De natuur ontwaakt uit haar winterslaap, bomen en struiken lopen uit en de eerste bloemen ontluiken lieflijk. Hoe zorg je in deze tijd extra goed voor huisdieren en dieren in het wild? Bekijk onze lentetips!
Als de lente voor de deur staat, betekent dit ook dat er weer hectische tijden aanbreken voor onze dierenambulances en de wildopvangcentra. Maar niet alle dieren hebben onze hulp nodig. Lees hieronder wanneer je niet hoeft in te grijpen. En wat je wél kunt doen voor dieren in het wild.
In het voorjaar tref je vaak jonge vogels aan op de grond. Meestal zijn dit de zogenaamde ‘uitvliegers’. Ze moeten nog leren vliegen, maar dat lukt vaak niet meteen. Hier geldt: niet ingrijpen als het een jong met een vol verenkleed betreft of als het om een jonge, donzige uil gaat. Het dier bevindt zich altijd in de buurt van het nest en de ouders zijn vlakbij. Die laten zich alleen niet altijd zien, omdat jij daar staat. Loop door zodat de ouders het jong kunnen helpen als dat nodig mocht zijn. Ook donzige watervogels hoef je niet te helpen, deze verlaten al snel het nest en gaan het water in of aan de wandel tussen de takken. Ook dan zijn ouders meestal in de buurt.
We worden regelmatig gebeld over vogelnestjes die ‘in de weg zitten’. Je kat kan niet naar buiten, want er zit een nestje op het balkon. Je wordt iedere ochtend vreselijk vroeg wakker, omdat er een nestje onder de dakpannen bij je slaapkamerraam zit. Of misschien kun je nu de schuurdeur niet openen, omdat meneer en mevrouw vogel hun nestje ietwat onhandig hebben gebouwd. Het is strafbaar om een nest weg te halen, omdat inheemse vogels in Nederland beschermd zijn. Jij en/of je kat zullen daarom toch even geduld moeten hebben. En verder? Tja... er zit niets anders op dan te genieten van de bedrijvigheid en het vrolijke gefluit. Het is prachtig om te zien hoe de jonge vogeltjes gevoed worden en snel groeien. Als de vogels zijn uitgevlogen en het nest echt hebben verlaten, mag je het nest verwijderen. Wil je dat het niet nog een keer gebeurt? Neem dan preventieve maatregelen, zoals dakgootbescherming of een schoorsteenkap.
Vogels kunnen in de lente prima zelf hun kostje bij elkaar scharrelen, maar het is wel zo fijn als je lentebloeiers in je tuin of op je balkon hebt groeien. Dat is niet alleen goed voor de insecten, maar ook voor vogels die daarvan leven. Al helemaal als ze hun jongen moeten voeden.
Naast het plaatsen van lentebloeiers in je tuin of op je balkon (zie antwoord vorige vraag), is een waterschaaltje om uit te drinken en om in te badderen altijd welkom.
Insecten houden zodoende hele ecosystemen in stand en daarom zijn ze onmisbaar. Helaas gaat het niet goed met insecten.
Er zijn meerdere redenen voor de enorme afname van insecten. De belangrijkste redenen zijn:
We krijgen regelmatig jonge haasjes binnen die gewoon hadden kunnen blijven liggen. Hazen leven niet in holen en worden in een open nest geboren. De moederhaas verspreidt haar jongen vaak over meerdere plekken, zodat ze minder kwetsbaar zijn voor roofdieren. Zie je jonge haasjes liggen en zijn ze niet gewond? Laat ze vooral liggen!
Egels worden door de hogere temperaturen wakker uit hun winterslaap en gaan op zoek naar eten. Ook jonge egels gaan zelfstandig op pad. Deze zijn niet verlaten, maar keren zelf weer terug naar hun nest. Daar houden ze elkaar warm tijdens de vaak nog koude nachten. Ze hebben elkaar dus hard nodig. Met de beste bedoelingen zo'n jong dier opvangen is daarom geen goed idee.
In het voorjaar hoef je egels doorgaans niet bij te voeren. De natuur bloeit en groeit en egels scharrelen makkelijker hun kostje bij elkaar dan in het najaar. Twijfel je over of de egel toch beter wel wat kan eten? Neem contact op met de dichtstbijzijnde egelopvang of bel 144, het landelijk meldnummer voor dieren in nood. Geef in elk geval geen melk! Daar kunnen egels absoluut niet tegen.
Kom je een gewonde egel tegen? Neem contact op met de dichtstbijzijnde egelopvang of bel 144, het landelijk meldnummer voor dieren in nood. Twijfel je? Bel dan om te overleggen.
Ieder voorjaar, zo vanaf eind februari, vindt de paddentrek plaats. Na hun winterrust gaan de dieren op weg naar het water waar ze – jaren eerder – als paddenvisje leefden en als klein padje het water verlieten. Het water is de plaats waar ze zullen paren en hun eiersnoeren afzetten. Ook andere amfibieën zoals kikkers en salamanders maken deze reis.
Tijdens hun tocht naar het water moeten padden vaak drukke verkeerswegen oversteken en om te voorkomen dat ze hierbij worden doodgereden zijn in het hele land vrijwilligers actief als paddenraper om deze dieren, maar ook kikkers en salamanders, veilig naar de overkant te loodsen.
Wil jij padden ook heelhuids bij het water krijgen?
Salamanders in de tuin, vossen in de wijk of roofvogels op het dak; je kunt ze allemaal in je eigen buurt tegenkomen. Verstedelijking maakt het voor dieren steeds lastiger om een eigen plek te vinden. Daarom is het extra belangrijk dat jouw balkon of tuin dieren hartelijk verwelkomt. Fijne planten voor de vlinder, een nestkast voor de vogel, een rommelig bladerhoekje voor de egel. De kleinste aanpassingen zorgen voor de grootste verschillen. Op www.dierenbescherming.nl/tuintips delen we nog meer tips om van jouw achtertuin een gewild dierenparadijs te maken.
Katten jagen graag op dieren, al helemaal als ze jong en een gemakkelijke prooi zijn. Een kattenbelletje kan dit grotendeels voorkomen.
Wandel jij ook graag in de natuur? Al helemaal na die donkere winterse periode, kunnen we een fleurig bloeiend natuurgebied wel waarderen. Frisse lentetakken, de geur van bloesem, gepiep uit het nest: de lente transformeert een kaal tafereel tot een waar bloeifeest. Let er wel op dat de natuur ook fungeert als kraamkamer. Dieren krijgen jongen en hebben ruimte nodig om hun kroost veilig en gezond op te laten groeien. Houd daar rekening mee door op de paden te blijven.
In de lente bekommeren vele dieren zich om hun jongen. Denk aan reeën, vossen, hazen en vogels. Deze dieren hebben de ruimte nodig om hun jongen veilig en gezond op te laten groeien. Honden verstoren de rust en vormen een bedreiging. Daarnaast kunnen dieren zoals zwijnen honden aanvallen, omdat zij hun jongen beschermen. Kortom, om verstoring en vervelende situaties te voorkomen, is het beter honden aan de lijn te houden.
Rijd je in het buitengebied? Trap dan je gaspedaal niet als een razende in en rijd kalm. Jonge dieren zijn onervaren en kunnen onverhoeds oversteken. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat wanneer men 60 rijdt i.p.v. 80, wild een grotere kans heeft om een auto te ontwijken en de bestuurder sneller kan ingrijpen.
Zie je in de verte al wild op de weg lopen? Rijd langzamer (als het kan) en zet je alarmlichten aan voor het verkeer achter je, en als waarschuwing voor de dieren. Houd er rekening mee dat deze dieren vaak niet alleen zijn en het dus goed kan zijn dat er meerdere dieren volgen als de eerste is overgestoken.
