek, maar het is heel normaal: jonge degoes eten wel eens poep van hun ouders. Hierdoor kunnen ze vitamine B12 aanmaken.
- Als degoes niet genoeg te knagen hebben, worden hun tanden te lang. Die noem je dan olifantstanden.
- Degoes met suikerziekte kunnen staar aan hun ogen krijgen.
- Til een degoe nooit aan zijn staart op. Die kan er vanaf vallen.
- Degoes houden van een zandbad. Het is daarom handig om chinchillazand in een zware bak te doen.
- Om met elkaar te praten maken degoes piep- en gromgeluidjes.
Meer informatie
Hier vind je nog meer informatie voor je spreekbeurt: