Ratten en muizen zijn niet alleen maar 'schadelijk', en hebben wel degelijk nut: ze ruimen afval op, zorgen voor de verspreiding van zaden en hebben hun plek in de voedselketen, als voedsel voor roofdieren. Maar ze kunnen inderdaad ook flinke schade aanrichten. Ze knagen niet alleen aan voedsel, maar bijvoorbeeld ook aan elektriciteitsdraden, waardoor kortsluiting kan ontstaan. Ook kunnen er door hun graafactiviteiten verzakkingen ontstaan. En met hun uitwerpselen kunnen ze ziekten overbrengen, zoals de Ziekte van Weil en varkenspest.
Alternatieven voor doden
Om deze schade zo veel mogelijk te beperken, pleit de Dierenbescherming in eerste instantie voor alternatieven zoals:
- preventie,
- hygiëne,
- goed onderhoud en isolatie van huizen,
- afdoende afscherming van voedsel en voedselafval,
- voortplantingsregulatie en
- roofdieren zoals de vos en de kat hun gang laten gaan.
Vallen, klemmen e.d.
De Dierenbescherming is tegen vallen, klemmen, verdrinkingsmethoden en veel chemische middelen. Ze betekenen een lange lijdensweg voor de dieren en vormen grote risico's voor mensen (kinderen) en andere (huis)dieren. Het doden van de muizen en ratten is dweilen met de kraan open. Voor elke dode rat of muis komen er minstens net zoveel terug, omdat het territoriumdieren zijn die zich extra snel voortplanten als er lege plekken ontstaan.
Muskusrat
Alleen al in 2009 werden 155.000 muskusratten gedood omdat ze schade zouden veroorzaken aan dijken en oevers. De noodzaak van dit massale doden is echter nooit wetenschappelijk bewezen. Zo staat niet vast dat er een relatie is tussen het aantal muskusratten en de schade aan dijken en oevers. Ook is er geen wetenschappelijk bewijs voor dat het aantal muskusratten explosief zal groeien als we stoppen met het doden.
De Dierenbescherming, Bont voor Dieren en de Faunabescherming hebben in februari 2011 de waterschappen opgeroepen te stoppen met het doden van muskusratten. In het rapport 'Op alternatieve wijze schade voorkomen' stellen zij voor dijken zodanig aan te passen, dat muskusratten en andere gravers niet meer kunnen graven. Verder worden mogelijkheden beschreven om de kwaliteit van oevers en dijken in de gaten te houden, bijvoorbeeld met sensoren. Een online petitie om dit kracht bij te zetten, werd door bijna 11.000 mensen ondertekend.