Oorsprong paardenmarkten
Oorspronkelijk zijn paardenmarkten ontstaan vanuit de noodzaak om paarden op een centraal punt en een vast tijdstip te verhandelen. In de middeleeuwen lag het aanbod van paarden namelijk niet zo gemakkelijk voor handen als nu het geval is. Het was toen zelfs voor veel mensen noodzakelijk om een paard enkel in het bezit te hebben als het paard nut heeft. Voor veel seizoensgebonden werkzaamheden, zoals het ploegen van het land of bij de jacht, kocht en verkocht men het dier vlak vóór en direct ná het seizoen. Op deze manier ontstonden de paardenmarkten op de kenmerkende data, meestal rondom de start van de lente en de start van de herfst.
De paardenmarkt van vandaag
Vandaag de dag zijn paardenmarkten in wezen heel anders dan in hun oorsprong. Waar het vroeger puur en alleen om de handel draaide en daar festiviteiten om heen werden verzameld, daar is het nu andersom. Er zijn festiviteiten, zoals een jaarmarkt of braderie, waar de paardenmarkt als trekpleister voor toeristen wordt gebruikt. De hedendaagse paardenmarkt is daarom niets meer dan een tentoonstelling. Puur en alleen voor het commercieel profijt van de lokale horeca en marktkooplui.
De Nederlandse paardenmarkten
In Nederland worden er jaarlijks ongeveer 50 paardenmarkten georganiseerd. De meeste paardenmarkten vinden plaats in Groningen, Drenthe en Gelderland, maar ook Zuid-Holland, Noord-Brabant en Limburg zijn geen onbekenden in het organiseren van deze markten. De drie grootste paardenmarkten – Hedel, Elst en Zuidlaren – hebben in ‘goede’ jaren een 1500 tot 2000 paarden op hun markt staan. Na deze markten volgen er diverse paardenmarkten met een aanbod tussen de 500 en 1000 paarden. De meeste paardenmarkten hebben echter een lager aanbod, waarvan sommigen niet eens meer bieden dan een twintigtal paarden.

Paardenmarkten worden vrijwel altijd in het centrum van een dorp of stad georganiseerd. Daar komen immers de meeste mensen tezamen om van de festiviteiten te genieten. De paarden staan dan in de straten dichtgepakt op elkaar vastgebonden aan hekken, palen of touwen. Voor optimaal gebruik van de paardenmarkten t.b.v. de commercie staan de dieren letterlijk en figuurlijk pal voor de marktkramen en middenin het mensengedruis. Voor de kleinere markten is dit voor een aantal uur. De grotere markten duren soms wel 18 uur of langer.
Wat is er volgens de Dierenbescherming mis met paardenmarkten?
Er zijn veel misstanden te constateren op paardenmarkten. Sommige van deze misstanden zijn specifiek te linken aan een paardenmarkt. Er zijn echter ook misstanden die evengoed bij andere handelsvormen kunnen optreden. Wij concentreren ons vooral op de misstanden die specifiek door een paardenmarkt in de hand worden gewerkt. Dit levert de volgende top 10 misstanden op:
1. Langdurige blootstelling aan stressvolle prikkels, zoals luide muziek, kermis en het mensengedruis.
Paarden zijn vluchtdieren. Zij reageren dus extra sterk op geuren, geluiden, aanrakingen en onverwachte bewegingen. Hoe onvoorspelbaarder deze prikkels zijn, hoe sterker de neiging tot vluchten is. Niet kunnen toegeven aan deze neiging leidt tot veel stress bij het paard.
2. Langdurige onthouding van drinkwater.
Ondanks dat er vaak wel drinkwater aanwezig is op de paardenmarkten, wordt het slecht, maar meestal gewoon niet toegediend. Een volwassen paard drinkt al snel 30 liter water op een dag. In stressvolle omstandigheden zweet een paard snel en veel. Dit verlies aan water dient nog eens extra gecompenseerd te worden. Het is dus veilig te onderstellen dat een paard 40 tot 60 liter water op een stressvolle dag nodig heeft. Het overgrote deel van de paarden krijgen 0 liter water toegediend op de paardenmarkt. In veel gevallen wordt er voorafgaand aan het transport naar de paardenmarkten ook nog eens water onthouden. De onthouding van water strekt daarom veel langer dan de duur van een paardenmarkt.
3. Langdurige onthouding van voer.
Er is sinds kort op veel markten wel voer aanwezig. Het voer wordt echter niet consequent en doeltreffend verdeeld. Allereerst hebben lang niet alle paarden de beschikking over voer. Als het wel tot de beschikking is, dan is bij regen de kwaliteit al snel ondermaats. In het geval van wind waait het voer regelmatig weg. In de meeste gevallen kunnen paarden simpelweg niet bij het voer, dat wel degelijk vlakbij ligt. Dit komt door het te kort aanbinden van paarden of doordat paarden het voer met hun voorste benen buiten hun bereik schrapen. Dit schrapen is een uiting van stress bij het paard. Voor een paard is het van belang om de gehele dag door te grazen. Als dit een aantal uur niet gebeurt, dan ontstaat er snel verzuring van de maag. Een paard heeft namelijk, in tegenstelling tot de mens, geen galblaas. Het gal blijft dus voortdurend de maag in stromen. Geen voer in de maag leidt tot pijnlijke verzuring.
4. De paarden staan op een ongeschikte ondergrond.
Het komt regelmatig voor dat paarden op een gladde ondergrond worden gehouden of gemonsterd (het demonstreren van de gang van het paard). Bij regen is deze ondergrond glad en is het aangezicht van een vallend paard bijna een gewoongoed. In andere gevallen staan paarden op stoepranden of in de modder.
5. Paarden staan zeer kort op elkaar gepakt.
Op een twee meter aan touw of hek staan soms zes grote paarden tot soms wel twaalf Shetlanders aangebonden. Paarden zijn weliswaar sociale dieren, maar moeten ook de mogelijkheid hebben om het contact te ontlopen. Dit kan op een paardenmarkt niet, waardoor er vaak veel onrust ontstaat. Het komt regelmatig voor dat er een paard overgaat tot het schoppen van zijn buur. Er zijn gevallen gezien waar er tientallen schoppen zijn waargenomen en het ontvangende paard niets kon doen om het te ontwijken. Naast het schoppen zorgt het kort op elkaar aangebonden staan ook voor verstrikkingen in elkaars touw.

6. Een groot deel van verkochte paarden is bestemd voor de buitenlandse slachterij.
Vooral op grotere paardenmarkten is het merendeel van de handel – volgens de marktmeester van de Zuidlaardermarkt zeker 50%, maar volgens ons waarschijnlijk nog wel meer - bestemd voor de slachterij. In de meeste gevallen betekent dit een non-stop 24-uur durend transport naar Zuid-Italië, tot wel 36 uur. In principe is slachthandel niet verbonden specifiek voor paardenmarkten, daar gaat het ons dan ook niet om. Het gaat ons wel om het feit dat paarden met een slachtbestemming soms meer dan 48 uur aan transport náár de paardenmarkt hebben. Vervolgens 18 uur lang op de markt staan, alvorens ze als een koopje (men wil het paard niet meer mee terug nemen) worden opgekocht voor de slachterij naar Italië. De paardenmarkt wordt gebruikt om reistijd te verdoezelen. Hiermee kunnen ze wetgeving omzeilen. Er zijn tevens diverse valse paspoorten waargenomen. Ook dit wordt gebruikt om reistijd, maar ook de medische geschiedenis te verdoezelen.
7. Paarden staan vaak zeer kort en regelmatig onveilig aangebonden.
Het korte aanbinden van paarden beperkt hun enorm in de bewegingsvrijheid. Ze kunnen meestal geen stap naar voren of naar achteren doen. Soms is het aanbinden zelfs dusdanig kort dat ze niet eens bij het voer kunnen. Op diverse markten is tevens waargenomen dat het aanbinden onveilig is. Er zijn regelmaat paarden gevallen over het touw, paarden die zich ophangen in het touw of die zich verwonden aan palen of uitstekende voorwerpen.
8. Haard voor besmettelijke ziektes.
Paardenmarkten zijn een risicovol voor de verspreiding van besmettelijke ziektes, zoals droes en het rhinovirus. Door ontoereikende, of soms zelfs afwezige controle door dierenartsen is hier geen grip op. Gelukkig is er tot dusverre nog niets volledig uit de klauwen gelopen, maar het hoeft maar één keer goed raak te zijn en de gevolgen zijn niet te overzien.
9. Gevoelige omstandigheden voor impulsaankopen.
Er zijn al de nodige paarden verkocht aan onwetende en onbekwame eigenaren. Het gaat dan meestal om vaders die per ongeluk met hun dochter over de markt lopen en plots besluiten om een pony voor haar te kopen, zonder daar de kennis en middelen voor te hebben. In sommige gevallen zijn er ook feestende en beschonken jongeren aangetroffen die voor de lol een pony of Shetlander kopen voor een paar tientjes.
10. Ontoereikend toezicht op gezondheid en welzijn.
Er zijn vaak wel dierenartsen aanwezig op de markten. Zij grijpen echter meestal niet effectief in bij misstanden. In veel gevallen hebben ze geen volmacht van de organisatie om dit te doen. In andere gevallen lijken ze durf en daadkracht te missen om adequaat in te grijpen. Opvallend is in ieder geval dat veel dierenartsen op de paardenmarkten uit de persoonlijke kenniskring van de marktorganisatie komen. Naast de dierenartsen zijn veelal ook medewerkers/vrijwilligers van de organisatie aanwezig. Zij hebben meestal niet de benodigde kennis en kunde van de fysiologie en ethologie van het paard. Evenmin zijn zij op de hoogte van de relevante wetgeving. Naast het kennisniveau wordt er niet of heel traag ingegrepen in situaties dat het nijpend is. Het is al meer dan eens voorgekomen dat de medewerkers van de Dierenbescherming of omstanders besluiten om dan maar zelf in te grijpen.

Standpunt Dierenbescherming
De Dierenbescherming vindt de paardenmarkten een achterhaalde vorm van paardenhandel. Het valt niet te rijmen met onze huidige kennis van de fysiologie en ethologie van het paard. Het valt tevens niet te rijmen met de alternatieve handelsmogelijkheden, die zowel voor het paard als de handelaar aanwezig zijn en louter voordelen bieden. Zelfs met de beste wil en kundige mensen aan het roer bij de paardenmarkten, zien wij geen realistische toekomst van paardenmarkten waarbij het welzijn van de paarden acceptabel genoemd kan worden. Wij zijn daarom tegen paardenmarkten.
Lees ook: