Houdverbod

Op Werelddierendag, 4 oktober 2018, werd een wetsvoorstel voor een zelfstandig houdverbod met een maximum termijn van 10 jaar aangekondigd. Een mijlpaal! Dit is iets waar we al decennia op aandringen, maar we zijn er nog niet.

Deze tekst dateert van september 2019 en is inhoudelijk up-to-date. Nog altijd wachten we op de verdere, parlementaire behandeling van het wetsvoorstel. Zie hier de oproep die we hebben gedaan op Prinsjesdag 2020 en waarin we verder aandringen op het nu echt spoedig realiseren van het houdverbod’.
September 2021: het wetsvoorstel ligt inmiddels bij de Tweede Kamer, de Dierenbescherming dringt in een brief aan op snelle behandeling om nog verdere vertraging te voorkomen.

Lees hieronder meer informatie over het wetsvoorstel en wat het betekent als het zelfstandig houdverbod écht wet wordt. En lees onderaan meer over inhoudelijke punten van het houdverbod waarvan de Dierenbescherming vindt dat er goed naar gekeken moet worden.

Verschil onzelfstandig of zelfstandig houdverbod

Momenteel wordt een houdverbod voor huisdieren nog gekoppeld aan een voorwaardelijke straf. We noemen dit een onzelfstandig houdverbod. Veroordeelden die een boete hebben gekregen met als extra maatregel een houdverbod weten hier soms aan te ontsnappen. Haalt hij of zij namelijk tóch een dier in huis, dan moet de boete worden betaald en vervalt daarmee automatisch het houdverbod, aangezien de boete de eigenlijke straf was. Door het houdverbod als zelfstandige straf op te leggen, wordt deze maas in de wet gedicht en blijft een houdverbod ook na overtreding gelden. Bij de overtreder aangetroffen dieren worden meteen weer in beslag genomen.

Waarom wil de Dierenbescherming een zelfstandig houdverbod?

De Dierenbescherming heeft er jaren voor geknokt, vaak aandacht voor gevraagd, zelfs enquêtes georganiseerd om de politiek te overtuigen dat er brede steun is voor deze straf: een zelfstandig houdverbod voor dierenmishandelaars. Als dit wetsvoorstel straks echt wet is, biedt het niet alleen een rechter de mogelijkheid om dierenmishandelaars strenger te straffen en dierenleed te voorkomen, maar geeft de overheid ook een duidelijk signaal af dat zij mishandeling en verwaarlozing van dieren onacceptabel vindt.

Wie legt het zelfstandig houdverbod op?

Dat kan alleen een rechter. Als dit wetsvoorstel straks écht wet wordt, kan een rechter als maatregel – los van een andere straf - een houdverbod van maximaal tien jaar opleggen. Bij overtreding daarvan kunnen onze inspecteurs van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming de dieren direct weghalen.

In het wetsvoorstel zal de handhaving van de wet en de controle hierop nog moeten worden uitgewerkt. De politie, NVWA en de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming zullen hierin een rol krijgen.

We zijn er nog niet!

De Dierenbescherming is blij met het wetsvoorstel, maar juicht nog niet te vroeg. We zijn er nog niet. Het voorstel wordt nu eerst op de website van de overheid gezet en iedereen mag daarop reageren. Na het verwerken van de reacties moet het voorstel langs de Raad van State en de Tweede en Eerste Kamer. Pas nadat die ermee ingestemd hebben, kan het een echte wet worden en kan het zelfstandig houdverbod worden opgelegd. De Dierenbescherming blijft dit proces op de voet volgen en dringt aan op een vlotte afwikkeling. Wil jij hiervan op de hoogte blijven? Sluit je dan aan en vul het formulier in!

Aandachtspunten

De volgende vier aandachtspunten hebben we via internetconsultatie kenbaar gemaakt:

  • 1. Houdverbod van 10 naar 15 jaar

    We zijn blij met een maximale termijn voor het houdverbod van 10 jaar. Toch pleit de Dierenbescherming voor een verhoging van de maximale duur naar 15 jaar. Sommige bezitters van dieren hebben zo ernstig hun dieren mishandeld en verwaarloosd dat een houdverbod van 15 jaar op zijn plaats is. Zeker wanneer op langere termijn gevreesd moet worden voor herhaling en/of onvoldoende verandering en verbetering in de situatie van de daders.

  • 2. Inzagemogelijkheid opgelegde houdverboden

    De Dierenbescherming wijst erop dat het belangrijk is dat er een inzagemogelijkheid voor opgelegde houdverboden komt, zoals een register voor bijvoorbeeld dierenopvangcentra, kinderboerderijen of dierenspeciaalzaken. Voorkomen moet worden dat mensen die dieren ernstig leed toebrachten hun ‘toevlucht’ kunnen zoeken bij locaties waar met dieren wordt gewerkt. Dat geldt natuurlijk ook voor het risico dat dieren geplaatst of verkocht worden aan deze mensen.

  • 3. Aanwijzen toezichthouder

    Op dit moment is nog niet aangegeven welke toezichthouder de rechter aanwijst om te controleren of een opgelegd houdverbod ook wordt nageleefd. Wij zien daarbij zeker een rol weggelegd voor onze inspecteurs van de Landelijke Inspectiedienst.

  • 4. Structurele monitoring

    De toepassing van het houdverbod zal structureel moeten worden gemonitord. Vooraf moet bepaald worden welke informatie in een landelijk systeem moet komen om de werking en effectiviteit van het houdverbod te kunnen evalueren – en waar nodig de toepassing ervan te stimuleren.