LID: Verdubbeling aantal zaken dieren in nood
10 november 2019Het aantal zaken van dieren in nood dat door de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) in behandeling wordt genomen stevent af op een ruime verdubbeling ten opzichte van 2017. Van zo'n 3000 in 2017, naar ruim 6000 dit jaar. Deze stijging is het gevolg van nieuwe werkafspraken tussen de LID en haar partners in de keten handhaving dierenwelzijn. Sinds september 2018 gaat een deel van de meldingen van dierenleed dat binnenkomt bij het landelijke Meldpunt 144 niet meer eerst naar de politie, maar rechtstreeks naar de LID. Ook het aantal inspecties verdubbelt, van zo'n 4000 naar ruim 8000. Dankzij de nieuwe afspraken worden meer zaken opgepakt en inspecties uitgevoerd, met het verbeteren van dierenwelzijn als doel en resultaat. Gevolg is wel dat de werkdruk bij de 17 inspecteurs van de dienst flink is toegenomen.
Opkomen voor dieren in nood
De inspecteurs van de LID komen in actie na meldingen van dieren in nood bij Meldpunt 144. Het gaat dan vooral om huis- en hobbydieren. Honden, katten, paarden, konijnen en vogels zijn de meest voorkomende diersoorten die hun hulp nodig hebben. Recent speelden inspecteurs van de LID bijvoorbeeld een belangrijke rol in de zaak rond mensen die hondengevechten organiseerden, redden ze dit voorjaar 100 honden uit erbarmelijke omstandigheden bij een fokker en moesten er drie zwaar verwaarloosde katten in beslag genomen worden omdat de eigenaar niet voor de dieren kon zorgen. De inspecteurs zijn Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA). Dit houdt in dat zij speciale strafrechtelijke bevoegdheden hebben. Daarnaast zijn de inspecteurs toezichthouder: ze zien erop toe dat wet- en regelgeving rondom dierenwelzijn wordt nageleefd. Dit gebeurt via bestuursrecht, gericht op het herstellen van het dierenwelzijn.