Hoe zorg je goed voor huisdieren in de lente? Lees de tips.
Je hond zal in de lente zijn wintervacht verliezen. Dat kan best wel kriebelen! Je kunt hem hiermee helpen door hem regelmatig te borstelen.
LET OP: Heb je de hond onlangs ontvlooid en wil je hem/haar net een flinke borstelbeurt geven? Laat die winterse lokken dan niet achter in de natuur, maar gooi ze in de prullenbak. Anders komen er gifstoffen terecht in de natuur en in het water. Vogels willen ook nog weleens nestjes maken van de losliggende haren.
In veel natuurgebieden is het verplicht om je hond aangelijnd te hebben. Dit is enerzijds om te voorkomen dat je hond in het wild levende dieren (zoals vogels of zwangere dieren) verstoort en opjaagt. Anderzijds doe je de hond vast om hem/haar te beschermen, bijvoorbeeld tegen wilde zwijnen of ganzen die kunnen aanvallen om hun jongen beschermen.
Lentekriebels! In de lente gaan katten vaker op avontuur en dan komen ze ook weer meer soortgenootjes tegen. Zorg ervoor dat je kater of poes gecastreerd of gesteriliseerd is (om zwerfkittens te voorkomen) en dat je kat ontvlooid is. Check daarnaast ook op teken om een lymebesmetting te voorkomen.
Het is belangrijk om katten te chippen en goed te registreren. Juist nu ze vaker de lente in hun bol hebben. Dit is overigens ook voor binnenkatten belangrijk. Binnenkatten zijn de buitenwereld niet gewend en raken sneller de weg kwijt. Dan is het wel zo fijn als jouw contactgegevens bekend zijn, zodat jouw dier en jij weer eenvoudig herenigd kunnen worden.
Katten (vooral buitenkatten) zullen in de lente hun wintervacht kwijtraken. Je kunt ze hierbij helpen door ze met een vochtige microvezeldoek te 'aaien'. Daarmee haal je alleen de overtollige losse haren weg. Vaak borstelen raden we af, want dat zorgt ervoor dat er nóg meer haren loskomen en dat de kat nog meer gaat verharen.
Extra tip: Gooi losse plukken haar in de prullenbak als je de kat onlangs hebt ontvlooid. Zo komen er geen gifstoffen in de natuur terecht.
Konijnen kunnen niet goed tegen grote temperatuurverschillen. Heb je binnenkonijnen, verplaats deze dan niet zomaar naar buiten. Doe dit pas als het buiten ongeveer net zo warm is als binnen. Zo kunnen de konijnen rustig wennen.
Als je paard in de winter veel op stal heeft gestaan en in de lente vaker de wei ingaat, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de overgang van de voeding die hij binnenkrijgt geleidelijk gaat. In lentegras zitten relatief veel suikers die verkeerd kunnen vallen. Je paard zal hier voorzichtig aan moeten wennen.
Is het lekker zonnig buiten? Denk eraan dat je paarden door de zon kunnen verbranden. Vooral paarden met een lichte, dun- of onbehaarde huid of witte aftekeningen zijn hier gevoelig voor. Voorkom verbranding door blootstelling aan direct zonlicht te beperken en door zonnebrandcrème voor paarden te gebruiken.
Paarden kunnen last krijgen van (staart- en manen)eczeem. Dat kan vreselijk jeuken en door het schuren kunnen ze snel een kapotte huid of kale plekken krijgen. Helaas is er nog geen goede behandeling tegen eczeem, gebruik daarom vooral een eczeemdeken om (meer) ellende te voorkomen. Neem bij wonden contact op met de dierenarts.
De wild- en egelopvang zijn een belangrijk onderdeel van de Dierenbescherming. Gewonde en zieke dieren kunnen in een rustige en aangepaste omgeving herstellen, om gezond en wel weer te kunnen terugkeren in de natuur. Zonder jouw hulp kunnen wij deze intensieve zorg niet bieden!
